ECLI:NL:RBNHO:2022:4711

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
1 juni 2022
Zaaknummer
9504003 / CV EXPL 21-7123
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een paardenzadel en de gevolgen van onjuiste dagvaarding

In deze zaak heeft eiseres een paardenzadel aangeschaft dat niet aan de verwachtingen voldeed, wat leidde tot een rechtszaak tegen de gedaagde. Eiseres, die het zadel had gekocht voor haar paard, stelde dat het zadel niet geschikt was en dat dit de oorzaak was van het kreupelen van haar paard. Eiseres heeft de overeenkomst ontbonden en vorderde terugbetaling van de kosten. De kantonrechter oordeelde echter dat eiseres de verkeerde partij had gedagvaard. Gedaagde was slechts de agent van het bedrijf waar het zadel was gekocht, en niet de partij bij de koopovereenkomst. De rechter concludeerde dat om de koopovereenkomst te ontbinden, eiseres zich tot het bedrijf moest wenden, en niet tot gedaagde. Hierdoor werden de vorderingen van eiseres afgewezen. De proceskosten werden aan eiseres opgelegd, maar gedaagde kreeg geen kosten toegewezen omdat zij niet door een professionele gemachtigde was bijgestaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9504003 / CV EXPL 21-7123
Uitspraakdatum: 30 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. R.A.J. Bertens
tegen
[gedaagde], handelend onder de naam [bedrijf A] Netherlands
wonende en zaakdoende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: [echtgenoot van gedaagde]
Samenvatting
[eiseres] heeft een [merknaam] zadel gekocht voor haar paard [het paard] . Nadat zij het zadel een tijdje had gebruikt voor [het paard] , is [het paard] gaan kreupelen. Volgens [eiseres] is de oorzaak van het kreupelen dat het zadel niet geschikt is voor [het paard] . Zij stelt zich daarom op het standpunt dat het zadel niet aan de overeenkomst voldoet, zodat zij de overeenkomst per brief heeft ontbonden. Om die reden wil ze nu de door haar betaalde bedragen terug en ze wil haar schade vergoed hebben, althans ze wil dat [gedaagde] de overeenkomst alsnog goed nakomt door het zadel te vervangen of herstellen. [gedaagde] heeft het zadel indertijd bij [het paard] aangemeten. Daarom stelt [eiseres] zich op het standpunt dat zij de overeenkomst die ze heeft ontbonden, met (de eenmanszaak van) [gedaagde] was aangegaan, zodat [gedaagde] de door [eiseres] betaalde bedragen moet terugbetalen en haar schade moet vergoeden, dan wel de overeenkomst alsnog goed moet nakomen door het zadel te herstellen of te vervangen. De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] de verkeerde persoon heeft gedagvaard. [gedaagde] was de agent van [bedrijf A] in Nederland, van welk bedrijf [eiseres] het zadel heeft gekocht. Om de koopovereenkomst te ontbinden en de betaalde bedragen terug te krijgen of om de overeenkomst alsnog goed te laten nakomen door het zadel te herstellen of te vervangen, moet [eiseres] dan ook bij [bedrijf A] zijn, zoals door [bedrijf A] zelf ook niet is betwist. Omdat [eiseres] de verkeerde persoon heeft gedagvaard, worden haar vorderingen afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 19 oktober 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk en aanvullend mondeling geantwoord.
1.2.
Op 1 maart 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.Feiten

2.1.
Sinds 11 februari 2016 staat [gedaagde] geregistreerd bij de Kamer van Koophandel als eenmanszaak, aanvankelijk onder de handelsnaam [handelsnaam B] . Als activiteiten van de eenmanszaak staat in het Handelsregister vermeld:
Overige specialistische zakelijke dienstverlening Eenmanszaak Zadels aanmeten en zadels aanpassen.Op enig moment heeft [gedaagde] de handelsnaam [handelsnaam B] gewijzigd in [handelsnaam C] . Bij de Kamer van Koophandel staat als bezoekadres van deze eenmanszaak het woonadres van [gedaagde] vermeld, [woonadres gedaagde] .
2.2.
[bedrijf A] is een Amerikaanse Limited, die is opgericht door [eigenares bedrijf A] en [eigenaar bedrijf A] . [bedrijf A] heeft als oogmerk het ontwikkelen en laten produceren van dressuurzadels voor het luxere segment paarden accessoires. Bij de Kamer van Koophandel staat als activiteiten vermeld: “
Winkels in dieren, dierbenodigdheden en hengelsportartikelen Verkoop paardenzadels en zadels verstellen” en als bezoekadres van de vestiging in Nederland staat het eerdergenoemde woonadres van [gedaagde] vermeld.
2.3.
In november 2019 is [eiseres] in contact gekomen met [gedaagde] omdat zij op zoek was naar een [merknaam] zadel voor haar paard [het paard] . [het paard] is een Spaans paard met een kenmerkende korte rug.
2.4.
Op 22 november 2019 is [gedaagde] bij [eiseres] op stal geweest om de rug van [het paard] op te meten. Naar aanleiding van die metingen heeft [eiseres] dezelfde dag een advies van [gedaagde] gekregen voor een goed passend [merknaam] zadel.
2.5.
Op 24 november 2019 heeft [gedaagde] voor de metingen een bedrag van € 75,00 in rekening gebracht aan [eiseres] . Bovenaan de betreffende factuur staat:
[handelsnaam B] .Onder betalingsgegevens staat:
[rekeningnummer 1]en als e-mailadres is vermeld:
[bedrijf A netherlands] @ [domein] .com.
2.6.
Op 27 december 2019 heeft [eiseres] een orderbevestiging ondertekend betreffende een [merknaam] zadel voor een prijs van € 3.720,00. Bovenaan deze orderbevestiging zijn de volgende gegevens vermeld:
[bedrijf A] – Netherlands[website][woonadres gedaagde][voornaam eigenares bedrijf A] + [telefoonnummer][voornaam eigenares bedrijf A] @ [website]
Onder “Billing information” staat:
Customer agrees to wire money IBAN: [rekeningnummer 2]BIC/SWIFT: [aanduiding]
en (in kleine letters) daaronder:
I hereby authorize [bedrijf A] Europe to provide the above saddle and/or fit and send it to me (…)
Helemaal onderaan de orderbevestiging staat:
[bedrijf A] – NL, [woonadres gedaagde] .
2.7.
Op 16 april 2020 is het zadel aan [eiseres] geleverd.
2.8.
Half juni 2020 heeft [gedaagde] een nacontrole aan het zadel uitgevoerd. Daarbij zijn geen aanpassingen aan het zadel gedaan.
2.9.
Op 6 september 2020 heeft [eiseres] geconstateerd dat [het paard] aan het kreupelen was, waarna zij verschillende onderzoeken heeft laten doen om de oorzaak te achterhalen.
2.10.
Op 3 november 2020 stuurt [eiseres] een Whatsapp-bericht aan [gedaagde] , waarin zij onder meer schrijft:
(…) we staan sinds 6 sept stil met ons paard, we dachten eerst dat hij kreupel was op het been maar na bezoek [naam] bleek het uit zijn rug te komen, omdat ook na uitverdoven het paard niet helemaal als vanouds loopt wil de arts nu eerst nog 6 week rust en dan weer uitverdoven om de exacte plek op te sporen. Die 6 weken duren nog tot 4 dec. Waarom ik het noem is omdat er ook een oorzaak gevonden moet worden om herhaling te voorkomen. Een mogelijke oorzaak wat we onderzoeken is het zadel maar dat weten we pas over een paar weken. Ik wil je toch vast op de hoogte brengen omdat we met het zadel nog maar 4,5 maand gereden hebben (…).
[gedaagde] heeft daarop geantwoord:
(…) ik werk niet meer voor [merknaam] ik stuur je de contact gegevens van [merknaam] . (…)
Op 9 november 2020 heeft [gedaagde] contactgegevens van [eigenares bedrijf A] aan [eiseres] gestuurd.
2.11.
Op 19 november 2020 heeft zadelfitter [zadelfitter 1] , handelend uit naam van [bedrijf A] België , enkele aanpassingen aan het zadel gedaan.
2.12.
Naar aanleiding van een onderzoek door [zadelfitter 2] , zadelfitter van de dierenkliniek, heeft [eiseres] op 12 december 2020 een e-mail verstuurd naar [eigenares bedrijf A] , de eigenaresse van [bedrijf A] in Amerika. [eiseres] laat daarin weten dat zij het zadel wil retourneren omdat ze advies van een dierenarts heeft gekregen het zadel niet meer te gebruiken, en ze verzoekt om terugbetaling van het aankoopbedrag en de kosten van de dierenarts.
2.13.
Op 19 januari 2021 heeft [eigenares bedrijf A] geantwoord dat zij geen aansprakelijkheid erkend zonder het zadel te hebben gezien, maar dat zij bereid is het zadel voor € 2.800,00 inclusief btw terug te kopen. [eiseres] is hiermee niet akkoord gegaan.
2.14.
Bij brief van 2 februari 2021 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] [gedaagde] in gebreke gesteld. De gemachtigde schrijft onder meer:
Het door u geleverde zadel beantwoordt niet aan de overeenkomst omdat het niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Die ziet op de hiervoor genoemde punten:- Het zadel heeft een smalle boom;- Het zadel heeft een ronde boom;- Het zadel is te lang.Op grond van de wet moet de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden. Omdat het zadel niet beantwoordt aan de overeenkomst heeft cliënt op grond van de wet recht op kosteloos herstel of vervanging. (…)
[gedaagde] wordt (kort gezegd) gesommeerd om binnen veertien dagen het geleverde zadel te herstellen of te vervangen door een juist passend zadel. [gedaagde] is hier niet toe overgegaan.
2.15.
Bij brief van 20 augustus 2021 heeft de gemachtigde van [eiseres] onder meer het volgende aan [gedaagde] geschreven:
Ondanks dat sprake is van het bewijsvermoeden uit artikel 7:18 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, heeft cliënte haar standpunt nader onderbouwd met het onderzoeksrapport van PAERD (deskundige: [deskundige] ). Het staat daarmee voldoende vast dat het door u geleverde zadelnietbeantwoordt aan de overeenkomst omdat het zadel niet de specifieke eigenschappen bezit die cliënte op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Cliënte mocht immers verwachten dat het zadel passend was voor het paard van cliënte. Nu daarvan geen sprake is, is sprake van non-conformiteit dan wel wanprestatie aan uw zijde.Nu u meermaals in de gelegenheid bent gesteld om tot herstel en/of vervanging van het gebrekkige zadel over te gaan en dit desondanks niet hebt gedaan, verkeert u in verzuim. Tevens is gebleken dat u niet tot deugdelijk herstel kunt overgaan, nu er in de praktijk enkel nog een nieuwe techniek beschikbaar is welke niet op alle zadels toepasbaar is (zie bijgevoegd onderzoeksrapport). Gelet op het vorenstaande is cliënte dan ook gerechtigd om tot (buitengerechtelijke) ontbinding van de overeenkomst over te gaan.Ontbinding overeenkomstMiddels dit schrijven ontbind ik hierbij namens cliënte de overeenkomst. Dit houdt in dat u bent gehouden het aankoopbedrag van € 3.720 inclusief BTW en de fittingskosten van € 75,- inclusief BTW aan cliënte terug te betalen. Cliënte zal u vervolgens het zadel retourneren. (…)
2.16.
[gedaagde] heeft niets aan [eiseres] (terug)betaald.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 3.795,00 inclusief btw en vermeerderd met wettelijke rente. Voor het geval de kantonrechter die vordering afwijst, wil [eiseres] dat [gedaagde] (subsidiair) wordt veroordeeld om binnen één maand het zadel deugdelijk te vervangen of te laten herstellen door een professionele partij onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] dit nalaat. In beide gevallen maakt [eiseres] ook aanspraak op vergoeding van € 332,75 inclusief btw aan deskundigenkosten, € 400,00 inclusief btw aan kosten van een huurzadel en € 595,37 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering – kort weergegeven – ten grondslag dat het zadel niet voldoet aan de overeenkomst. Het zadel is te lang en [het paard] is door het zadel gaan kreupelen. [eiseres] heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld het zadel aan te passen, maar dat heeft [gedaagde] niet gedaan. [gedaagde] is daarom in verzuim geraakt, waarna [eiseres] op 20 augustus 2021 de overeenkomst met [gedaagde] heeft ontbonden. Op grond van de wet zijn daardoor ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan en is [gedaagde] verplicht de aankoopprijs (€ 3.720,00) en de fittingkosten (€ 75,00) terug te betalen, aldus [eiseres] . Daarnaast heeft zij recht op aanvullende schadevergoeding. Subsidiair stelt [eiseres] zich op het standpunt dat [gedaagde] de overeenkomst alsnog goed moet nakomen door het zadel te vervangen dan wel (door een professionele partij) te laten herstellen.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. In de eerste plaats voert zij aan dat zij nooit heeft gehandeld onder de naam [bedrijf A] Netherlands , de naam waaronder zij is gedagvaard. Zij voert verder aan dat zij slechts handelsagent namens [merknaam] was en (dus) geen partij bij de koopovereenkomst. Daarnaast betwist [gedaagde] dat een ondeugdelijk zadel is geleverd. Zij heeft geen fouten gemaakt bij het aanmeten van het zadel. Als het zadel niet goed was, dan had het paard dat al veel eerder laten merken en niet pas na zeven maanden en nadat het paard ook al een wedstrijd had gereden en zelfs gewonnen, aldus [gedaagde] . Voor zover het zadel niet passend is, is dat gekomen door omstandigheden die zich na de aankoop hebben voorgedaan. [gedaagde] vindt dat zij daarvoor niet verantwoordelijk kan worden gehouden.

5.De beoordeling

5.1.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat de vordering moet worden afgewezen omdat zij ten onrechte is gedagvaard als
handelende onder de naam [bedrijf A] Netherlands. Volgens [gedaagde] heeft zij die handelsnaam niet gebruikt. De kantonrechter volgt [gedaagde] hierin. Uit de uittreksels van de Kamer van Koophandel blijkt dat [gedaagde] in het verleden heeft gehandeld onder de naam [handelsnaam B] en later onder de naam [handelsnaam C] . Uit deze stukken volgt niet dat [gedaagde] ooit de handelsnaam [bedrijf A] Netherlands heeft gebruikt. Het enkele feit dat in het Handelsregister bij de gegevens van de eenmanszaak van [gedaagde] een e-mailadres is vermeld waarin deze naam voorkomt, is daartoe onvoldoende. De conclusie is dan ook dat [eiseres] in de dagvaarding niet de juiste handelsnaam heeft vermeld. De kantonrechter vindt het echter te ver gaan om (enkel) op grond hiervan de vordering van [eiseres] af te wijzen. Het gaat immers om [gedaagde] , die als natuurlijk persoon een bedrijf heeft en in die hoedanigheid, als eigenaar van een eenmanszaak, is gedagvaard. Uit de artikelen 45 en 111 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) blijkt niet dat de handelsnaam van een natuurlijk persoon moet worden vermeld.
5.2.
De volgende vraag die beantwoord moet worden, is de vraag of [eiseres] door (de eenmanszaak van) [gedaagde] te dagvaarden de juiste wederpartij heeft gedagvaard. Met [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat dat niet het geval is. Daartoe overweegt de kanonrechter het volgende.
5.3.
