Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan betrokkene voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden. Betrokkene ontkende de gedraging niet, maar voerde aan dat hij door extreme weersomstandigheden, zoals sneeuw en ijs, niet in staat was om tijdig te remmen. Hij stelde dat hij zijn rijgedrag had aangepast en met een lage snelheid reed, maar desondanks door het kruispunt was gegleden.
De kantonrechter oordeelde dat een bestuurder altijd verantwoordelijk is voor het onder controle houden van zijn voertuig, ongeacht de omstandigheden. Echter, de rechter erkende de extreme weersomstandigheden en de lage snelheid van betrokkene als verzachtende factoren. Daarom besloot de kantonrechter om de boete te matigen tot de helft, tot een bedrag van € 125,00, met handhaving van de administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag terugbetaald. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier was ook aanwezig.