ECLI:NL:RBNHO:2022:5046
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplichtigheid aan de handel in cocaïne en MDMA
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 mei 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan de handel in cocaïne en MDMA. De zaak werd behandeld door een meervoudige strafkamer in Alkmaar. De verdachte was ten laste gelegd dat hij zijn woning ter beschikking had gesteld aan medeverdachten voor het verpakken en bewaren van verdovende middelen. De officier van justitie eiste een taakstraf, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. Tijdens de zitting op 16 mei 2022 werd duidelijk dat de verdachte niet de eigenaar van de woning was en dat de medeverdachte de sleutels had en daar regelmatig verbleef. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de activiteiten in de woning en dat hij deze ter beschikking had gesteld. De rechtbank concludeerde dat de medeplichtigheid niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.