ECLI:NL:RBNHO:2022:5110

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juni 2022
Publicatiedatum
13 juni 2022
Zaaknummer
HAA 22/2357
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing natuurvergunning muziekfestival in Het Twiske

Op 3 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarin Stichting Hart voor het Twiske een voorlopige voorziening heeft verzocht tegen de verleende natuurvergunning aan Dekmantel B.V. voor het organiseren van het muziekfestival 'Lentekabinet' in recreatiegebied Het Twiske. De stichting betoogde dat het festival schadelijke effecten zou hebben op het Natura 2000-gebied, met name door stikstofdepositie en verstoring van (broed)vogels door licht, geluid en optische verstoring. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vergunning niet geschorst hoefde te worden, omdat de vergunningvoorschriften voldoende waarborgen bieden voor de beperking van stikstofuitstoot en de passende beoordeling niet toereikend was weerlegd door de stichting. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van Dekmantel B.V. om het festival door te laten gaan zwaarder wegen dan de belangen van de stichting. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/2357
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 juni 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
Stichting Hart voor het Twiske, uit Oostzaan, verzoekster,
gemachtigden: mr. M.T. Hoen, advocaat te Wijnjewoude, en mr. drs. [naam 1] , lid van de Raad van Toezicht van de Friese Milieufederatie,
en
gedeputeerde staten van Noord-Holland,verweerder,
gemachtigde: mr. H.A. Schoordijk, in dienst van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.
Als derde-partijen nemen aan het geding deel:

1.de besloten vennootschap Dekmantel B.V.,uit Amsterdam,

gemachtigde: mr. M. Diepenhorst, advocaat te Amsterdam
alsmede:

2.Recreatieschap Twiske-Waterland,

gemachtigde: [naam 2] , werkzaam bij Recreatie Noord-Holland N.V.
Procesverloop
Bij besluit van 9 mei 2022 (het besluit) heeft verweerder aan Dekmantel B.V. een vergunning verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor het organiseren van een twee dagen durend jaarlijks terugkerend muziekfestival (“Lentekabinet”) in de laatste drie weekenden van mei of de eerste twee weekenden van juni in recreatiegebied Het Twiske. De vergunning is verleend voor de periode van 28 mei 2022 tot en met 28 mei 2026.
Verzoekster heeft tegen dit besluit op 16 mei 2022 beroep ingesteld. Voorts heeft zij een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend. Zij verzoekt schorsing van het besluit. Bij brief van 20 mei 2022 heeft verzoekster de gronden van haar verzoek aangevuld.
Verweerder heeft bij brief van 23 mei 2022 op de zaak betrekking hebbende stukken ingediend.
Bij brief van 18 mei 2022 heeft Dekmantel B.V. verzocht te worden aangemerkt als derde-partij.
Recreatieschap Twiske-Waterland heeft bij brief van 25 mei 2022 de rechtbank gevraagd om hem als derde-partij in deze procedure aan te merken. Op 31 mei 2022 heeft het Recreatieschap Twiske-Waterland een inhoudelijke reactie gegeven in de ‘Reactienota Recreatieschap Twiske-Waterland’.
Bij brief van 1 juni 2022 heeft verzoekster het door mr. drs. [naam 1] opgestelde rapport ‘Het project Lentekabinet is
NIETPassend Beoordeeld’ van 1 juni 2022 overgelegd met een reeks bijlagen, waaronder het rapport “Verstoring van vogels door recreatie (deel 1 Hoofdrapport) van 31 maart 2022: een Literatuurstudie van verstoringsgevoeligheid en overzicht van maatregelen”, opgesteld in opdracht van Vogelbescherming Nederland door: [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] . Voorts heeft zij met de brief overgelegd het “Evaluatierapport Natura 2000 beheerplan Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske van SWECO” van 16 december 2021.
Bij brief van 1 juni 2022 heeft verzoekster een berekening met de AERIUS-calculator overgelegd over uitstoot en depositie van stikstof als gevolg van het festival Lentekabinet.
Dekmantel B.V. heeft op 1 juni 2022 gereageerd op het verzoek om een voorlopige voorziening.
Verweerder heeft bij brief van 1 juni 2022 aangegeven dat hij zich aansluit bij de reactie van Dekmantel B.V. Bij deze brief was gevoegd een plattegrond van Recreatiegebied Het Twiske.
Op 2 juni 2022 heeft Dekmantel B.V. een door Adviesbureau E.C.O. Logisch B.V. opgestelde “Tussentijdse rapportage Broedvogelonderzoek Lentekabinet Twiske; Ecologische begeleiding broedvogels” van 2 juni 2022 overgelegd, waarin dat bureau zijn inventarisaties en bevindingen uit de periode 11 mei 2022 tot 2 juni 2002 heeft neergelegd alsmede de getroffen maatregelen heeft beschreven voor broedende vogels op het festivalterrein.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 juni 2022 op zitting behandeld. Verzoekster is vertegenwoordigd door haar drie bestuurders, waaronder [naam 6] , [functie] , en [naam 7] , bijgestaan door de gemachtigden. Voor verweerder zijn verschenen zijn gemachtigde, vergezeld van mr. [naam 8] en [naam 9] , die ook werkzaam zijn bij de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Dekmantel B.V. is verschenen bij haar gemachtigde. Hij werd vergezeld door [naam 10] en [naam 11] , beiden verbonden aan Dekmantel B.V. alsmede [naam 12] , werkzaam als [functie] bij Tauw B.V. Voor Recreatieschap Twiske-Waterland is verschenen de gemachtigde.
Het verzoek is gelijktijdig behandeld met het door verzoekster ingediende verzoek om een voorlopige voorziening hangende bezwaar gericht tegen een door het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan verleende omgevingsvergunning voor het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan voor muziekfestival Lentekabinet vanaf 28 mei 2022 tot 10 juni 2022 (zaaknummer HAA 22/2461) .
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter mondeling uitspraak gedaan in beide zaken. De motivering van de uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Inleiding
1.1
Dekmantel B.V. is voornemens om in recreatiegebied Het Twiske jaarlijks een twee dagen durend (muziek)festival (bekend als: Lentekabinet) te organiseren. Voor het festival wil zij maximaal 16.000 bezoekers per dag toelaten. Het festival duurt elke dag van rond het middaguur tot middernacht. In 2022 staat het festival gepland voor 4 en 5 juni.
1.2
Recreatiegebied Het Twiske maakt onderdeel uit van het Natura 2000-gebied ‘Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske’ (hierna: het Natura 2000-gebied). In het aanwijsbesluit van 23 mei 2013 is het gebiedsdeel Het Twiske binnen het Natura 2000-gebied (alleen) als vogelrichtlijn-gebied aangewezen. Dat betekent dat de te beschermen doelen voor het Twiske de instandhoudingsdoelen van de Vogelrichtlijn [1] betreffen. De andere delen van het Natura 2000-gebied zijn (mede) aangewezen als natuurbeschermingsgebied als bedoeld in de Habitat-richtlijn [2] .
1.3
Bij het besluit heeft verweerder aan Dekmantel B.V. de vergunning verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, Wnb voor het organiseren van een twee dagen durend jaarlijks terugkerend muziekfestival in de laatste drie weekeinden van mei of de eerste weekeinden van juni aan de Noorderlaaik 1 te Oostzaan (in recreatiegebied Het Twiske). De vergunning heeft verweerder verleend voor de periode van 28 mei 2022 tot en met 28 mei 2026. Verweerder concludeert in het besluit mede op basis van door Dekmantel B.V. aangeleverde gegevens, waaronder een “Passende beoordeling festival Lentekabinet” van Tauw B.V. van 21 januari 2022, een “Stikstofdepositie-onderzoek” van 24 januari 2022 en een AERIUS-berekening van dezelfde datum - een aantal voorschriften in de vergunning mede in aanmerking genomen - dat geen sprake is van significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
1.4
Hoewel voor onderhavige zaak niet direct relevant merkt de voorzieningenrechter op dat hij bij uitspraak van 25 mei 2022 (zaaknummer HAA 22/2424) een ander verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster heeft afgewezen vanwege het ontbreken van connexiteit met een lopende bezwaar- of beroepszaak. Dat verzoek had betrekking op een verzoek aan verweerder van 19 mei 2022 om handhaving dat verzoekster in verband met (de werkzaamheden in verband met) het festival bij verweerder heeft ingediend. Ten tijde van de zitting in deze zaak was een beslissing op het handhavingsverzoek (nog) niet bekend.
