In deze zaak heeft HVC Energie B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van voorschotbedragen voor geleverde energie. De kantonrechter heeft op 12 januari 2022 uitspraak gedaan. HVC stelt dat [gedaagde] een bedrag van € 671,57 aan voorschotbedragen niet heeft betaald, en vordert in totaal € 828,64, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat hij de bedragen heeft betaald en dat de vordering is verjaard. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij heeft betaald. Daarnaast heeft HVC voldoende aangetoond dat de verjaring van de vorderingen tijdig is gestuit door middel van schriftelijke aanmaningen. De kantonrechter concludeert dat de vordering van HVC toewijsbaar is en wijst de tegenvordering van [gedaagde] af. De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde].