ECLI:NL:RBNHO:2022:5390
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 3) wegens niet voldoen aan zelfstandigheidseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder. De eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 3), maar deze aanvraag werd afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat de eiser niet voldeed aan de voorwaarden die gesteld zijn in de Tozo 3, met name de eis dat de aanvrager op 17 maart 2020 als zelfstandige ingeschreven diende te zijn in het handelsregister.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser als commanditaire vennoot was ingeschreven en niet de volledige zeggenschap had over de onderneming. Dit betekent dat hij niet als zelfstandige kon worden aangemerkt volgens de definitie in de Tozo 3. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de eiser niet aan de voorwaarden voldeed, omdat hij niet voor de vereiste datum als zelfstandige geregistreerd stond. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de inschrijving in het handelsregister voor de beoordeling van de zelfstandigheid van een ondernemer. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder zijn rol binnen de commanditaire vennootschap en zijn betrokkenheid bij de onderneming, niet overtuigend geacht om aan te tonen dat hij aan de voorwaarden voldeed. De rechtbank heeft de beslissing van de verweerder om de aanvraag af te wijzen, als terecht en goed onderbouwd beoordeeld.