[eiseres] heeft ter zitting verklaard dat zij van andere mensen had gehoord dat een [merknaam] zadel een goed zadel was, dat ze op internet is gaan zoeken naar [merknaam] -zadels en dat ze uiteindelijk besloot dat ze een [merknaam] -zadel wilde. Zo kwam ze bij [gedaagde] uit. Verder heeft ze aangegeven dat ze dacht dat [gedaagde] [bedrijf A] was. Ze heeft ook aangegeven dat ze niet door had dat [gedaagde] zzp-er was en dus een ander bedrijf dan [bedrijf A] . Dat [eiseres] dacht dat [gedaagde] en [bedrijf A] één en dezelfde (rechts)persoon was, wordt overigens ook bevestigd door haar manier van dagvaarden. [eiseres] dagvaardt immers “
[gedaagde] handelend onder de naam [bedrijf A] Netherlands ”. Voor [eiseres] waren [gedaagde] en [bedrijf A] dus één en hetzelfde bedrijf. Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt echter dat er op [woonadres gedaagde] , het adres van [gedaagde] , twee bedrijven gevestigd waren: de eenmanszaak [handelsnaam B] , die nu [handelsnaam C] heet, en [bedrijf A] . Weliswaar hebben ze allebei “ [merknaam] ” en “Saddle” in hun naam, maar het ene bedrijf heeft “fitting” in de naam en de ander “Saddlery”. De “
fitting” heeft dan ook als activiteiten vermeld staan: “
Overige specialistische zakelijke dienstverlening Eenmanszaak Zadels aanmeten en zadels aanpassen”,de “
Saddlery” heeft als activiteiten vermeld: “
Winkels in dieren, dierbenodigdheden en hengelsportartikelen Verkoop paardenzadels en zadels verstellen”. Het ene bedrijf meet de [merknaam] zadels dus aan, het andere verkoopt ze. Als eigenaar van de één staat [gedaagde] vermeld, als eigenaar van de ander [eigenares bedrijf A] , wonend in de Verenigde Staten van Amerika. Het enkele feit dat beide bedrijven op hetzelfde adres gevestigd zijn en dat delen van hun naam hetzelfde zijn, terwijl ze ook samenwerken, maakt het nog niet één bedrijf. Daarbij komt dat uit de website van [bedrijf A] blijkt dat [bedrijf A] haar zadels in de verschillende landen laat aanmeten door bepaalde personen. In Nederland was dat [gedaagde] . Anders gezegd, om een [merknaam] zadel te kunnen kopen, wil [bedrijf A] dat je het zadel laat aanmeten door de door haar aangewezen persoon. In dit geval dus [gedaagde] . Maar je koopt het zadel bij [bedrijf A] .
5.4.
[eiseres] stelt zich op het standpunt dat het zadel niet aan de overeenkomst voldeed en dat zij de overeenkomst daarom heeft ontbonden, zodat de al nagekomen verbintenissen – in dit geval de betalingen die [eiseres] heeft gedaan om het zadel te krijgen – ongedaan gemaakt moeten worden. Daarmee is de overeenkomst die [eiseres] zegt te hebben ontbonden, de koopovereenkomst voor het zadel. Zoals gezegd, is zij die overeenkomst aangegaan met [bedrijf A] die [gedaagde] had aangewezen om als agent in Nederland namens [bedrijf A] de overeenkomst af te sluiten. Dit blijkt ook uit de orderbevestiging van de aankoop van het zadel, die [eiseres] heeft ondertekend. Bovenaan die orderbevestiging staat immers duidelijk de naam “
[bedrijf A]” vermeld. Opvallend daarbij is overigens dat daar staat “
– Netherlands”terwijl [eiseres] de dagvaarding heeft gericht aan [gedaagde] “
handelend onder de naam [bedrijf A] Netherlands ”.[eiseres] heeft de naam dus kennelijk van de orderbevestiging overgenomen. Het adres op de orderbevestiging is het adres van [gedaagde] , maar dat is, zoals eerder al aangegeven, ook juist, omdat daar het Nederlandse filiaal van [bedrijf A] was gevestigd. Verder staat onderaan diezelfde orderbevestiging (in kleine letters) ook de naam [bedrijf A] (
I hereby authorize [bedrijf A] Europe to provide the above saddle and/or fit and send it to me). De betaling voor het zadel diende blijkens de orderbevestiging plaats te vinden op rekeningnummer [rekeningnummer 2] . Dit is een ander rekeningnummer dan het rekeningnummer [rekeningnummer 1] dat op de factuur van [handelsnaam B] (de eenmanszaak van [gedaagde] ) voor de fitting van het zadel stond vermeld.
5.5.
Toen [eiseres] in het Whatsapp-bericht van 3 november 2020 alvast waarschuwde dat er mogelijk problemen waren met het zadel, heeft [gedaagde] ook direct aangegeven dat zij niet langer de contactpersoon van [bedrijf A] was en dat [eiseres] zich daarom tot [eigenares bedrijf A] moest richten. Met de van [gedaagde] verkregen contactgegevens van [eigenares bedrijf A] heeft [eiseres] vervolgens contact opgenomen met [eigenares bedrijf A] . [eigenares bedrijf A] heeft toen niet gereageerd met de mededeling dat [eiseres] bij de verkeerde partij aanklopte, maar heeft slechts aangegeven dat zij het zadel niet volledig wilde vergoeden als ze het niet had gezien. Overigens heeft [eigenares bedrijf A] eerst nog [zadelfitter 1] naar [eiseres] gestuurd om te kijken of het zadel aangepast kon worden. Ook daaruit blijkt dat [gedaagde] slechts een agent/een contactpersoon voor [bedrijf A] in Nederland was, die later kennelijk is vervangen door [zadelfitter 1] . Om de koopovereenkomst voor het zadel wegens non-conformiteit te kunnen ontbinden, moet [eiseres] zich dan ook tot [bedrijf A] wenden. [eiseres] heeft ook niet, althans onvoldoende betwist dat [gedaagde] niet langer voor [bedrijf A] werkzaam is als agent – sterker nog, zij heeft zelf ook aangegeven dat, nadat zij contact had gehad met [bedrijf A] , [zadelfitter 1] namens [bedrijf A] is gekomen om naar het zadel te kijken – zodat [gedaagde] het subsidiair gevorderde ook niet eens zou kunnen nakomen. [gedaagde] kan immers geen vervangend [merknaam] zadel leveren. Dat kan alleen [bedrijf A] , die dat dan vermoedelijk weer via haar nieuwe agent in Nederland zal laten verlopen. Het is ook begrijpelijk dat [bedrijf A] als buitenlands bedrijf werkt met agenten op verschillende plaatsen in de wereld, onder wie voorheen [gedaagde] , maar dit betekent niet dat [gedaagde] daardoor in persoon kan worden aangesproken. In elk geval is niet gebleken van omstandigheden waaruit volgt dat [gedaagde] zich voor wat betreft de verkoop van het zadel persoonlijk heeft voorgedaan als wederpartij. Het enkele feit dat [eiseres] de kosten voor de aanmeting rechtstreeks aan [gedaagde] heeft moeten betalen, maakt niet dat de koopovereenkomst opeens met [gedaagde] is aangegaan. Zoals gezegd, is [eiseres] er ook steeds vanuit gegaan dat zij slechts met één bedrijf te maken had, het bedrijf waar ze een [merknaam] zadel kon kopen dat in Nederland door [gedaagde] werd vertegenwoordigd. Om die overeenkomst te ontbinden en de verbintenissen ongedaan te maken, moet [eiseres] dan ook bij die ene partij zijn en dat is in dit geval [bedrijf A] , zoals door [eigenares bedrijf A] ook niet is betwist.
5.6.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiseres] tegen [gedaagde] zal afwijzen, omdat [eiseres] de verkeerde wederpartij voor haar vordering heeft gedagvaard, namelijk niet de partij waarmee zij de koopovereenkomst is aangegaan, zodat zij die overeenkomst niet kan ontbinden door een brief te sturen aan [gedaagde] en ze ook niet van [gedaagde] kan vragen om de overeenkomst alsnog goed na te komen door het zadel te vervangen of te (laten) herstellen.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt. [gedaagde] heeft haar kosten echter verder niet onderbouwd, terwijl zij is bijgestaan door haar echtgenoot als gemachtigde en daarmee niet door een professionele gemachtigde. Om die reden worden haar proceskosten tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Jansen, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter