ECLI:NL:RBNHO:2022:5398

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
22 juni 2022
Zaaknummer
8976969
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van pakketreis door onvolledige faciliteiten en bouwwerkzaamheden

In deze zaak heeft eiser, [eiser], een vordering ingesteld tegen Corendon International Travel B.V. naar aanleiding van een pakketreisovereenkomst die op 20 juni 2020 werd gesloten. Eiser had een reis geboekt naar het Corendon Mangrove Beach Resort in Curaçao, waarvoor hij € 11.029,45 had betaald. Bij aankomst bleek het resort niet volledig operationeel te zijn; verschillende faciliteiten waren gesloten en er waren bouwwerkzaamheden aan de gang. Eiser heeft klachten ingediend over de staat van de kamer, de kwaliteit van het eten en de beperkte beschikbaarheid van faciliteiten. Corendon bood een compensatie van 10% aan, maar eiser heeft dit aanbod afgewezen en vorderde in plaats daarvan een schadevergoeding van in totaal € 12.504,45, inclusief immateriële schade en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat Corendon tekort is geschoten in de nakoming van de pakketreisovereenkomst. De rechter oordeelde dat de verwachtingen van eiser niet zijn waargemaakt, gezien de onvolledige faciliteiten en de hinder van bouwwerkzaamheden. De kantonrechter heeft een prijsverlaging van 20% van de totale reissom toegewezen, wat neerkomt op een bedrag van € 2.205,89, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan eiser, terwijl de overige vorderingen zijn afgewezen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de reisorganisator bij de uitvoering van pakketreisovereenkomsten en de rechten van reizigers bij non-conformiteit.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8976969 \ CV EXPL 21-325
Uitspraakdatum: 29 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. J.J.T. van Stiphout
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Corendon International Travel B.V.gevestigd te Lijnden
gedaagde
verder te noemen: Corendon
gemachtigde: mr. M. Nijenhuis en mr. J. Aarts

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 12 januari 2021 een vordering tegen Corendon ingesteld. Corendon heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
[eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Corendon een schriftelijke reactie heeft gegeven. Per akte d.d. 4 augustus 2021 heeft [eiser] nog gereageerd op de laatste productie van Corendon.
1.3.
Op 1 juni 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 20 juni 2020 een pakketreisovereenkomst aangegaan waarbij Corendon, als reisorganisator, zich heeft verbonden [eiser] en zijn medereizigers, als reizigers, een reis te verschaffen bestaande uit een 15-daagse vakantie op het resort Hotel Corendon Mangrove Beach Resort te Willemstad, Curaçao (hierna: het resort). [eiser] heeft voor de totale reis een bedrag van € 11.029,45 betaald.
2.2.
Op de boekingssite van Corendon staat – voor zover hier van belang – het volgende:
Kom onbezorgd vakantie vieren in het spiksplinternieuwe Corendon Mangrove Beach Resort op tropisch Curaçao! Dit enige 5-sterrenresort op het eiland (…). Vanuit het 24-uurs Ultra All Inclusive hotel (…). Bij de faciliteiten staan onder andere genoemd: Buffetrestaurant met showcooking en terras: ontbijt, lunch en diner, Food street (…), Dushi Sushi Club (…), Ristorante Siciliano (…), Cor en Don’s BBQ Restaurant (…), Don Cigar Lounge (tegen betaling).
2.3.
Op 10 juli 2020 heeft [eiser] een Corendon klachtenformulier ingevuld waar hij onder meer heeft opgeschreven:
Bij aankomst kamer was niet schoon opgeleverd, kasten zitten nog onder het stof, airco was warm, geen zeep dispenser.en
Faciliteiten: geen was faciliteiten, welness, kapper, fitness, mini, tienerclub, aquapark, foodcorner, kleine bioscoop.Buffetrestaurant: zwaar onder de maat, misschien 10 bakken gevuld veel te weinig keus. Alles is koud, vies, rauw of te gaar. Geen showcooking, geen voorgerechten, geen soep, weinig variatie. Als de bakken leeg zijn, duurt het heel lang voordat het bijgevuld word.Algemeen: wij vinden dat dit hotel niet geopend had mogen worden het is niet af. Fase 1 zou af zijn maar voor 1/3 af. Veel last van werkzaamheden begint om 7 uur.
2.4.
Per e-mail d.d. 13 juli 2020 heeft [eiser] aan D-reizen het volgende geschreven:
Zwembaden zijn wel open maar verder geen gym, tener club, sushi bar geen was faciliteitenEn ik heb het hier al meerdere malen gemeld ook bij de reisleider die heeft er al meldingen van gemaakt ook richting Nederland maar ze komt om in de klachten dit heeft ze nog nooit meegemaakt zei ze.
2.5.
Corendon heeft [eiser] een compensatie aangeboden van 10% van de reissom, wat uitkwam op een totaalbedrag van € 1.100,00. [eiser] heeft dit aanbod niet geaccepteerd.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert – na vermindering van eis – dat de kantonrechter Corendon veroordeelt tot betaling van:
I. € 12.504,45 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2020;
II. € 1.875,67 aan buitengerechtelijke incassokosten;|
III. de proceskosten en de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de kantonrechter de conclusie van antwoord van Corendon buiten beschouwing moet laten omdat zij deze niet op tijd heeft ingediend. Inhoudelijk legt [eiser] aan de vordering ten grondslag dat hij een pakketreis heeft afgenomen van Corendon. [eiser] heeft in totaal
€ 11.029,45 betaald voor een reis naar het resort in Curaçao voor vijf personen gedurende 15 dagen. Hoewel Corendon het resort adverteerde als een premium-class Ultra-All-Inclusive vijf-sterren-resort, zijn de hoge verwachtingen, die [eiser] daardoor mocht hebben, totaal niet uitgekomen. De bouw van het resort was niet af, er vonden in de vroege ochtenduren nog bouwwerkzaamheden plaats, verschillende faciliteiten waren nog niet open, er was te weinig voedsel aanwezig voor alle gasten en er zijn mensen ziek geworden. Gelet hierop was de reis ernstig non-conform. Daarom vordert [eiser] ten eerste de volledige reissom van € 11.029,45. Daarnaast vordert [eiser] € 600,00 aan kosten die hij heeft moeten maken omdat hij buiten de deur moest eten, € 375,00 aan verletkosten omdat hij vakantiedagen voor niets heeft moeten opnemen en een bedrag van € 500,00 aan immateriële schade wegens het ernstig ongerief dat hij deze vakantie heeft ondervonden. Tot slot vordert [eiser] 15% van de hoofdsom aan buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proceskosten inclusief nakosten.
3.3.
Voorwaardelijk vordert [eiser] op grond van artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alle adresgegevens en telefoonnummers van reizigers die van 10 juli tot en met 25 juli 2020 aanwezig waren in het hotel en dat er een voorlopig getuigenverhoor zal worden bevolen om enkele reizigers uit diezelfde periode te laten horen.

