Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 20
- de akte vermeerdering van eis met productie 21 van de zijde van SCT
- de e-mail met producties 1 t/m 26 van de zijde van [gedaagde]
- de aanvullende producties 22 t/m 32 van de zijde van SCT
- de mondelinge behandeling van 7 juni 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
- de pleitnota van mr. Gonesh namens SCT
- de conclusie van antwoord tegens conclusie van eis in reconventie tevens houdende pleitaantekeningen van mr. Alblas namens [gedaagde].
- namens SCT: [betrokkene 1] en [betrokkene 2], bijgestaan door mr. Gonesh voornoemd,
- namens [gedaagde]: [betrokkene 3], bijgestaan door mr. Alblas voornoemd.
- [betrokkene 4] (belastingadviseur van SCT)
- een stagiaire van het kantoor van mr. Gonesh.
2.Feiten
2.4. SCT is opgericht op 14 april 2021, met [gedaagde] en [betrokkene 5] als bestuurders. SCT stelt dat [gedaagde] onrechtmatig grote bedragen van de bankrekening van SCT naar de bankrekeningen van [gedaagde] en haar zustervennoot Safesky Warehousing B.V. heeft weggesluist. [gedaagde] betwist dat zij onrechtmatig heeft gehandeld. Volgens [gedaagde] gaat het om betaling van de overeengekomen managementvergoeding en voor het overige om bedragen die [gedaagde] heeft veiliggesteld na vermoedens van verduistering door [betrokkene 5]. [gedaagde] geeft daarbij aan dat hij voornemens is het geschil voor te leggen aan de Ondernemerskamer.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.016,00