ECLI:NL:RBNHO:2022:4827

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
9476670 \ CV EXPL 21-6722
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • W.A. Aardenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke ontbinding van een aannemingsovereenkomst en vordering tot betaling van herstelkosten

In deze zaak heeft eiser, een aannemer, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een particulier, wegens onbetaalde facturen voor werkzaamheden aan de renovatie van trappen. De overeenkomst werd gesloten op 3 februari 2021, maar gedaagde heeft de betaling geweigerd, omdat zij ontevreden was over de kwaliteit van het geleverde werk. Eiser heeft een factuur van € 5.142,50 gestuurd, maar gedaagde heeft dit betwist en een tegenvordering ingediend, waarin zij stelt dat de werkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd en dat zij recht heeft op schadevergoeding voor herstelkosten en andere schade. Tijdens de zitting heeft gedaagde haar tegenvordering vermeerderd en eiser in gebreke gesteld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser niet in verzuim is geraakt, omdat hij bereid was om de gebreken te herstellen. Gedaagde heeft echter de overeenkomst ontbonden, wat de rechter niet volledig heeft toegewezen, maar wel gedeeltelijk. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde nog een bedrag van € 2.600,00 exclusief btw aan eiser moet betalen voor de traprenovatie, maar dat de overeenkomst voor het overige ontbonden wordt. Daarnaast heeft de rechter gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten en wettelijke rente over de verschuldigde bedragen. De tegenvordering van gedaagde is gedeeltelijk toegewezen, waarbij eiser is veroordeeld tot betaling van € 302,50 aan gedaagde voor gemaakte kosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9476670 \ CV EXPL 21-6722
Uitspraakdatum: 25 mei 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]handelend onder de naam
[handelsnaam]
wonende en zaakdoende [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
procederend in persoon
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. E.M.F. Opering

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 13 september 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 29 april 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [gedaagde] heeft ter zitting bij akte haar tegenvordering vermeerderd.

2.De feiten

2.1.
[eiser] en [gedaagde] hebben op 3 februari 2021 een aannemingsovereenkomst gesloten ten behoeve van het renoveren van twee trappen in de woning van [gedaagde] . Voorts zijn partijen overeengekomen dat een bedrag ter hoogte van € 50,00 in rekening zou worden gebracht per opgehangen lamp.
2.2.
Op 19 februari 2021 vindt Whatsappcommunicatie tussen [eiser] en (de dochter van) [gedaagde] plaats over de uitgevoerde werkzaamheden. Hieronder volgen de voor deze procedure relevante fragmenten uit die WhatsAppberichten.
[gedaagde]
Weet je [voornaam], we willen hier gewoon niet verder mee..dus wij willen morgen wat financiele dingen afhandelen en thats it. De deur hoeft voor ons geval ook niet meer en het “renoveren” van de trap ook niet.
[eiser]
Maar we hebben een contract
De bovenste kleine hout stukje heb ik al
Dan zet ik die morgen nog in
Dan laten we de deur als jullie daar zelf de voorkeur hebben (…)
[gedaagde]
Nee [voornaam], dat hoeft ook niet. Wij willen morgen kijken hoe wij jou tegemoet kunnen komen voor het werk dat je hebt geleverd maar helaas moet de trap gewoon eruit weer. Het werk is helaas zo slecht. Wij hebben een expert laten komen en het is niks waard. Maar morgen kunnen wij daar beter over praten. Zelf de lampen zijn niet goed gedaan. Wij dachten in zee te gaan met een professional maar wat hier is gedaan, is gewoon niet professioneel. (…)
[eiser]
Nee sorry dat gaan we niet doen
[gedaagde]
Wat gaan we precies niet doen?
[eiser]
Hele trap uithalen enz
Laat mij gewoon die laatste hout aanbrengen en de laatste tredes afkitten dan is het klaar
[gedaagde]
Dat is helaas geen discussie punt voor ons of jij het nou doet of een ander. Nogmaals, wij hebben gister een trap expert laten komen na dat je vader hier weg is gegaan en het is niks waard. De trap expert gaf aan dat dit nog geen eens 1500 euro waard is. De LED lampen hangen sinds vanochtend op 2 treden weer los. Het kit werk is niet goed. De onderkant van de traptreden zijn niet bekleed. Het materiaal is niet speciaal voor de trap. De trap kraakt nogsteeds en zo kan ik nog een hele lijst opnoemen. Er is niet goed geverft. Niet goed geschuurd. Al met al, het spijt om het te zeggen, maar jullie zijn niet vakkundig en vreselijk slordig
[eiser]
Hmm jammer dus jullie trekken de opdracht in?
[gedaagde]
Er is geen opdracht want je contract deugt niet maar gezien jullie zoveel tijd erin hebben gestoken willen wij jullie tegemoet komen. Maar [voornaam], dit is gewoon echt niet goed. Gewoon echt niet. De trapexpert vond dit ook schrikbarend slecht. Dus nogmaals je bent morgenochrend echt welkom zodat wij kunnen kijken hoe wij jullie tegemoet kunnen komen maar het gaat echt eruit en als jij dat niet doet moeten wij daar ook weer voor betalen dus ik hoop dat jij je dat ook realiseert.
[eiser]
Sorry maar willen jullie dan gewoon de afgesproken bedrag over maken
Dan kom ik ook niet langs
[gedaagde]
(…) Het is gewoon echt rommelwerk. Dus of je komt morgen langs om te kijken hoe we dit kunnen oplossen. Of je bent je tijd, materiaal en geld kwijt voor deze nonsense die je hier hebt geknutseld. (…)
[eiser]
Als jullie echt niet tevreden waren dan had ik het toch eerder gehoord…kijk dat stukje hout boven wil ik vervangen en de kitwerk ook maar wat ik beetje verdacht vind is dat op het moment van betalen in eens niks meer goed is en niet betaald wil worden
Maar goed is jullie keuze wij willen die 2 laatste puntjes met alle liefde doen
[gedaagde]
[voornaam], me moeder heeft vaker gezegd ook aan je vader dat het niet goed was. Er werd steeds gezegd “ja het wordt beter we zijn nog niet klaar ermee” etc etc. Gister toen k het kitwerk aan je vader liet zien was het ook van ja maar het is nog niet droog. Toen k gister aangaf dat het stuk pvc niet goed lag aan de zijde van de trap heeft je vader die er zonder pardon uit gerushed. Terwijl ik nog zei, wacht zo dat [voornaam] dit zelf kan zien.
(…)
[eiser]
Toen wij elkaar gisteren spraken zei je over kit werk en deur en ik zei dat lossen we op en nu is het dit…
[gedaagde]
Met alle liefde willen wij betalen voor wat het werk waard is maar dit is gewoon bij lange na geen 3600 euro waard
(…)
Nog even weer verduidelijken dat 2 van die ledstrips vandaag al loshangen.
(…)
[eiser]
De led lampen moeten gewoon hangen
Maar als die led lampen los zijn gekomen dan wil ik ze zeker weer vast zetten
Qua prijs houden wij ons aan de afspraak
En we komen graag morgen om die laatste stuk hout te plaatsen en de boel afkitten en als led-lampen los zijn gekomen weer vast te zetten
[gedaagde]
Je bent welkom om een financiële tegemoetkoming te bespreken en het geld van de lampen op te halen. Verder hoeft er niks gedaan te worden. Ik raad je aan om een bouwpatholoog in te huren als je het hier niet mee eens bent zodat het werk van de trappen getaxeerd kan worden.”
2.3.
[eiser] heeft op 19 februari 2021 een factuur ter hoogte van € 5.142,50 inclusief btw, met vervaldatum 31 maart 2021, naar [gedaagde] gestuurd.
2.4.
De voormalig gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde] bij brief van 13 april 2021 gesommeerd om tot betaling over te gaan.
2.5.
[gedaagde] heeft Renoveerjetrap.nl ingeschakeld om de trappen te beoordelen. In het opgestelde schaderapport van 14 juni 2021 wordt als volgt geconcludeerd:

Deze trap is uiterst slordig gerenoveerd. Om deze trap weer netjes te krijgen, zal de totale renovatie die is uitgevoerd, verwijderd moeten worden. Dit geld voor zowel de trede van PVC als het dichtzetten van de open trap. Hierna zullen de gaten van de bewegingsmelders hersteld moeten worden. De trap zal opnieuw geschilderd moeten worden. De kosten voor het herstellen van deze trap schat ik in op 1.500,00 euro excl. B.T.W.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling van € 5.967,96, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot de dag der algehele voldoening met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Aan zijn vordering heeft [eiser] - kort weergegeven - ten grondslag gelegd dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met betaling van de factuur. Zij was een bedrag van € 5.142,50 verschuldigd op grond van de overeenkomst tot aanneming van werk (het renoveren van de trap(pen)) in de woning van [gedaagde] en het ophangen van lampen. [eiser] maakt ook aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 764,88 (inclusief btw) en de rente tot datum dagvaarding ter hoogte van € 60,58.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat [eiser] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit overeenkomst. Bij de werkzaamheden en bij oplevering bleek dat de trappen ondeugdelijk zijn gerenoveerd. [gedaagde] heeft [eiser] in de gelegenheid gesteld om herstelwerkzaamheden uit te voeren, ondanks het feit dat zij daartoe niet hoefde over te gaan. [eiser] heeft echter aangegeven dat hij hiertoe niet bereid was. [gedaagde] mocht hieruit afleiden dat [eiser] in de nakoming van de verbintenis tekort zou schieten en heeft rechtmatig de overeenkomst met [eiser] ontbonden. Er bestaat dan ook geen grond voor de vordering van [eiser] .
4.2.
[gedaagde] vordert - na vermeerdering van eis - bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. Primair verklaart voor recht dat de overeenkomst tot aanneming van werk met [eiser] is ontbonden. Subsidiair bij vonnis de overeenkomst tot aanneming ontbindt;
II. [eiser] veroordeelt tot betaling van € 1.815,00 inclusief btw ter zake van de te maken herstelkosten, vermeerderd met de wettelijke rente;
III. [eiser] veroordeelt tot betaling van € 266,20 inclusief btw ter zake van de schade met betrekking tot de lampen, vermeerderd met de wettelijke rente;
IV. [eiser] veroordeelt tot betaling van € 302,50 inclusief btw ter zake van de redelijke kosten voor vaststelling van de schade, vermeerderd met de wettelijke rente;
V. De proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten te vermeerderen met de betekeningskosten indien betekening plaatsvindt.
4.3.
[gedaagde] legt aan de tegenvordering ten grondslag dat zij de aannemingsovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Voor zover de kantonrechter oordeelt dat ontbinding niet buitengerechtelijk heeft plaatsgevonden verzoekt zij om de overeenkomst alsnog bij vonnis te ontbinden. Als gevolg hiervan moet [eiser] de herstelkosten en met name de kosten voor het verwijderen van het uitgevoerde ondeugdelijke werk ter hoogte van € 1.500,00 exclusief btw te vergoeden. Daarnaast zijn twee lampen op een slordige en onkundige wijze opgehangen. Ten aanzien van het opnieuw ophangen en herstellen van de schade aan het plafond sluit [gedaagde] aan bij het bedrag dat [eiser] in rekening heeft gebracht, € 50,00 per lamp. Daarbovenop vordert zij vervanging van de beschadigde hanglamp ter waarde van € 170,00. [gedaagde] erkent betaling voor één lamp zodat de resterende vordering met betrekking tot de lampen uitkomt op (€ 100 + 170 - € 50,00 =) € 220,00. Verder vordert [gedaagde] de redelijke kosten voor vaststelling van de schade en aansprakelijkheid. [gedaagde] heeft het bedrijf Renoveerjetrap.nl ingeschakeld om een onderzoek in te stellen naar de schade als gevolg van de door [eiser] verrichtte werkzaamheden. Voor dit onderzoek heeft [gedaagde] een bedrag van € 302,50 betaald. Dit moet [eiser] vergoeden.
4.4.
[eiser] betwist de tegenvordering en stelt dat [gedaagde] hem niet in de gelegenheid heeft gesteld om tot herstel over te gaan. De lampen zijn opgehangen zoals overeengekomen.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
5.2.