4.Het verweer

4.1.
Corendon betwist de vordering gedeeltelijk en voert aan – samengevat – dat Corendon de conclusie van antwoord tijdig heeft ingeleverd zodat het verzoek van [eiser] niet kan worden toegewezen. Daarnaast was fase 1 van de verbouwing van het resort bijna helemaal afgerond. Zo waren de kamers aan één kant van het resort klaar en waren er enkel in het hoofdgebouw nog lichte werkzaamheden nodig. Op de website stond ook duidelijk vermeld dat er nog enkele werkzaamheden plaats zouden vinden. Deze informatie stond ook al op de site voordat [eiser] de reis had geboekt en Corendon heeft dit nog per e-mail aan [eiser] gecorrespondeerd. Omdat de werkzaamheden nog niet helemaal klaar waren, waren ook niet alle faciliteiten open. Gelet hierop was Corendon bereid om een passende prijsvermindering te betalen aan [eiser] maar het aanbod van een prijsvermindering van 10% van de reissom heeft [eiser] afgeslagen. Dat er onvoldoende eten voor de gasten aanwezig was en dat dit eten niet goed was, wordt door Corendon betwist. Ook staat niet vast dat er gasten ziek zijn geworden op het resort dan wel dat de gasten ziek zijn geworden door het eten op het resort. [eiser] heeft zelf gekozen om buiten het resort te gaan eten, zodat deze kosten dan ook voor zijn rekening dienen te komen. [eiser] heeft verder verzuimd te onderbouwen waarom hij recht heeft op immateriële schade, temeer nu [eiser] de reis niet vroegtijdig heeft beëindigd. Om deze reden heeft [eiser] ook geen recht op vergoeding van verletdagen. De vakantiedagen zijn immers gewoon gebruikt.

