ECLI:NL:RBNHO:2022:5738
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schending van een geheimhoudingsovereenkomst en onrechtmatige concurrentie tussen dansschoolhouders
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], h.o.d.n. [bedrijf 1], en [gedaagde], h.o.d.n. [bedrijf 2]. De zaak betreft de vraag of [gedaagde] boetes verschuldigd is aan [eiseres] wegens schending van een geheimhoudingsovereenkomst en of zij schadevergoeding moet betalen in verband met onrechtmatige concurrentie. [gedaagde] was eerder danslerares bij de dansschool van [eiseres] en heeft later haar eigen dansschool opgericht. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] afgewezen, omdat de vordering ten aanzien van de boetes onvoldoende onderbouwd was en de gevorderde schadevergoeding niet correct was berekend. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] geen schadevergoeding kon vorderen op basis van gederfde omzet, omdat dit niet overeenkwam met de wettelijke bepalingen omtrent vermogensschade. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat er geen bewijs was dat [gedaagde] de geheimhoudingsovereenkomst had geschonden. De gehele vordering van [eiseres] is afgewezen, en zij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten.