Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
- geen enkele vorm van overlast zal veroorzaken van welke aard dan ook;
- zich voor 1 december 2020 onder budgetbeheer laat stellen;
- geen onderdak zal verschaffen aan derden in het gehuurde, in de zin van verblijven/langdurig logeren.
bestuurlijke rapportageopgesteld voor de burgemeester van [gemeente] . De gemeente [gemeente] heeft deze rapportage verstrekt aan Pré Wonen.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
“Vast was komen te staan dat de brand ontstaan was door het opzettelijk bijbrengen of achterlaten van vuur bij diverse voorwerpen, waaronder een paar schoenen en vier autobanden. Hiervoor werd – zeer waarschijnlijk – gebruik gemaakt van vluchtige ontbrandbare stoffen. In de woning werd door Team Forensische Opsporing een lege fles wasbenzine aangetroffen (…) In de door brand vernielde slaapkamer werd een lege fles terpentine aangetroffen (…).Ook volgt uit de bestuurlijke rapportage dat [gedaagde] in de nacht van de brand meermalen met de politie heeft gebeld en heeft gezegd dat hij zijn woning en zichzelf in brand wilde steken. Ook in telefoongesprekken met de meldkamer van de brandweer heeft hij volgens de rapportage gezegd: “
Ik wil mijn slaapkamer in de fik steken. En mijzelf ook.” En: “
Ik ga nu mijzelf en mijn kleine kamer, ga ik alles in de fik steken”.
Ontruiming
Kosten van de ontruiming
Huurachterstand
Buitengerechtelijke kosten
Als één der partijen in verzuim is met de nakoming van enige verplichting, welke in gevolge de wet en/of de huurovereenkomst op hem rust en daardoor door de andere partij gerechtelijke en/of buiten-gerechtelijke maatregelen moeten worden genomen, zijn alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van die ene partij.
allegerechtelijke en buitengerechtelijke kosten voor rekening van de huurder laat komen indien hij in verzuim is met de nakoming van
enigeverplichting, zonder dat duidelijk is welke kosten dit precies zijn, en zonder dat hieraan enig maximum is gesteld. De kantonrechter is van oordeel dat dit beding daarmee het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Dat betekent dat het beding oneerlijk is en buiten beschouwing wordt gelaten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten mist dan ook enige grondslag. Overigens heeft Pré Wonen ook geen concreet bedrag aan buitengerechtelijke kosten gevorderd, zodat de vordering ook te onbepaald is om voor toewijzing in aanmerking te komen.
Proceskosten