1.5
Verzoekster voert - kort zakelijk weergegeven - ter onderbouwing van haar verzoek in wezen aan dat niet de zekerheid is verkregen dat het festival de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied niet zal aantasten en dat haar belang bij de bescherming van het Natura 2000-gebied en zijn (strikt) beschermde soorten zwaarder weegt dan het belang van Dekmantel B.V. bij het houden van het festival. Zij stelt, dat vaststaat dat de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied nu al niet worden gehaald, dat de passende beoordeling die aan de vergunningverlening ten grondslag ligt, ondeugdelijk is en dat de berekening van de stikstofdepositie onjuist is, omdat wel sprake is van significante stikstofdepositie op daarvoor gevoelige, beschermde habitats. Zij wijst er op dat het evenement plaats vindt in het broedseizoen en stelt dat er verstoring zal plaatsvinden van vogels (en andere dieren) door licht, geluid en doordat de mensenmassa’s voor de dieren zichtbaar zullen zijn (optische verstoring), waardoor afbreuk wordt gedaan aan de instandhoudings- en verbeterdoelstellingen die zijn opgesteld voor het Natura 2000-gebied.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
2.1
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in de bodemprocedure niet.
2.2
Gelet op artikel 2.7, tweede lid, Wnb is het verboden zonder vergunning van gedeputeerde staten een project (dit is in dit geval het festival) te realiseren dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. In artikel 2.8 Wnb is vervolgens, voor zover voor de onderhavige beoordeling van belang, in het tweede lid bepaald dat gedeputeerde staten voor het project uitsluitend een vergunning verlenen, indien uit een passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat het project de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zal aantasten.
2.3
De voorzieningenrechter doet het verzoek om voorlopige voorziening af op basis van een belangenafweging waarbij hij de kans van slagen van het beroep meeweegt
.Deze spoedprocedure leent zich niet voor een uitgebreid feitenonderzoek. Dat onderzoek dient - zo nodig - te zijner tijd plaats te vinden bij de behandeling door de rechtbank van de bodemprocedure.
3.1
Het betoog van verzoekster dat het muziekfestival stikstofdepositie veroorzaakt die in de weg staat aan verlening van de vergunning op grond van de Wnb, volgt de voorzieningenrechter niet.
3.2
Verweerder heeft als voorschrift aan de vergunning verbonden, dat Dekmantel B.V. machines moet gebruiken met een zeer beperkte stikstofuitstoot. Aan de vergunning ligt een AERIUS-berekening [3] ten grondslag waarin wordt geconcludeerd dat die zeer beperkte stikstofuitstoot geen significante gevolgen heeft voor die delen van het Natura 2000-gebied die gevoelig zijn voor stikstofdepositie. In Recreatiegebied Het Twiske zelf zijn geen gebieden (habitats) die daarvoor gevoelig zijn, maar verder weg gelegen delen van het Natura 2000 gebied zijn dat in beginsel wel. Maar voor die stikstofgevoelige gebieden heeft de (toegestane) zeer geringe uitstoot volgens de berekening geen significante gevolgen.
3.3
Verzoekster heeft een eigen berekening overgelegd die uitgaat van hogere stikstofuitstoot van die machines. Die berekening kan vorenstaand oordeel niet anders maken, omdat Dekmantel B.V. niet van machines met een dergelijke hogere uitstoot gebruik mag maken gelet het relevante voorschrift in de vergunning. Als Dekmantel B.V. in de praktijk wel een dergelijke hogere uitstoot zou blijken te veroorzaken, is dat geen reden de vergunning thans onjuist te achten, maar zou dat een grond vormen voor handhavend optreden.
4.1
Vervolgens ligt de vraag voor of het festival met name als het gaat om geluid, licht en optische verstoring, zoals verzoekster stelt, significante gevolgen zal hebben voor de instandhoudingdoelstellingen van het Natura-2000 gebied, omdat vogels en andere dieren daardoor zo zeer worden gestoord dat zij daardoor niet langer in het Natura 2000-gebied kunnen verblijven.