In geschil is of [gedaagde] de aanneemsom moet betalen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat [gedaagde] zich op grond van de aanneemovereenkomst heeft verplicht tot het betalen van de aanneemsom. Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser] werkzaamheden heeft uitgevoerd aan de trappen en dat de lampen zijn opgehangen. Of die werkzaamheden ook deugdelijk zijn uitgevoerd, is in dit verband nog niet van belang. Het enkele feit dat de verrichte werkzaamheden mogelijk gebrekkig zijn, ontslaat [gedaagde] namelijk niet van haar betalingsverplichting. Wel kan een opdrachtgever, als de aannemer ondeugdelijk werk heeft verricht, een beroep doen op opschorting van zijn betalingsverplichting, op ontbinding van de overeenkomst, op schadevergoeding en/of verrekening, een en ander als aan de wettelijke voorwaarden daarvoor is voldaan.
5.3.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst op grond waarvan zij bevoegd was de overeenkomst te ontbinden. Tenzij nakoming blijvend onmogelijk is, is voor ontbinding vereist dat [eiser] in verzuim is geraakt. Artikel 6:82 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat verzuim intreedt wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en de nakoming binnen deze termijn uitblijft. Artikel 6:83 onder c BW bepaalt dat het verzuim zonder ingebrekestelling intreedt wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal tekortschieten
5.4.
[gedaagde] voert aan dat zij [eiser] in de gelegenheid heeft gesteld om herstelwerkzaamheden uit te voeren, maar dat [eiser] , met uitzondering van twee kleine punten, hiertoe niet bereid was, zodat [eiser] op grond van artikel 6:83 onder c BW, in verzuim verkeerde. De kantonrechter denkt hier anders over. [eiser] heeft meerdere malen in de WhatApp correspondentie aangegeven nog bereid te zijn de punten waarover [gedaagde] niet tevreden is op te lossen. Het is vervolgens [gedaagde] geweest die heeft aangegeven dat zij alleen nog bereid is om te praten over een financiële afwikkeling.
5.5.
[gedaagde] betoogt verder dat geen ingebrekestelling is vereist, omdat uit het schaderapport volgt dat zulk slecht werk is afgeleverd dat kan worden gesproken van onkunde en dat [gedaagde] hieruit mocht afleiden dat [eiser] de gebreken toch niet deugdelijk zou herstellen. Anders dan [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat uit het schaderapport weliswaar blijkt dat de renovatie onzorgvuldig is verricht, maar dat daaruit niet volgt dat sprake is van dusdanige onkunde aan de zijde van [eiser] dat [gedaagde] hieruit mocht afleiden dat [eiser] niet in staat zou zijn de gebreken deugdelijk te herstellen en dus tekort zou schieten in de nakoming. Gelet op het voorgaande is de conclusie dat [eiser] niet in verzuim is geraakt, zodat [gedaagde] de overeenkomst ook niet mocht ontbinden, zodat haar stelling dat zij niet gehouden is tot betaling van de aanneemsom niet opgaat.
5.6.
[gedaagde] heeft bij de tegenvordering subsidiair gevorderd om de overeenkomst bij vonnis te ontbinden. Op grond van artikel 7:756 lid 1 BW kan de rechter de overeenkomst tot aanneming van werk (geheel of gedeeltelijk) ontbinden als vóór de vastgestelde tijd van oplevering waarschijnlijk wordt dat het werk niet op tijd of niet behoorlijk zal worden opgeleverd.
5.7.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat de werkzaamheden op 18 februari 2021 zijn opgeleverd. [eiser] heeft dat gemotiveerd weersproken. Partijen zijn geen termijn overeengekomen waarbinnen zou worden opgeleverd. Verder heeft [eiser] onvoldoende weersproken dat de traprenovatie naar behoren is uitgevoerd en partijen het er ook over eens dat zij niet met elkaar verder willen. Er is daarom sprake van een situatie als bedoeld in artikel 7:756 lid 1 BW waarin nu al duidelijk is dat het werk niet alsnog door [eiser] opgeleverd gaat worden. Dat laatste rechtvaardigt in beginsel de ontbinding van de overeenkomst. De ontstane situatie is aan beide partijen te wijten. [eiser] heeft immers werkzaamheden uitgevoerd die niet voldoen aan de overeenkomst. En [gedaagde] had [eiser] nog de gelegenheid moeten bieden om de werkzaamheden te herstellen, dan wel af te maken. Deze omstandigheden staan in nauw verband met elkaar en zijn verder niet zonder meer in overwegende mate uitsluitend aan de ene of andere partij toe te rekenen. Partijen zijn ook gebaat bij ontbinding; [eiser] wil immers niet meer opleveren en [gedaagde] wil deugdelijke trappen.
