ECLI:NL:RBNHO:2022:4950

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
8 juni 2022
Zaaknummer
9701332 CV EXPL 22-944
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremies en zorgkosten door zorgverzekeraar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V., rechtsopvolgster van Agis Zorgverzekeringen N.V., en een gedaagde die in persoon procedeerde. Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding van 7 februari 2022 een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die een basisverzekering en/of aanvullende verzekeringen bij Zilveren Kruis had afgesloten. De gedaagde heeft nagelaten de verschuldigde premies tijdig te betalen, wat heeft geleid tot een betalingsachterstand van € 1.724,42, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft aangevoerd dat zij vanwege haar financiële situatie niet in staat is om het bedrag in één keer te betalen en heeft verzocht om een betalingsregeling, welke door Zilveren Kruis is afgewezen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betalingsachterstand door de gedaagde niet is weersproken en dat de gevorderde hoofdsom toewijsbaar is. De wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toegewezen, omdat Zilveren Kruis aan de eisen van het Burgerlijk Wetboek heeft voldaan. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Zilveren Kruis voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de gedaagde, maar dat de gedaagde in verzuim is met de betaling van de vordering. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente en de proceskosten, en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De beslissing van de kantonrechter is dat de gedaagde moet betalen aan Zilveren Kruis en dat de proceskosten voor rekening van de gedaagde komen, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat Zilveren Kruis in de dagvaarding niet voldoende op het verweer van de gedaagde is ingegaan, wat heeft geleid tot een beperking in het salaris van de gemachtigde.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9701332 \ CV EXPL 22-944 KB
Uitspraakdatum: 1 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
De naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
rechtsopvolgster van Agis Zorgverzekeringen N.V.
gevestigd te Utrecht
eiseres
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederende in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding van 7 februari 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Zilveren Kruis heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft bij Zilveren Kruis een basisverzekering en/of aanvullende verzekeringen afgesloten.
2.2.
De hiervoor door [gedaagde] verschuldigde premies moeten iedere maand, voor het begin van de maand, door [gedaagde] zijn betaald.

2.De vordering en het verweer

2.1.
Zilveren Kruis vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 1.724,42.
2.2.
Zilveren Kruis legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] heeft nagelaten de premie op tijd te voldoen. Daarnaast heeft [gedaagde] ook zorgkostennota’s niet voldaan. Deze hebben betrekking op de kosten die Zilveren Kruis aan een zorgverlener heeft vergoed, maar die (achteraf gezien) niet of niet geheel onder de dekking vielen van de verzekering. [gedaagde] heeft in totaal een bedrag van € 2.007,47 onbetaald gelaten. Zilveren Kruis vordert ook € 26,59 aan rente en € 50,36 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw. [gedaagde] heeft via een betalingsregeling € 360,00 voldaan, zodat in totaal resteert € 1.724,42.
2.3.
[gedaagde] voert aan – samengevat – dat zij vanwege haar financiële situatie niet in staat is om het bedrag in één keer te betalen en Zilveren Kruis om een betalingsregeling heeft verzocht. Zilveren Kruis heeft dit verzoek afgewezen, waardoor er extra kosten worden gemaakt.

3.De beoordeling

3.1.
De (hoogte van de) betalingsachterstand is door [gedaagde] niet weersproken en staat daarmee vast. De gevorderde hoofdsom van Zilveren Kruis is dan ook toewijsbaar.
3.2.
Omdat [gedaagde] in verzuim is met betaling van deze vordering, is zij wettelijke rente verschuldigd. De kantonrechter zal de rente toewijzen zoals gevorderd is.
3.3.
Ook is [gedaagde] de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd van € 50,36 inclusief btw, omdat Zilveren Kruis aan [gedaagde] een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek en het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten overeenkomt met het in het toepasselijke Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. [gedaagde] voert aan dat de kosten zijn opgelopen omdat Zilveren Kruis geen betalingsregeling met haar heeft willen sluiten. Maar dat doet de verplichting van [gedaagde] om de buitengerechtelijke incassokosten te vergoeden, niet vervallen. Uit het dossier blijkt namelijk dat Zilveren Kruis voldoende heeft gedaan om deze kwestie buiten rechte op te lossen (zie ook hierna in 3.5.) De buitengerechtelijke incassokosten kunnen daarom in de gegeven omstandigheden in redelijkheid worden toegewezen.
3.4.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering geheel zal toewijzen.
3.5.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt. Voor zover [gedaagde] met haar verweer heeft bedoeld dat de kosten van de procedure niet voor haar rekening moeten komen, omdat zij Zilveren Kruis meerdere malen heeft verzocht een nieuwe betalingsregeling met haar te treffen en Zilveren Kruis onvoldoende rekening heeft gehouden met haar (financiële) situatie, faalt dat verweer. Op grond van de tussen partijen getroffen betalingsregeling had Zilveren Kruis - nadat [gedaagde] opnieuw premie onbetaald had gelaten - het recht de betalingsregeling te beëindigen en het restant in één keer op te eisen. De kantonrechter oordeelt dan ook dat Zilveren Kruis voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van [gedaagde] , maar dat zij - toen de betalingsachterstand verder op bleef lopen - in alle redelijkheid heeft mogen besluiten om de regeling te beëindigen en [gedaagde] te dagvaarden. Gezien de vele mogelijkheden die Zilveren Kruis [gedaagde] heeft gegeven om de achterstand te betalen voordat zij is overgegaan tot dagvaarden, kan het Zilveren Kruis niet worden verweten dat zij na het uitbrengen van de dagvaarding niet opnieuw een regeling met [gedaagde] heeft willen treffen. De door [gedaagde] geschetste omstandigheden die hebben geleid tot het niet correct nakomen van de eerdere betaalafspraken, doen daar niets aan af en komen voor haar risico en rekening. De wet geeft de kantonrechter geen mogelijkheid om Zilveren Kruis een betalingsregeling op te leggen. [gedaagde] zal hierover in overleg moeten treden met (de gemachtigde van) Zilveren Kruis.
3.6.
De kantonrechter ziet wel aanleiding om voor het salaris van de gemachtigde maar een procespunt toe te kennen, omdat Zilveren Kruis in de dagvaarding alleen in algemene termen is ingegaan op het verweer van [gedaagde] en daarmee niet aan haar inlichtingenplicht [1] heeft voldaan. Wat Zilveren Kruis in de akte over de eerdere betalingsregelingen heeft gesteld, had zij al in de dagvaarding moeten vermelden. De kantonrechter kent voor de akte daarom geen procespunt toe, omdat dat in dit geval geraden en redelijk voorkomt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Zilveren Kruis van € 1.724,42, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.647,47 vanaf 7 februari 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Zilveren Kruis tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 129,74
griffierecht € 365,00
salaris gemachtigde € 187,00 ;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)