ECLI:NL:RBNHO:2022:5594

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 april 2022
Publicatiedatum
28 juni 2022
Zaaknummer
C/15/327026 / KG ZA 22-160
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over proceskostenveroordeling na voldoening door gedaagde

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 april 2022 uitspraak gedaan. Eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had Bicro Food B.V. gedagvaard. De procedure volgde nadat Bicro, na het aanhangig maken van de zaak, had voldaan aan de gevorderde levering van producten. Dit leidde tot de conclusie dat Bicro als de in het ongelijk gestelde partij moest worden beschouwd, ondanks het feit dat zij uiteindelijk aan de eisen voldeed. De rechtbank oordeelde dat Bicro in de proceskosten van eiseres moest worden veroordeeld, omdat zij pas na de aanvang van de procedure had voldaan aan de verplichtingen. De kosten werden begroot op € 1.440,41, inclusief griffierecht en salaris advocaat. Daarnaast werd de wettelijke rente over de proceskosten en nakosten toegewezen, met de voorwaarde dat Bicro binnen veertien dagen na betekening van het vonnis aan de verplichtingen moest voldoen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.H. Schotman en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/327026 / KG ZA 22-160
Vonnis in kort geding van 25 april 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser] B.V.,
gevestigd te [plaats],
eiseres,
advocaat: mr. A.L.S. Verhoog te Haren,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BICRO FOOD B.V.,
gevestigd te Edam,
gedaagde,
in persoon verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en Bicro genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 april 2022 met producties van de zijde va [eiser];
  • het door Bicro in het geding gebracht verweer met onderbouwende stukken;
  • de mondelinge behandeling van 21 april 2022.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden. Daarbij is ook bepaald dat [eiser] uiterlijk op 22 april 2022 aan de voorzieningenrechter laat weten of zij de betreffende producten van Bicro heeft ontvangen.
1.3.
[eiser] heeft de voorzieningenrechter op 22 april 2022 bericht dat zij de producten (nagenoeg) compleet van Bicro heeft ontvangen en dat daarom kan worden volstaan met een beslissing over de proceskosten.

2.De beoordeling

2.1.
[eiser] heeft in deze procedure samengevat - gevorderd dat Bicro wordt veroordeeld de complete ontbrekende producten alsnog te doen bezorgen bij de distributeur van [eiser] ([betrokkene]), op straffe van verbeurte van een dwangsom, en met veroordeling van Bicro in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten.
2.2.
[eiser] heeft de voorzieningenrechter bericht dat zij de ontbrekende producten inmiddels van Bicro heeft ontvangen en dat de voorzieningenrechter zich dus kan beperken tot een beslissing over de proceskosten.
2.3.
Omdat Bicro pas na het aanhangig maken van de zaak heeft voldaan aan hetgeen wordt gevorderd, geldt zij als de in het ongelijk gestelde partij. Bicro zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten van [eiser], die tot op heden als volgt worden begroot:
- betekening oproeping € 108,41
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat €
656,00
totaal € 1.440,41
2.4.
De gevorderde nakosten zullen worden begroot conform het daarop toepasselijke liquidatietarief. De wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten is toewijsbaar op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt Bicro in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.440,41, te vermeerderen met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Bicro niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
3.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 25 april 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1538