Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 29 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring, zoals aangegeven door bord C2 van het RVV 1990. De betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 29 maart 2022 was de gemachtigde van de betrokkene, mr. M. Lagas van Appjection B.V. te Amsterdam, niet aanwezig. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft aangegeven dat er geen gronden voor het beroep zijn ingediend, naast het pro forma beroepschrift. De kantonrechter heeft de betrokkene eerder in de procedure geïnformeerd dat het beroepschrift pas inhoudelijk behandeld kan worden na het indienen van de gronden van het beroep. Aangezien de betrokkene deze gronden niet heeft verstrekt en ook niet op de zitting aanwezig was, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de betrokkene niet-ontvankelijk is in het beroep.
De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.