ECLI:NL:RBNHO:2022:5348

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
21 juni 2022
Zaaknummer
9665814 \ WM VERZ 22-49
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsoverschrijding op autosnelweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens een snelheidsoverschrijding op de autosnelweg. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 13 km per uur boven de toegestane snelheid. Hij heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 22 maart 2022 heeft betrokkene verklaard dat hij de weg meerdere keren per dag rijdt en altijd op de snelheid let. Hij stelde dat hij op het moment van flitsen werd ingehaald door een ander voertuig en vermoedde dat deze bestuurder de snelheidsovertreding had begaan. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat uit het dossier blijkt dat er zich geen andere voertuigen in het meetgebied van de mobiele radar bevonden. Betrokkene's voertuig bevond zich op de vierde rijbaan, en de kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende feiten of omstandigheden waren aangevoerd die de deugdelijkheid van de apparatuur of de waarneming van de verbalisant in twijfel trokken.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9665814 \ WM VERZ 22-49
CJIB-nummer : 2.40349274
Uitspraakdatum : 22 maart 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 maart 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 13 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelwegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A 1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene stelt ter zitting dat hij de betreffende weg meerdere keren per dag heen en weer rijdt en te weten dat er controle staat. Ik rij vele kilometers en heb in die 47 jaar nog nooit een bekeuring gehad. Ik hou me altijd aan de snelheid, aldus betrokkene. Betrokkene stelt dat hij op het moment van flitsen werd ingehaald door een ander voertuig en heeft het vermoeden dat de bestuurder van dat andere voertuig degene is die de snelheidsovertreding heeft begaan.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het niet mogelijk dat een ander voertuig de overtreding heeft begaan aangezien uit de stukken in het dossier blijkt dat er zich geen andere voertuigen in het meetgebied van de mobiele radar bevonden. Het voertuig van betrokkene reed op de vierde rijbaan (“lane 4” op de foto van de gedraging).
Betrokkene voert onvoldoende feiten en/of omstandigheden aan die ertoe aanleiding geven te twijfelen aan de deugdelijkheid van de apparatuur en/of de waarneming van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: