ECLI:NL:RBNHO:2022:5157

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juni 2022
Publicatiedatum
14 juni 2022
Zaaknummer
9760981 AO VERZ 22-25
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van een werknemer

In deze zaak heeft de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst met de verwerende partij, [verweerster], te ontbinden wegens (ernstig) verwijtbaar handelen. KLM stelt dat [verweerster] kosteloos tickets van haar zus en haar gezin heeft omgeboekt en hen heeft geprobeerd te upgraden naar businessclass, wat zij ontkent. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verweten handelingen voldoende zijn komen vast te staan en heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 juli 2022. Het tegenverzoek van [verweerster] tot toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding is afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster], waardoor herplaatsing niet aan de orde is. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat [verweerster] geen recht heeft op een transitievergoeding of billijke vergoeding, omdat de ontbinding het gevolg is van haar eigen handelen. De proceskosten komen voor rekening van [verweerster].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 9760981 \ AO VERZ 22-25
Uitspraakdatum: 7 juni 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
gevestigd te Amstelveen
verzoekende partij
verder te noemen: KLM
gemachtigde: mr. A.F. Tromp
tegen
[verweerster]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerster]
gemachtigde: mr. C.A. van der Vlist
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt KLM de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden omdat [verweerster] tickets van het gezin van haar zus kosteloos heeft omgeboekt en hen tot twee keer toe heeft geprobeerd te upgraden naar businessclass. [verweerster] ontkent. De kantonrechter vindt dat de verweten handelingen voldoende zijn komen vast te staan. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 juli 2022 wegens (ernstig) verwijtbaar handelen van [verweerster] (artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW). Het tegenverzoek van [verweerster] tot toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding wordt afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
KLM heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerster] heeft een verweerschrift ingediend, waarbij zij ook een tegenverzoek heeft gedaan.
1.2.
Op 10 mei 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Vóór de zitting heeft KLM bij brief van 3 mei 2022 nog stukken toegezonden. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Beide partijen hebben ook pleitaantekeningen overgelegd.

2.Feiten

2.1.
[verweerster] is op 1 mei 2018 bij KLM in dienst getreden in de functie van agent.
2.2.
De werkzaamheden van [verweerster] bestaan onder andere uit het afhandelen van vluchten voor KLM Cityhopper (hierna: KLC) en (soms) uit het verlenen van assistentie bij de afhandeling van KLM-vluchten.
2.3.
Het salaris van [verweerster] bedroeg laatstelijk € 1.851,24 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en een vaste eindejaarsuitkering.
2.4.
Op de arbeidsovereenkomst is de collectieve arbeidsovereenkomst voor KLM-grondpersoneel Nederland van toepassing.
2.5.
Bij de uitvoering van haar werkzaamheden is [verweerster] gebonden aan regels en procedures betreffende het omgaan met privacygevoelige gegevens, upgraden en omboeken. Volgens deze regels mogen medewerkers alleen systemen raadplegen als zij daarin uit hoofde van hun taak iets te zoeken hebben en is bij het uitvoeren van een upgrade toestemming van de duty passenger manager vereist.
2.6.
Omdat er op 3 januari 2022 bij KLM vermoedens waren gerezen dat [verweerster] frauduleuze handelingen had verricht met betrekking tot het upgraden en omboeken van vijf passagiers (het gezin [XX] , zijnde het gezin van [verweerster] ’s zus) heeft KLM Security Services een onderzoek ingesteld.
2.7.
Naar aanleiding hiervan is [verweerster] met ingang van 6 januari 2022 geschorst (met behoud van salaris). Zij is diezelfde dag gehoord door KLM Security Services.
2.8.
Bij e-mail van 10 januari 2022 heeft [verweerster] (vergeefs) geprotesteerd tegen de schorsing.
2.9.
Op 19 januari 2022 is [verweerster] nogmaals gehoord door KLM Security Services.
2.10.
KLM Security Services heeft (op basis van in de systemen gevonden gegevens, camerabeelden en gehouden interviews met medewerkers waaronder [verweerster] ) op 23 januari 2022 een onderzoeksrapport opgemaakt. In dit rapport (met bijlagen) is onder meer - samengevat - het volgende vermeld:
- Op 2 januari 2022 om 17:59 uur is onder het personeelsnummer van [verweerster] op gate B08 de reservering geraadpleegd van het gezin [XX] voor een KLM-vlucht van 3 januari 2022 naar Dubai. [verweerster] heeft naar zij heeft verklaard op die datum (vanaf 17.45 uur) een KLC-vlucht afgehandeld op die gate. [verweerster] had geen toegewezen taak met betrekking tot de vlucht naar Dubai.
- Op 2 januari 2022 tussen 20:13 en 20:20 uur is op gate D71 het gezin [XX] - zonder de daarvoor benodigde toestemming van de duty passenger manager – (kosteloos) ge-upgrade naar businessclass met betrekking tot de KLM-vlucht van 3 januari 2022 naar Dubai. Deze upgrade heeft plaatsgevonden onder het personeelsnummer van [AA] , aan wie [verweerster] op dat moment assistentie verleende bij het boarden van een KLM-vlucht naar Berlijn. [AA] heeft desgevraagd ontkend deze up-grade te hebben uitgevoerd. Op de tijdstippen waarop de upgrade is uitgevoerd heeft [verweerster] achter de computer op D71 gestaan.
- Het gezin [XX] heeft de vlucht van 3 januari 2022 uiteindelijk niet genomen doordat bepaalde documenten niet correct waren.
- Op 3 januari 2022 tussen 15:47 en 16:56 uur is op servicedesk D06 een (kosteloze) omboeking van het gezin [XX] ingevoerd naar een KLM-vlucht naar Dubai op 4 januari 2022 met als opgegeven reden ‘misconnection’. De omboeking vond plaats onder het personeelsnummer van stagiaire [BB] .
- Op 3 januari 2022 tussen 17:01 en 17:03 uur is achter diezelfde servicebalie D06 voor het gezin [XX] opnieuw een (kosteloze) upgrade naar business class doorgevoerd zonder de benodigde toestemming van duty passenger manager. Deze upgrade vond plaats onder het personeelsnummer van uitzendkracht [CC] .
- [BB] en [CC] waren op het moment van bovengenoemde overboeking respectievelijk upgrade niet meer aanwezig op servicebalie D06 omdat zij elders een vlucht aan het boarden waren. Zij hebben desgevraagd verklaard dat zij die middag achter servicebalie D06 hebben ingelogd, maar dat zij abusievelijk niet hebben uitgelogd voordat zij D06 verlieten. [verweerster] heeft verklaard op het moment van de omboeking en upgrade juist wel achter servicebalie D06 (achter de meest linker computer) gezeten te hebben en dat zij niet zelf heeft ingelogd, maar op de door anderen al ingelogde computer is gaan werken.
- De op 3 januari 2022 uitgevoerde upgrade is om 21.39 uur ongedaan gemaakt door mevrouw [DD] .
2.11.
Op 7 februari 2022 heeft KLM een hoor/wederhoorgesprek met [verweerster] gevoerd.
2.12.
In een gesprek op 15 februari 2022 heeft KLM aan [verweerster] meegedeeld dat zij een procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal starten, omdat [verweerster] ongeoorloofd de in het onderzoeksrapport genoemde handelingen met betrekking tot de omboeking en upgrades heeft verricht.
2.13.
[verweerster] heeft in de gevoerde gesprekken ontkend dat zij de haar verweten handelingen heeft verricht en verklaard geen wetenschap te hebben gehad van de vlucht van het gezin van haar zus.

3.Het verzoek

3.1.
KLM verzoekt de kantonrechter de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden,
primairwegens (ernstig) verwijtbaar handelen van [verweerster] (artikel 7:669 lid 3 onderdeel e van het Burgerlijk Wetboek (BW)) en
subsidiairwegens een verstoorde arbeidsverhouding (artikel 7:669 lid 3 onderdeel g BW), zonder rekening te houden met de opzegtermijn en zonder toekenning van een transitievergoeding.
3.2.
KLM legt – kort weergegeven – het volgende aan haar verzoek ten grondslag.
3.3.
KLM is ervan overtuigd dat [verweerster] al de in de het onderzoeksrapport beschreven handelingen met betrekking tot de vluchten van het gezin [XX] heeft verricht. [verweerster] is immers de enige constante in deze handelingen. Deze werden verricht onder haar nummer of zij was zij in de buurt van de computer waarop deze werden uitgevoerd. Ook heeft alleen [verweerster] een familierelatie met het betreffende gezin. Geen van de andere medewerkers heeft enig belang bij de handelingen.
3.4.
De verrichte handelingen zijn ongeoorloofd. De reservering voor de vlucht naar Dubai had [verweerster] op grond van de privacyregels niet mogen inzien, omdat zij uit hoofde van haar taak geen bemoeienis had met die vlucht. De upgrades heeft [verweerster] doorgevoerd zonder de vereiste toestemming van de duty passenger manager en zonder dat het gezin [XX] daarvoor heeft betaald. Bovendien werden bij de eerste upgrade vijf andere passagiers, die businessclass hadden geboekt, teruggezet naar de economyclass. Weliswaar zijn de upgrades uiteindelijk niet geëffectueerd, maar de omboeking heeft ten onrechte kosteloos plaatsgevonden doordat [verweerster] voor die handeling als (valse) reden ‘misconnection’ heeft opgegeven (in welk geval een omboeking voor de passagier gratis is).
3.5.
[verweerster] heeft (primair) ernstig verwijtbaar gehandeld. Niet alleen heeft zij meerdere malen fraude gepleegd en interne regels met voeten getreden, maar ook heeft zij KLM schade berokkend. Bovendien heeft [verweerster] gelogen door te ontkennen dat zij de handelingen heeft verricht.
3.6.
Voor zover de kantonrechter er niet van overtuigd is dat [verweerster] alle handelingen heeft uitgevoerd, heeft [verweerster] in ieder geval in strijd met de privacyregels de reservering van haar zus geraadpleegd en daarover gelogen. Ook heeft zij gelogen over de wetenschap die zij had omtrent de vlucht van haar zus. Verder heeft [verweerster] bij servicebalie D06 niet onder haar eigen inlog gewerkt. Met name het feit dat [verweerster] hardnekkig is blijven liegen maakt dat het vertrouwen van KLM zodanig is geschaad, dat de arbeidsovereenkomst (subsidiair) dient te worden ontbonden wegens een verstoorde arbeidsrelatie.
3.7.
Herplaatsing is niet aan de orde, omdat vertrouwen de basis is voor elke positie binnen KLM.
3.8.
[verweerster] komt geen transitievergoeding toe omdat [verweerster] een ernstig verwijt valt te maken van de reden voor de ontbinding.

4.Het verweer en het tegenverzoek

4.1.
[verweerster] verzoekt de kantonrechter primair om het verzoek van KLM af te wijzen.
Voor het geval de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen, verzoekt zij de kantonrechter (subsidiair) bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst rekening te houden met de opzegtermijn (van een maand) en om toekenning van een transitievergoeding van € 2.931,55 bruto en een billijke vergoeding van € 25.573,65, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze vergoedingen.
4.2.
[verweerster] voert hiertoe – samengevat - het volgende aan.
4.3.
Er is geen grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [verweerster] heeft de haar door KLM verweten handelingen namelijk niet verricht.
4.4.
Op 2 januari 2022 (17.59 uur) is [verweerster] niet in de gelegenheid geweest om reserveringsgegevens voor de vlucht van 3 januari 2022 naar Dubai op te zoeken, omdat zij de KLC-vlucht aan het boarden was. Bovendien was zij er niet mee bekend dat haar zus met haar gezin naar Dubai zou vliegen. [verweerster] heeft sinds oudejaarsavond 2021 ruzie met haar zus en heeft geen contact met haar gehad.
4.5.
Op 2 januari 2022 tussen 20.13 en 2020 uur assisteerde [verweerster] [AA] bij het boarden van de betreffende KLM-vlucht door het checken van de paspoorten en instapkaarten van de passagiers. [verweerster] had geen gelegenheid om tussendoor andere dingen te doen, omdat het ging om 130 passagiers die in korte tijd moesten worden gecontroleerd. Bovendien is [verweerster] er niet mee bekend hoe een upgrade bij KLM-vluchten werkt, omdat zij alleen de KLC-procedure kent. Overigens duurt deze procedure dermate lang dat deze niet in 7 minuten kan worden uitgevoerd. Er moet immers contact worden opgenomen met de ticketoffice en de manager en er moeten ook creditcardgegevens worden ingevuld. [verweerster] heeft alleen haar taak voor de volgende vlucht opgezocht.
4.6.
Ook de omboeking en upgrade op 3 januari 2022 (met betrekking tot de vlucht naar Dubai op 4 januari 2022) heeft [verweerster] niet verricht. Zij heeft zich op gate D06 voorbereid op haar vlucht en heeft in de tussentijd geen gelegenheid gehad om de door KLM gestelde handelingen uit te voeren. Meerdere werknemers hadden toegang tot de al ingelogde computers van [BB] en [CC] . Het feit dat [verweerster] op deze computers heeft gewerkt, leidt niet automatisch tot de conclusie dat zij de betreffende omboeking en de upgrade heeft doorgevoerd.
4.7.
Het is overigens niet juist dat het gezin van [verweerster] ’s zus niet mee kon op de vlucht van 3 januari 2022 doordat hun papieren door eigen toedoen niet in orde waren. Het gezin kon niet mee doordat nog een andere familie met de naam [YY] op de vlucht had gereserveerd. Hierdoor ging bij het inchecken iets verkeerd wat niet meer opgelost kon worden. [verweerster] verwijst naar de door haar overgelegde verklaring van haar zus. Het is dus niet onaannemelijk dat er ter compensatie een upgrade is aangeboden.
Als er iets bij de boeking en/of het inchecken bij de eerste vlucht verkeerd is gegaan, is ook niet onaannemelijk dat er met de upgrade iets verkeerd is gegaan.
4.8.
[verweerster] kan de uitkomsten van het onderzoek niet verklaren. Zij staat bekend als een betrouwbare kracht. Bovendien heeft KLM niet toegelicht waarom er met de systemen niet gemanipuleerd zou kunnen worden. KLM heeft echter geweigerd een nieuw en zo nodig extern onderzoek te laten uitvoeren.
4.9.
Het is begrijpelijk dat KLM het incident rond de onderzochte handelingen hoog heeft opgenomen, maar haar houding jegens [verweerster] is daarbij niet correct geweest. KLM heeft geen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verweerster] (de ruzie met haar zus en depressieve klachten). De verhoren heeft [verweerster] als zeer intimiderend ervaren en waren er enkel op gericht haar te laten bekennen. Bovendien blijkt uit WhatsApp-berichten van collega’s dat door leidinggevenden op de werkvloer over het incident is gesproken en dat daarbij ook is gedeeld dat [verweerster] fraude heeft gepleegd. En toen KLM ter ore kwam dat [verweerster] inmiddels werkzaamheden als zelfstandige is gaan verrichten heeft KLM gesuggereerd dat [verweerster] het dienstverband het beste zou zelf zou kunnen opzeggen. Deze werkzaamheden verricht [verweerster] echter slechts vier uur per week en zijn niet strijdig met de werkzaamheden van [verweerster] als agent bij KLM.
4.10.
Al met al is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster] geen sprake. Voor zover er al sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsverhouding, wat [verweerster] betwist, ligt de oorzaak hiervan in de houding van KLM.
4.11.
In geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft [verweerster] recht op een transitievergoeding. Ook heeft zij recht op een billijke vergoeding omdat KLM, gelet op de door haar ingenomen houding, ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak allereerst om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
5.2.
De kantonrechter stelt vast dat in deze zaak geen sprake is van een opzegverbod dat aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat (artikel 7:671b lid 2 BW).
5.3.
Uit artikel 7:671b lid 2 BW in verbinding met 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van [verweerster] binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In artikel 7:669 lid 3 BW is nader omschreven wat onder een redelijke grond moet worden verstaan.
5.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is er een redelijke grond voor ontbinding. Daarover overweegt de kantonrechter het volgende.
Het inzien van de reservering op 2 januari 2022
5.5.
[verweerster] heeft niet betwist dat op 2 januari 2022 om 17.59 uur op gate B08 de reservering van het gezin [XX] voor de vlucht van 3 januari 2022 onder haar personeelsnummer is geraadpleegd, terwijl [verweerster] op die gate een KLC-vlucht aan het afhandelen was.
5.6.
Het verweer dat [verweerster] tussen haar werkzaamheden door niet in de gelegenheid is geweest die reservering in te zien wordt verworpen. [verweerster] heeft onvoldoende weersproken dat passagiers tegenwoordig vaak zelf inchecken en dat lang niet alle paspoorten hoeven te worden gecontroleerd, zodat er regelmatig een ‘gat’ valt waarin iets anders kan worden gedaan dan boardingswerkzaamheden.
5.7.
Evenmin heeft [verweerster] voldoende aannemelijk gemaakt dat zij niet op de hoogte was van de vlucht van haar zus. De door [verweerster] aangevoerde omstandigheid dat zij sinds oudejaarsavond 2021 ruzie met haar zus had is daartoe onvoldoende, omdat de boeking (onweersproken) al op 1 december 2021 is gedaan. Bovendien is het mogelijk dat [verweerster] via een ander (familielid) op de hoogte is gesteld van deze vlucht.
5.8.
[verweerster] heeft ter zitting nog aangevoerd dat ook collega’s haar zus kennen, zodat die mogelijk de haar verweten handelingen, waaronder het inzien van de reservering, hebben uitgevoerd. [verweerster] heeft daarbij echter niet concreet aangegeven om welke collega’s het dan gaat en of die ten tijde van het inzien van de reservering (en tijdens het uitvoeren van de hierna te bespreken handelingen) bij de betreffende gate aanwezig waren. De kantonrechter gaat dan ook aan dit verweer voorbij.
De op 2 januari 2022 uitgevoerde upgrade
5.9.
Hoewel de op 2 januari 2022 tussen 20.13 en 20.20 uur op gate D71 uitgevoerde upgrade onder het personeelsnummer van [AA] is verricht, staat als door [verweerster] niet betwist wel vast dat [verweerster] op dat moment op die gate achter de computer heeft gestaan. [verweerster] heeft ook niet betwist dat op gemaakte camerabeelden (waarvan als productie 12 bij het verweerschrift een transcriptie is overgelegd) te zien is dat [AA] op de betreffende tijdstippen juist niet achter de computer aan het werk was, maar bezig was met andere werkzaamheden. Gesteld noch gebleken is dat er een andere persoon in de buurt is geweest die de upgrade heeft kunnen uitvoeren.
5.10.
Het ook in dit verband door [verweerster] gevoerde verweer dat zij onvoldoende tijd zou hebben gehad om tussen het controleren van de paspoorten en instapkaarten door iets anders te doen wordt verworpen, gelet op hetgeen hiervoor (onder 5.6.) al is overwogen. Overigens bevestigt [AA] in haar (als productie 12 bij het verweerschrift overgelegde) verklaring dat het wel degelijk mogelijk is tegelijkertijd te boarden en te upgraden.
5.11.
Het verweer dat [verweerster] de upgrade-procedure van KLM niet kent wordt gepasseerd, omdat [verweerster] ter zitting niet heeft weersproken dat deze procedure dezelfde is als die van KLC.
5.12.
Ook heeft [verweerster] niet aannemelijk gemaakt dat de upgrade-procedure niet in 7 minuten kan worden uitgevoerd. Daarbij is van belang dat [verweerster] niet heeft weersproken dat in dit geval de vereiste toestemming van de manager niet is gevraagd en dat voor een kosteloze upgrade geen creditcardgegevens hoeven te worden ingevuld.
De op 3 januari 2022 uitgevoerde omboeking en upgrade
5.13.
Als door [verweerster] erkend staat vast dat zij op 3 januari 2022 op de tijdstippen van de omboeking (tussen 15.47 en 16.56 uur ) en de upgrade (tussen 17.01 en 17.03 uur) heeft gewerkt op de door [BB] en [CC] reeds ingelogde computers, terwijl [BB] en [CC] op dat moment elders waren. [verweerster] heeft niet geconcretiseerd waarom zij tussen haar werkzaamheden door geen gelegenheid heeft gehad om de omboeking en de update uit te voeren. Evenmin heeft zij concreet aangegeven welke andere werknemers toegang tot de betreffende computer zouden hebben gehad.
5.14.
Het verweer dat de op 3 januari 2022 uitgevoerde upgrade voor de vlucht van 4 januari 2022 mogelijk is aangeboden ter compensatie van gemaakte fouten tijdens het inchecken op de vlucht van 3 januari 2022 slaagt niet. Dit verweer is gemotiveerd door KLM weerlegd. Uit de door KLM overgelegde passagierslijst blijkt niet dat er nog een andere familie met de naam [YY] op de betreffende vlucht had gereserveerd behalve het gezin van [verweerster] zus. Verder staat in de overlegde verklaring van [verweerster] zus als reden voor het niet kunnen inchecken vermeld dat niet alle gegevens en papieren compleet waren, zonder dat daarbij is aangegeven dat dit niet aan hun eigen handelen te wijten zou zijn geweest.
5.15.
Overigens verklaart de gestelde verwarring tijdens het inchecken op 3 januari 2022 ook niet dat er al op 2 januari 2022 een (eerste) upgrade is gegeven.
Nieuw/extern onderzoek?
5.16.
De kantonrechter gaat ervan uit dat de gegevens uit de systemen waarop het onderzoek van KLM Security Services is gebaseerd juist zijn. KLM heeft ter zitting onweersproken gesteld dat de systemen en computers eigendom zijn van Schiphol en dat KLM daar gegevens uit kan halen. Er zijn geen aanknopingspunten om aan te nemen dat die gegevens zijn gemanipuleerd. Bovendien heeft [verweerster] erkend dat zij op de tijdstippen waarop de haar verweten handelingen zijn verricht steeds op de betreffende gates aanwezig is geweest. [verweerster] heeft niet duidelijk gemaakt wat de aanvullende waarde van een nieuw/extern onderzoek zou zijn en wat dan precies nader onderzocht zou moeten worden.
(Ernstig) verwijtbaar handelen
5.17.
Gelet op wat hiervoor is overwogen is de kantonrechter van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [verweerster] de vier handelingen die haar door KLM worden verweten heeft verricht. Dit betekent dat zij de tickets van haar zus en haar gezin kosteloos heeft omgeboekt en dat zij tot twee keer toe heeft geprobeerd hen (de eerste keer ten koste van anderen die wel businessclass hadden geboekt) te upgraden. Dit handelen dient naar het oordeel van de kantonrechter als ernstig verwijtbaar handelen te worden aangemerkt. Uit de verklaringen die [verweerster] bij KLM Security Services heeft afgelegd blijkt dat zij wist dat het (kosteloos) upgraden zonder toestemming van de leidinggevende niet is toegestaan. Het kosteloos omboeken op grond van een valse reden (misconnection) is ook evident niet toelaatbaar. Overigens heeft [verweerster] ter zitting (op zichzelf) erkend dat deze handelingen niet door de beugel kunnen.
Herplaatsing ligt niet in de rede
5.18.
Omdat sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen van [verweerster] , ligt herplaatsing binnen een redelijke termijn niet in de rede (artikel 7:669 lid 1 BW).
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
5.19.
De conclusie is dat de kantonrechter het ontbindingsverzoek van KLM zal toewijzen op de daartoe primair daartoe aangevoerde grondslag (artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW). De kantonrechter zal (met toepassing van artikel 7:671b lid 9 onderdeel b BW) de arbeidsovereenkomst ontbinden per 1 juli 2022 zonder rekening te houden met de opzegtermijn van een maand.
Geen transitievergoeding
5.20.
Omdat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster] , zal haar geen transitievergoeding worden toegekend (artikel 7:673 lid 7 onderdeel c BW). Het desbetreffende tegenverzoek van [verweerster] zal dus worden afgewezen.
Geen billijke vergoeding
5.21.
De kantonrechter ziet ook geen aanleiding om aan [verweerster] een billijke vergoeding toe te kennen zoals door [verweerster] is verzocht. Een billijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever (artikel 7:671b lid 9 onderdeel c BW). Dat zal zich alleen voordoen in uitzonderlijke gevallen en als een werkgever de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst in ernstige mate schendt (
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Zoals hiervoor door de kantonrechter is geoordeeld, is de ontbinding het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster] . Van ernstig verwijtbaar handelen van KLM is niet gebleken.
5.22.
Omdat aan de ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen billijke vergoeding wordt verbonden, hoeft KLM geen gelegenheid te krijgen het verzoek in te trekken.
Proceskosten
5.23.
De proceskosten inzake het ontbindingsverzoek van KLM komen voor rekening van [verweerster] , omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster] .
5.24.
De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten inzake het tegenverzoek van [verweerster] te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juli 2022;
6.2.
veroordeelt [verweerster] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van KLM tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 747,00 ;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
het tegenverzoek
6.4.
wijst het tegenverzoek af;
6.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter