ECLI:NL:RBNHO:2022:5397

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
22 juni 2022
Zaaknummer
AWB - 22 _2652
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de geldigheid van een rijbewijs wegens cannabisgebruik en de afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening

Op 22 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de schorsing van de geldigheid van het rijbewijs van verzoeker, die betrokken was bij een verkeersongeluk. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J.C. Engels, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening, met als doel de schorsing van zijn rijbewijs op te heffen. De schorsing was opgelegd door de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verweerder), vertegenwoordigd door P.A. van Leerdam, naar aanleiding van een positieve speekseltest op THC na een ongeval op 27 december 2021. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij oordeelde dat de schorsing van het rijbewijs wettelijk verplicht was in deze omstandigheden. De voorzieningenrechter benadrukte dat het belang van verkeersveiligheid zwaarder weegt dan de financiële belangen van verzoeker, die door de schorsing zijn bedrijf niet kan uitoefenen. De uitspraak is gedaan in het openbaar en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/2652
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 juni 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. J.J.C. Engels)
en

de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verweerder)

(gemachtigde: P.A. van Leerdam).

Zitting

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 juni 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker en de gemachtigde van verweerder.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Inleiding

In deze uitspraak beslist de voorlopige voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker om de schorsing van zijn rijbewijs op te heffen.
Met het bestreden besluit van 2 mei 2022 heeft verweerder de geldigheid van het rijbewijs van verzoeker geschorst.
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Verzoeker is op 27 december 2021 als bestuurder van een auto betrokken geweest bij een ongeval (door een klapband verloor hij de macht over het stuur en is in de middenberm van de A2 terechtgekomen). De verbalisant nam waar dat verzoeker trilde en sloom reageerde. Een speekseltest was positief. Verzoeker heeft meegewerkt aan een bloedtest. Daaruit bleek dat zijn bloed 3,1 microgram per liter THC bevatte (grenswaarde is 3,0).
Verweerder heeft naar aanleiding van de mededeling van de politie verzoekers rijbewijs geschorst en hem een onderzoek opgelegd.
In de gegeven omstandigheden is verweerder wettelijk verplicht het rijbewijs te schorsen, Daarvan kan alleen in zeer uitzonderlijke gevallen worden afgeweken, omdat het gaat om dwingendrechtelijke regelgeving. Van een dergelijk uitzonderlijk geval is geen sprake. Hoewel het heel vervelend is dat verzoeker lang moet wachten op het psychiatrisch onderzoek, is dat geen reden om de schorsing op te heffen. Ook de omstandigheid dat hij door de schorsing van zijn rijbewijs zijn bedrijf niet kan uitoefenen, is dat niet. Het belang van verkeersveiligheid weegt zeer zwaar, zwaarder dan de (financiële) belangen van verzoeker.

Conclusie en gevolgen

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 juni 2022 door mr. M. Jurgens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.H. Bosveld, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.