Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De tenlastelegging
2.De voorvragen
3.De beoordeling van het bewijs
4.De kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De motivering van de sanctie
2. 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: Goednummer: 1260187, zwart)
7.De vorderingen van de benadeelde partijen
naastde schade die door toewijzing van de vordering tot affectieschade reeds wordt gedekt, is de rechtbank van oordeel dat dit deel van de vordering onvoldoende met concrete gegevens is onderbouwd, zodat die gestelde schade, naast de wel toewijsbare affectieschade, niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit onderdeel van de vordering dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
naastde schade die door toewijzing van de vordering tot affectieschade reeds wordt gedekt, is de rechtbank van oordeel dat dit deel van de vordering onvoldoende met concrete gegevens is onderbouwd, zodat die gestelde schade, naast de wel toewijsbare affectieschade, niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit onderdeel van de vordering dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
naastde schade die door toewijzing van de vordering tot affectieschade reeds wordt gedekt, is de rechtbank van oordeel dat dit deel van de vordering onvoldoende met concrete gegevens is onderbouwd, zodat die gestelde schade, naast de wel toewijsbare affectieschade, niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit onderdeel van de vordering dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
12 (twaalf) jaren.
2. 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: Goednummer: 1260187, zwart)
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro), als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro), als vergoeding voor de immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 20.000,00 (twintigduizend euro), als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van het bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 20.000,00 (twintigduizend euro), als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van het bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 15.014,30 (vijftienduizendveertien euro en dertig cent), bestaande uit € 14,30 als vergoeding voor de materiële schade en € 15.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van het bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.