Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 april 2021;
- het deskundigenbericht van 10 november 2021;
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiser] c.s. tevens houdende akte wijziging van eis van 15 december 2021;
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van Thunnissen c.s. van 12 januari 2022;
- de akte van [eiser] c.s. van 2 maart 2022;
- de antwoordakte van Thunnissen c.s. van 13 april 2022, waarin opgenomen het bezwaar tegen de door de rechtbank voorgeschreven aanpassing.
2.De verdere beoordeling
‘de oorzaak van de gebreken (plaatselijke aantasting door vocht, afbladderen en opbollen van stucwerk) zoals zichtbaar aan het oppervlak van de geschilderde-, gestukadoorde gevel- en kolomplinten is vocht (hemel- en grondwater) dat respectievelijk via het maaiveld en uit de grond in het stucwerk en in het baksteenmetselwerk, capillair, is binnengedrongen. Dit vocht heeft kunnen toetreden in het stuc- en metselwerk doordat het gedeelte gevel beneden maaiveldniveau, tot aan de betonfundatie, niet vochtdicht is afgewerkt.[pagina 13, punt 6.3.1]
(…) De gebruikte mortel (…)[is]
niet geschikt om te worden gebruikt als stucmortel op plintniveau, waarbij een deel van dit stucwerk beneden maaiveldniveau wordt toegepast, en dus direct en continu met vocht wordt belast.[pagina 13, punt 6.3.2.a]
(…) De gebreken zijn ontstaan door of ten gevolge van een technisch in onvoldoende mate uitgevoerd geveldetail, daar waar de gevelplintafwerking zowel boven als beneden maaiveldniveau is aangebracht. Beneden maaivelniveau is de gestukadoorde afwerking, uitgevoerd met een ongeschikt stucmateriaal, dat niet volledig tot op de betonfundatie is aangebracht en dat in het geheel niet (volledig) afgedicht is met een vochtdichte afwerklaag (bitumenemulsie- of liquidrubber afdichting). (…)[pagina 17, punt 6a]’
Toepassing’ onder meer: ‘
Strikocem MKL it is zowel bij binnen- en buitentoepassingen (…) geschikt op alle draagkrachtige ondergronden, met uitzondering van beton. (…) Strikocem MKL it is een uitstekende ondergrond voor alle Strikocem afwerklagen uit de mortelgroep CS-I(P-I) en CS-II(P-II) (…) en Strikolith sierpleisters.’ Echter staat daar ook dat ‘
Bij buitentoepassingen (…) de Strikocem MKL it niet als eindafwerking opgeleverd[kan]
worden.
Ter plaatse van het maaivelddetail Strikocem SLP -it sokkelpleister toepassen (…).’
De gebruikte mortel is (…) niet geschikt om te worden gebruikt als stucmortel op plintniveau, waarbij een deel van dit stucwerk beneden maaiveld wordt toegepast, en dus direct en continu met vocht wordt belast. Vanuit het technisch informatieblads Stirkolith MKL it wordt hieromtrent onder ‘toepassing:’ omschreven: ‘Ter plaatse van het maaiveld Strikocem SLP-it Sokkelpleister toepassen’.Dit is een ander type stucmateriaal dat aan het oppervlak wel beter bestand is tegen vochtbelasting en harder/stootvaster (CS-III) van samenstelling is. (…) De hier gebruikte mortel is ten aanzien vanvochtbelastingboven maaiveldniveau (bij toepassing van een eindafwerking zoals schilderwerk), wel geschikt, echter op basis van de beperkterehardheidvan deze afwerking (Strikolith MEP it of MKL it, type mortelgroep P-II en CS-II) is dit morteltype ongeschikt als plint- of sokkelafwerking.’ [pagina 13, punt 2.a]
een deelvan het stucwerk beneden maaiveld wordt toegepast, zoals plinten of sokkels, en de gebruikte mortel voor die laatste toepassingen ongeschikt acht. De rechtbank volgt het verweer van Thunnissen c.s. op dit punt dan ook niet.
ontstaanals gevolg van optrekkend vocht vanuit de grond naar de plint in de gevel veroorzaakt door een (volgens Thunnissen c.s. onvoorziene) stijging van de grondwaterstand, maar dat de verhoging van de grondwaterstand de schade heeft
verergerd. Zo schrijft de deskundige in zijn rapport: ‘
In deze situatie waarbij vochtinwerking (zakwater en grondwater) respectievelijk zijdelings en van onderuit de gevelconstructie het baksteenmetselwerk en de gestukadoorde afwerking binnendringt, zal bij verhoging van de grondwaterstand, een grotere hoeveelheid vocht vanuit deze zijde een versnelling betekenen van de vochtophoping in deze gevelconstructie en hiermee een nog grotere voortschrijding van het deformatieproces in de plintafwerking.’ [pagina 17, punt 6.b] De rechtbank begrijpt hieruit dat de schade zich óók, zij het later, zou hebben voorgedaan bij een lagere grondwaterstand, omdat de gevelplint niet (volledig) is afgewerkt met een vochtdichte afwerklaag. De rechtbank vindt voor die gevolgtrekking ook steun in de opvatting van de deskundige dat de levensduur van
‘een correct aangebrachte plintafwerking op basis van stuc- en verfwerk’[pagina 16, punt 5.b] zeker tientallen jaren zal kunnen belopen.
