In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 april 2022 uitspraak gedaan. Eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had Bicro Food B.V. gedagvaard. De procedure volgde nadat Bicro, na het aanhangig maken van de zaak, had voldaan aan de gevorderde levering van producten. Dit leidde tot de conclusie dat Bicro als de in het ongelijk gestelde partij moest worden beschouwd, ondanks het feit dat zij uiteindelijk aan de eisen voldeed. De rechtbank oordeelde dat Bicro in de proceskosten van eiseres moest worden veroordeeld, omdat zij pas na de aanvang van de procedure had voldaan aan de verplichtingen. De kosten werden begroot op € 1.440,41, inclusief griffierecht en salaris advocaat. Daarnaast werd de wettelijke rente over de proceskosten en nakosten toegewezen, met de voorwaarde dat Bicro binnen veertien dagen na betekening van het vonnis aan de verplichtingen moest voldoen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.H. Schotman en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.