4.2
Aan de verlening van de vergunning ligt onder meer de ‘Passende beoordeling festival Lentekabinet’ van 21 januari 2022 van Tauw ten grondslag. Deze rapportage is opgesteld door de ecologen [naam 12] en [naam 13] . In dit rapport wordt geconcludeerd dat mogelijke verstoring door licht, geluid en optische verstoring geen significante gevolgen zal hebben voor de instandhoudingsdoelstellingen van de in het gebied levende (broed)vogels. Dit rapport is opgesteld, zo is niet in geschil, door ter zake kundige ecologen. De voorzieningenrechter merkt dat rapport daarom vooralsnog aan als een deskundigenrapport. De voorzieningenrechter heeft thans geen, althans onvoldoende redenen om te twijfelen aan de juistheid van de conclusies in het rapport van Tauw over de gevolgen van de festivalactiviteiten voor de (beschermde) diersoorten in hun habitat.
4.3
Verzoekster heeft wel betoogd dat de conclusies vervat in het rapport geen stand kunnen houden, maar een (tegen)rapportage van een (andere) ter zake kundige ecoloog die gerede twijfel zaait aan de houdbaarheid van de conclusies van Tauw, heeft verzoekster niet overgelegd. Het door verzoekster overgelegde rapport van mr. drs. [naam 1] : ‘Het project Lentekabinet is
NIETPassend Beoordeeld’ van 1 juni 2022 is geen reden voor een ander oordeel. Dat stuk betreft een juridische analyse van de zaak, maar is geen - op ecologische deskundigheid gebaseerd - tegenrapport, die de bevindingen in het rapport van Tauw over verstoring van vogels (en andere dieren) aantasting van hun habitats door licht, geluid en optische verstoring voldoende overtuigend tegenspreekt.
4.4
Ter zitting is voorts het hiervoor reeds aangehaalde onderzoek Verstoring van vogels door recreatie van 31 maart 2022 ter sprake gekomen waarin de resultaten van een uitgebreide literatuurstudie zijn neergelegd naar de kennis over verstoring van vogels. Weliswaar wordt daarin geadviseerd om elke verstoring zoveel mogelijk te voorkomen maar dat onderzoek, zo is ter zitting ook besproken, wettigt niet de conclusie dat een festival als het onderhavige naar zijn aard reeds significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied, met name voor zover het gaat om (beschermde) vogelsoorten. Die studie brengt daarom niet mee dat de conclusies van Tauw in haar rapportage onjuist zijn.
4.5
Bij het vorenstaande oordeel heeft de voorzieningenrechter nog betrokken dat in het ‘Natura 2000 beheerplan Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske 2016-2022’ is voorzien in het houden van een beperkt aantal festivals in het recreatiegebied Het Twiske, zodat het festival in dat plan in beginsel mogelijk wordt gemaakt, dat er geen habitat wordt vernietigd in die zin dat delen van het recreatiegebied waar mogelijk vogels nestelen (moeten) worden ontzien en ook geen activiteiten of werkzaamheden zijn voorzien, die het gebied of delen daarvan als zodanig aantasten. Voorts weegt de voorzieningenrechter mee, dat met maatregelen in de vergunningsvoorschriften (mogelijke) verstoring van (broedende) vogels door licht, geluid en optische verstoring zoveel mogelijk wordt voorkomen en dat er ook geen negatieve effecten worden verwacht voor andere habitatsoorten.
5.1
Gelet op het vorenstaande komt de voorzieningenrechter tot het (voorlopig) oordeel dat niet kan worden gezegd dat de vergunning in de bodemprocedure geen stand zal houden. Bij die stand van zaken weegt het belang van Dekmantel B.V. om het festival door te laten gaan zwaarder dan het belang van verzoekster om dat te voorkomen.
Conclusie en gevolgen
6.1
Het verzoek wordt afgewezen. Het festival dat voor 4 en 5 juni aanstaande is gepland, mag doorgaan. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 juni 2022 door mr. R.H.M. Bruin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. Poggemeier, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Vogelrichtlijn: richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20).
2.Habitatrichtlijn: richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992 L 206).
3.De AERIUS calculator is het voorgeschreven instrument om te bepalen of stikstofuitstoot (significante) stikstofdepositie veroorzaakt op daarvoor gevoelige beschermde (Natura 2000) natuurgebieden.