het binnendringen van vocht. Thunnissen c.s. lijken te miskennen dat vocht niet uitsluitend afkomstig is vanuit het grondwater, maar ziet op ‘
hemel- en grondwater’/ ‘
zakwater en/of grondwater’, aldus ook de deskundige. [pagina 13, punt 1]
Een juist uitgevoerd maaivelddetail is gebaseerd op het volledig onder en boven de grond aanbrengen van een geschikt type stucwerk systeem en een volledig vochtafdichting beneden maaiveldniveau.’ [pagina 17, antwoord op vraag 6a].
in 2006 meer kennis voorhanden is geweest over de toepassing van mortels als plintafwerking boven- en onder maaiveldniveau’ en dat door Thunnissen c.s. toen dus ‘
een andere, betere keuze gemaakt[had]
kunnen/moeten worden, waardoor de kans op schade kleiner zou zijn geweest.’ [pagina 14, antwoord op vraag 2.6) en ‘
De gebreken aan de stuclaag aan de buitenzijde van het Appartementengebouw zijn niet geheel of gedeeltelijk het gevolg van onvoldoende onderhoud.’ [pagina 17, antwoord op vraag 6a].
- ‘
- Het maskeren van het schoon baksteenmetselwerk en kozijnen.
- Het verwijderen van de bestrating over een breedte van minimaal 600 mm vanaf de gevels en rondom de kolommen.
- Het schuin uitgraven van de grond tot aan de bovenzijde van de betonfundatie.
- Het aanbrengen van een afdekking (stucloper of plastic) in de sleuf en het pneumatisch afhakken van de geschilderde-, gestukadoorde afwerking tot op het baksteenmetselwerk oppervlak.
- Het horizontaal aan de bovenzijde van de plinthoogte op de gevels en kolommen aanbrengen van stellaten (dikte bepaling nieuw stucwerk).
- Het schuin vanaf de bovenzijde van de plinthoogte naar de grond afschermen van deze plinten met plastic (ten behoeve van afscherming tegen regenval en een drogingsperiode).
- Het na een drogingsperiode (enige weken tot maanden) uitvoeren van vochtmetingen ter bepaling van het vochtgehalte.
- Bij voldoende droging een nieuw gevelstucsysteem aanbrengen volgens een op dit werk gericht schriftelijk verwerkingsadvies van de leverancier. De opbouw van het pleistersysteem dient minimaal te bestaan uit een vertin-, raap-, en afwerklaag. Dit met een vocht- en zoutbestendig – of een vocht- en zout sanerend pleistersysteem.
- Het na verharding en droging van het nieuwe plintstucwerk boven maaiveldniveau aanbrengen van een sol-silicaatgebonden verfsysteem. Dit volgens een op dit werk gericht schriftelijk verwerkingsadvies van de leverancier.
- Het beneden maaiveldniveau tegen de gevel- en kolomafwerking aanbrengen van een bitumemulsie- of liquid rubber afwerking en een noppenfolie. Voor deze gevels en rondom de kolommen een grindkoffer (eventueel met hierin een drainage leiding) toepassen.
- Het monteren van de hemelwaterafvoeren, dichten van de geul en herstellen van het straatwerk.
- Het terugplaatsen en/of vernieuwen van de beplanting.
- Afvoer puin/vuil en afdekmateriaal.’
‘Het herstel dient te worden uitgevoerd aan alle gevelzijden waar de gevel- of kolomplinten doorlopen tot onder maaiveldniveau’en het antwoord op vraag 8b, pagina 19:
‘Op de gevelgedeelten en kolommen waar de plintafwerking doorloopt tot onder het maaiveld dien de gehele geschilderde-, gestucadoorde afwerking, boven en beneden maaiveldniveau volledig te worden verwijderd tot op het baksteenmetselwerk oppervlak.’
De gebreken aan de stuclaag aan de buitenzijde van het Appartementengebouw (…) niet geheel of gedeeltelijk het gevolg[zijn]
van onvoldoende onderhoud.’ [pagina 17, antwoord op vraag 6a]. Dat van een wezenlijk nieuw voor oud voordeel sprake is, acht de rechtbank onder die omstandigheden onvoldoende aannemelijk.
2.163,00(3 punten × tarief € 721)