5.8.
De aannemingsovereenkomst zal, anders dan [gedaagde] vordert, niet volledig maar gedeeltelijk worden ontbonden. De kantonrechter bepaalt conform artikel 7:756 lid 3 BW de gevolgen van de ontbinding. Dit doet zij als volgt. De overeengekomen aanneemsom ten aanzien van de traprenovatie bedraagt € 4.100,00 exclusief btw. De kosten voor herstel van de trappen zijn geschat op € 1.500,00 exclusief btw. [gedaagde] is derhalve nog gehouden om een bedrag van (€ 4.100,00 minus € 1.500,00 = ) € 2.600,00 exclusief btw aan [eiser] te voldoen voor de traprenovatie. De overeenkomst wordt voor het overige ontbonden. Dit betekent dat [eiser] niet meer hoeft op te leveren.
5.9.
Bovenstaande gedeeltelijke ontbinding is gelijk aan het bedrag dat [gedaagde] onder II vordert met betrekking tot de herstelkosten. Nu de overeenkomst voor dit bedrag zal worden ontbonden ziet de kantonrechter geen aanleiding om dit deel van de tegenvordering (nog afzonderlijk) toe te wijzen.
5.10.
Ten aanzien van de lampen heeft [eiser] gemotiveerd weersproken dat deze niet zijn opgehangen zoals overeengekomen en dat sprake is van schade aan één van de lampen, zodat het op de weg van [gedaagde] had gelegen om haar stelling nader te onderbouwen. Nu zij dit heeft nagelaten is [gedaagde] ook gehouden de aanneemsom ten behoeve van de lampen ter hoogte van € 150,00 exclusief btw te voldoen en wordt haar tegenvordering ten aanzien van de lampen afgewezen.
5.11.
Dit betekent dat [gedaagde] gehouden is om nog een bedrag van (€ 2.600,00 plus € 150,00 = ) € 2.750,00 exclusief btw dan wel (€ 2.750,00 plus 21% btw = ) € 3.327,50 inclusief btw aan [eiser] te voldoen.
5.12.
Aangezien [gedaagde] in verzuim is met de tijdige betaling van de factuur, is zij eveneens de wettelijke rente verschuldigd. Nu verder geen inhoudelijk verweer is gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente zal deze worden toegewezen vanaf de in de factuur opgenomen vervaldatum, te weten 31 maart 2021.
5.13.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe [gedaagde] zal worden veroordeeld, te weten € 553,88 inclusief btw. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat [eiser] in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
5.14.
De kosten voor het schaderapport zijn aan te merken als kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid en komen op grond van artikel 6:96 lid 2 BW voor vergoeding in aanmerking. Deze kosten komen dan ook voor rekening van [eiser] . [gedaagde] vordert wettelijke rente over de kosten van het schadebedrag maar heeft hierbij geen ingangsdatum genoemd. De wettelijke rente zal derhalve worden toegewezen vanaf de datum van dit vonnis.
5.15.
De proceskosten inzake de vordering en de tegenvordering komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. Aangezien [eiser] in deze procedure de dagvaarding heeft laten opstellen door een professionele gemachtigde, maar tijdens de zitting niet is bijgestaan door een professionele gemachtigde, zal aan hem ten aanzien van het salaris gemachtigde slechts één punt op grond van het toepasselijke liquidatietarief worden toegekend. De proceskosten van de tegenvordering zullen vanwege de nauwe samenhang met de vordering op nihil worden gesteld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 3.881,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.327,50 vanaf 31 maart 2021 en over € 553,88 vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag van de gehele betaling van deze bedragen;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 102,15;
griffierecht € 240,00;
salaris gemachtigde € 249,00 ; vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
6.5.
ontbindt (gedeeltelijk) de overeenkomst tot aanneming van werk tussen [eiser] en [gedaagde] voor een bedrag van 1.500,00 exclusief btw, (€ 1.815,00 inclusief btw) en voor zover de werkzaamheden nog niet door [eiser] zijn uitgevoerd;
6.6.
veroordeelt [eiser] tot betaling aan [gedaagde] van € 302,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;
6.7.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [eiser] worden vastgesteld op een bedrag van nihil.
6.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.9.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A. Aardenburg, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter