ECLI:NL:RBNHO:2022:5049
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van juridische werkzaamheden en incassokosten
In deze zaak heeft de vennootschap onder firma [eiseres] een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens onbetaalde facturen voor juridische werkzaamheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] aan [eiseres] opdracht heeft gegeven voor het verrichten van deze werkzaamheden, zoals blijkt uit de opdrachtbevestiging. Ondanks de bewering van [gedaagde] dat de factuur betrekking heeft op een andere zaak, heeft hij dit niet verder onderbouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] de factuur van € 1.156,95, bestaande uit een hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten, moet betalen. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten en wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 5 september 2018. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen en de proceskosten voor rekening van [gedaagde] gesteld, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.