5.De beoordeling

5.1.
Op grond van artikel 133 lid 4 Rv vervalt het recht om een proceshandeling te verrichten wanneer een proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en daarvoor geen uitstel kan worden verkregen. [eiser] stelt dat Corendon de conclusie van antwoord niet tijdig heeft ingediend en dit ook niet kon doen nu partijen de avond ervoor nog bezig waren met schikkingsonderhandelingen. Corendon heeft hiertegen aangevoerd dat zij de conclusie van antwoord in persoon heeft afgegeven bij de portiersloge van de rechtbank op 17 maart 2021 om 09:55 uur, terwijl de conclusie van antwoord op die dag om 10:00 uur binnen moest zijn. Dit blijkt ook uit de overgelegde envelop met stempel en paraaf van de rechtbank. De kantonrechter stelt vast dat Corendon een foto van een envelop met daarop een stempel en paraaf van de rechtbank heeft overgelegd waaruit blijkt dat zij deze envelop heeft afgegeven op 17 maart 2021 om 09:55 uur. Ook uit het interne systeem van de rechtbank blijkt dat er op 17 maart 2021 stukken zijn binnengekomen. Het komt de kantonrechter niet aannemelijk voor dat, zoals [eiser] heeft gesteld, Corendon slechts een lege envelop heeft ingeleverd. Gelet hierop zal de kantonrechter de conclusie van antwoord niet buiten beschouwing laten.
5.2.
Verder stelt de kantonrechter bij de beoordeling voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat zij na 1 juli 2018 een pakketreisovereenkomst hebben gesloten, zodat de na die datum geldende wettelijke regels voor pakketreizen gelden.
5.3.
Volgens de wet is de reisorganisator verantwoordelijk voor de uitvoering van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, ongeacht of deze diensten door de organisator of door andere dienstverleners worden verricht. Indien een of meer reisdiensten niet conform de pakketreisovereenkomst worden uitgevoerd, zorgt de organisator dat de non-conformiteit wordt verholpen, tenzij dat onmogelijk is of onevenredig hoge kosten met zich brengt, rekening houdend met de mate van non-conformiteit en de waarde van de betreffende reisdiensten. Indien de organisator de non-conformiteit niet verhelpt met een beroep op deze uitzonderingen geldt dat de reiziger onder meer recht heeft op een passende prijsverlaging voor iedere periode waarin er sprake was van non-conformiteit, tenzij de organisator bewijst dat de non-conformiteit aan de reiziger is toe te rekenen.
5.4.
Het antwoord op de vraag of Corendon is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de pakketreisovereenkomst, zoals [eiser] stelt en Corendon betwist, is afhankelijk van de verwachtingen die [eiser] op grond van die overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben. [eiser] heeft verschillende tekortkomingen gesteld, die achtereenvolgens worden beoordeeld.
Eten/zieke gasten
5.5.
[eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat er in het resort onvoldoende voedsel voor alle gasten was en dat er verschillende gasten ziek waren geworden zodat [eiser] zich genoodzaakt voelde om buiten het resort te eten. [eiser] vordert de kosten van dit eten. Corendon heeft aangevoerd dat door de Coronapandemie de bezetting van het resort zeer laag was maar dat er desalniettemin een zeer ruim aanbod aan etenswaren was. Wat betreft de zieke gasten, heeft Corendon daar geen meldingen van ontvangen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] zijn stellingen onvoldoende onderbouwd. Hoewel [eiser] foto’s van de restaurants en de bakken met eten heeft overgelegd, blijkt daar niet uit dat er te weinig eten was voor alle gasten, noch dat het eten niet goed zou zijn. Dit heeft Corendon ook betwist. Het had op de weg van [eiser] gelegen om dit op een andere manier te onderbouwen. De door [eiser] overgelegde reviews die ook spreken over ondermaats eten, maakt dit niet anders nu het gaat om een enkele review en reviews subjectief zijn. Dat blijkt al uit het feit dat één van de overgelegde reviews spreekt over ‘redelijk eten’. Daarnaast heeft [eiser] nagelaten bonnetjes van de restaurants over te leggen waaruit blijkt dat hij buiten het resort heeft gegeten. De stelling dat er gasten ziek zijn geworden, heeft [eiser] ook onvoldoende onderbouwd. [eiser] heeft noch de stelling dat mensen op het resort ziek zijn geworden, noch de stelling dat dit kwam door het eten op het resort nader onderbouwd met stukken. De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan deze stellingen.
Faciliteiten
5.6.
[eiser] heeft verder gesteld dat verschillende faciliteiten niet open waren zoals de Loungebar, de Cuban Sigar Lounge en de fitnessruimte. Dit heeft Corendon niet betwist maar zij heeft aangegeven dat er een ruim aanbod aan faciliteiten, restaurants en bars wel beschikbaar was. Ook heeft Corendon [eiser] in het resort een alternatief geboden om alsnog gebruik te kunnen maken van een fitnessruimte op een andere locatie. Daar heeft [eiser] geen gebruik van willen maken. Daarnaast heeft [eiser] niet van te voren betaald om gebruik te maken van de Cuban Sigar Lounge. Daarnaast heeft Corendon voor het ontbreken van enkele faciliteiten een korting aan [eiser] aangeboden, die hij niet heeft geaccepteerd. Deze verweren van Corendon heeft [eiser] niet betwist. Maar gelet op het feit dat Corendon heeft erkend dat niet alle faciliteiten open waren en dit niet was vermeld op de site voordat [eiser] de reis boekte, is de kantonrechter van oordeel dat een prijsverlaging op zijn plaats is. De hoogte van de prijsverlaging zal hierna, met in achtneming van de andere omstandigheden, bepaald worden.
Bouwwerkzaamheden
5.7.
Ten aanzien van de bouwwerkzaamheden heeft [eiser] gesteld dat fase 1 nog helemaal niet afgerond was terwijl Corendon van te voren had aangegeven dat deze fase afgerond zou zijn. Corendon heeft daartegenin gebracht dat er slechts lichte werkzaamheden plaatsvonden in het hoofdgebouw van het resort. Uit de door [eiser] ter zitting getoonde foto’s en filmpjes blijkt dat er in het resort sprake was van meer dan lichte werkzaamheden. Op de filmpjes zijn duidelijk boor-, schuur- en timmerwerkzaamheden te horen. Hoewel niet duidelijk is geworden hoe laat deze werkzaamheden plaatsvonden, zijn dit geen lichte werkzaamheden bestaande uit lampen ophangen en het verven van de kozijnen zoals Corendon heeft betoogd. Deze werkzaamheden had [eiser] niet tijdens zijn vakantie hoeven te verwachten, zodat de reis ook op dit deel niet conform de pakketreisovereenkomst is uitgevoerd. Deze non-conformiteit is niet verholpen, althans dat heeft Corendon niet gesteld, zodat Corendon aansprakelijk is voor een passende prijsverlaging. De hoogte van de prijsverlaging wordt hierna bepaald.
Immateriële schadevergoeding
5.8.
[eiser] heeft een bedrag van € 500,00 aan immateriële schade gevorderd op grond van het ernstig ongerief dat hij deze vakantie heeft ondervonden. Zoals Corendon terecht heeft betoogd, heeft [eiser] deze vordering onvoldoende onderbouwd. Zo heeft [eiser] niet gesteld noch onderbouwd dat hij lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De stelling dat hij last heeft gehad van de bouwwerkzaamheden, is daartoe onvoldoende en heeft de kantonrechter reeds meegenomen in zijn oordeel. Het levert geen aparte grond op voor toewijzing van immateriële schade, teminder nu [eiser] ook de hoogte van het bedrag niet heeft onderbouwd.
Verletdagen
5.9.
Wat betreft de verletdagen volgt de kantonrechter de stelling van [eiser] niet dat hij deze dagen voor niets heeft moeten opnemen. [eiser] heeft immers de reis volledig afgemaakt en is niet eerder naar huis gegaan.
Voorwaardelijk verzoek ex artikel 843a Rv
5.10.
Op grond van artikel 843a Rv gelden verschillende voorwaarden voor inzage in of afgifte van bescheiden. Op grond van het eerste lid van artikel 843a Rv moet de verzoeker een rechtmatig belang hebben bij de inzage, het afschrift of het uittreksel en moet hij inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden over een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn. De voorwaarden ‘rechtmatig belang’ en ‘bepaalde bescheiden’ moeten in samenhang worden beoordeeld: verzoeker moet de bescheiden zo concreet mogelijk omschrijven, zodat duidelijk is waarop hij aanspraak maakt en getoetst kan worden of hij een rechtmatig belang bij die bescheiden heeft. Het is niet nodig dat de stukken waarvan afgifte wordt gevorderd stuk voor stuk omschreven worden, maar wel dat deze voldoende concreet in de vordering aangewezen worden (ECLI:NL:HR:2012:BW9244). Gelet op het reeds overwogene, is de kantonrechter van oordeel dat [eiser] geen belang (meer) heeft bij de vordering tot afgifte van de adresgegevens en telefoonnummers van andere reizigers. Hetzelfde geldt voor het verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor. Deze vordering wordt afgewezen.
Conclusie
5.11.
Gelet op al het bovenstaande is de pakketreisovereenkomst niet volledig conform uitgevoerd en voldeed de reis niet aan de verwachtingen die [eiser] mocht hebben. De kantonrechter is van oordeel dat een prijsverlaging van 20% van de totale reissom passend is en zal daarom de vordering van [eiser] toewijzen tot een bedrag van € 2.205,89 vermeerderd met de wettelijke rente.
5.12.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe Corendon zal worden veroordeeld, in totaal een bedrag van € 330,88.
5.13.
De proceskosten komen voor rekening van Corendon, omdat zij deels ongelijk krijgt. Daarbij wordt Corendon ook veroordeeld tot betaling van het nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Corendon tot betaling aan [eiser] van € 2.536,77 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.205,89 vanaf 10 juli 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Corendon tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 109,42
griffierecht € 507,00
salaris gemachtigde € 654,00;
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt Corendon tot betaling van € 109,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. M.L. van der Meij.
De griffier De kantonrechter