ECLI:NL:RBNHO:2022:5019

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juni 2022
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
C/15/312257 / FA RK 21-276
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot eenhoofdig gezag van de vader over de minderjarigen

Op 9 juni 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende het gezag over twee minderjarigen. De vader had een verzoek ingediend voor eenhoofdig gezag over de kinderen, op verzoek van de moeder, die aangaf dat zij de komende periode nodig had om aan zichzelf te werken. De moeder heeft vertrouwen in de vader en verwacht dat hij goede beslissingen zal nemen voor de kinderen. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van eerdere beschikkingen en rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad adviseerde om een zorgregeling vast te stellen waarbij de kinderen wekelijks bij de moeder verblijven, maar de vader zou het eenhoofdig gezag krijgen omdat de moeder tijdelijk niet in staat was om dit uit te oefenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gezamenlijk gezag van partijen over de minderjarigen wordt beëindigd en dat de vader alleen het gezag over de kinderen toekomt. De zorgregeling is vastgesteld, waarbij de kinderen iedere zondag enkele uren bij de moeder verblijven, in aanwezigheid van de grootouders of de vader. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
zorgregeling en gezag
zaak-/rekestnr.: C/15/312257 / FA RK 21-276
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 9 juni 2022
in de zaak van:
[de vader],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. L.W. Castelijns, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
[de moeder],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. N.D. Groenewoud, kantoorhoudende te Nieuw-Vennep,
--betreffende--
[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ;
hierna mede te noemen: de kinderen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 28 juni 2021 en de daarin vermelde stukken;
- het aanvullend verzoekschrift, van de vader, ingekomen op 23 november 2021;
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van
18 februari 2022;
- de brief, van de advocaat van de vader van 7 maart 2022;
- de brief, van de advocaat van de moeder van 8 maart 2022.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 12 mei 2022 in aanwezigheid van partijen, de vader bijgestaan door mr. L.W. Castelijns en de moeder door mr. N.D. Groenewoud.
Tevens was ter zitting als informant aanwezig [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad).
1.3.
De minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]
zijn, gelet op hun leeftijd, in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken. Van deze gelegenheid hebben zij geen gebruik gemaakt.

2.De verdere beoordeling

zorgregeling
2.1.
Nadat partijen de rechtbank hebben bericht dat zij daarover overeenstemming hebben bereikt, heeft de rechtbank bij beschikking van 28 juni 2021 een tijdelijke zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen wekelijks op zondag van 10.30 uur tot 19.00 uur bij de moeder verblijven. Bij diezelfde beschikking heeft de rechtbank de definitieve beslissing over de zorgregeling aangehouden tot 28 december 2021 pro forma.
2.2.
De Raad heeft bij het rapport van 18 februari 2022 geadviseerd om een zorgregeling te bepalen waarbij de kinderen iedere zondag gedurende enkele uren bij de moeder verblijven in het bijzijn van de grootouders van moederszijde of de vader. Wanneer de moeder zich beter voelt, kan dit worden uitgebreid in overleg tussen de ouders.
2.3.
Bij brief van 8 maart 2022 heeft de advocaat van de moeder de rechtbank (onder meer) bericht dat partijen het eens over de door de Raad geadviseerde zorgregeling. De moeder is tot het eind van het jaar waarschijnlijk niet tot meer in staat. De verhouding tussen partijen is verbeterd, mede door de nieuwe partner van de vader.
2.4.
De rechtbank zal beslissen op de wijze als door de Raad geadviseerd.
gezag
2.5.
De vader heeft bij aanvullend verzoek van 24 november 2021, verzocht te bepalen om hem met het eenhoofdig gezag over de kinderen te belasten, ofwel een onderzoek door de Raad te lasten waarvan de gezagskwestie onderdeel uitmaakt, ofwel een mondelinge behandeling te plannen.
2.6.
De moeder voert als verweer tegen het aanvullend verzoek van de vader dat zij geen beslissingen over de kinderen belemmert en dat de kinderen niet klem of verloren dreigen te raken bij de instandhouding van de het gezamenlijk gezag. Zij kan wel instemmen met schorsing van haar gezag op grond van artikel 1:246 van het Burgerlijk Wetboek (BW), totdat zij weer in de mogelijkheid verkeert om het gezag uit te oefenen.
2.7.
De Raad heeft ter zitting naar voren gebracht dat het positief is dat de vader de kinderen veel ruimte geeft om naar de moeder te gaan en dat partijen veel gezamenlijke standpunten hebben. Het is in het belang van de kinderen dat de vader alleen beslissingen over de kinderen kan nemen omdat de moeder, buiten haar schuld om, niet in staat is om het gezag uit te oefenen.
2.8.
Ter zitting hebben partijen toegelicht dat de vader het verzoek heeft ingediend op verzoek van de moeder. De moeder heeft het zwaar en heeft de komende periode nodig om aan zichzelf te werken. Zij staat op de wachtlijst voor een intensieve behandeling van twee jaar en weet niet of ze in die periode altijd beschikbaar is om over belangrijke beslissingen te praten. De moeder heeft zoveel vertrouwen in de vader dat zij ervan uit gaat dat hij de goede beslissingen zal nemen, dat de omgang zal worden uitgebreid als dat weer kan en dat partijen weer het gezamenlijk gezag zullen aantekenen zodra het weer beter met haar gaat. De vader heeft dat bevestigd. In het belang van de kinderen wil hij dat de moeder goed voor zichzelf zorgt zodat zij weer een grotere rol in het leven van de kinderen kan spelen. Hij zal zijn partner niet samen met hem met het gezag belasten. De advocaat van de moeder heeft aangegeven dat zij verweer heeft gevoerd om de moeder tegen zichzelf te beschermen. Zij was er niet volledig van overtuigd dat de moeder de gevolgen van haar beslissing kan overzien. Hoewel de rechtbank dat begrijpt, hebben partijen naar het oordeel van de rechtbank ter zitting wel overwogen kunnen uitleggen waarom zij het in het belang van de kinderen achten dat de vader met het eenhoofdig gezag wordt belast. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
bepaalt dat het gezamenlijk gezag van partijen over de minderjarigen
[minderjarigen] :
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wordt beëindigd en dat de vader alleen het gezag over voornoemde minderjarigen toekomt;
3.2.
stelt de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt vast:
de voornoemde minderjarigen verblijven iedere zondag gedurende enkele uren bij de moeder in bijzijn van de grootouders van moederszijde of de vader. Wanneer de moeder zich beter voelt, kan dit in onderling overleg tussen de ouders worden uitgebreid;
3.3.
verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.A. Steinhauser, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E.J. van Schie als griffier en in het openbaar uitgesproken op
9 juni 2022.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.