Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 7 producties
- de conclusie van antwoord met 17 producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de Gemeente
- de pleitnota van Royal Textile.
- […] , projectmanager
- […] , medewerker Bibob
- […] , sr. jurist
tot het leggen van beslag op een onroerende zaak, gericht op levering” [van kavel 3b]. Daarop is de raadsman van Royal Textile, mr. Schipper voornoemd, namens de voorzieningenrechter telefonisch medegedeeld dat het verzoek tot het leggen van conservatoir
leveringsbeslag niet toewijsbaar was bij gebrek aan een koopovereenkomst. Royal Textile heeft om die reden op 27 december 2021 een aangepast beslagrekest ingediend “
tot het leggen van beslag op een onroerende zaak, gericht op verhaal van schade”. Op diezelfde datum is het gevraagde verlof verleend en is bepaald dat de eis in de hoofdzaak binnen vier weken diende te worden ingesteld. Royal Textile heeft vervolgens op 28 december conservatoir verhaalsbeslag op kavel 3b doen leggen (Eerste Beslag).
voor recht te verklaren dat de in geschil zijnde weigering van de Gemeente, een koop althans reserveringsovereenkomst aan te gaan met Royal Textile, althans Royal Vastgoed Beheer B.V. voor een bedrijfskavel op het bedrijventerrein 'De President' te Hoofddorp, niet gerechtvaardigd was en dat deze daardoor niet het door de Gemeente beoogde rechtsgevolg kon en ook niet kan hebben;
de Gemeente te veroordelen binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis:
Onder veroordeling van de Gemeente in de kosten van dit geding, die van het gelegde beslag daar onder begrepen, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis en -voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
voor recht te verklaren:
dat de Gemeente voor wat betreft de in geschil zijnde weigering een vastgoedtransactie aan te gaan heeft gehandeld in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht, meer in het bijzonder de algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
dat het de Gemeente onder de gegeven feiten en omstandigheden niet vrij stond de onderhandelingen over de vastgoedtransactie op deze wijze af te breken;
dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld jegens Royal Textile, door niettemin aldus te handelen en dat de Gemeente aansprakelijk is voor de schade die Royal Textile daardoor lijdt, nader op te maken bij staat en de Gemeente te veroordelen tot vergoeding daarvan aan Royal Textile;
te bepalen dat de Gemeente gehouden is met Royal Textile binnen een redelijke termijn alsnog te komen tot een reserverings- dan wel soortgelijke overeenkomst, welke is gericht op verkoop en levering van de bedrijfskavel 3b als in het lichaam van de Dagvaarding bedoeld aan Royal Textile, althans Royal Vastgoed Beheer, onder de reeds overeengekomen koopsom en voorwaarden of althans de voor gegadigden gebruikelijke voorwaarden en de Gemeente ertoe te veroordelen de gesprekken daartoe met Royal Textile te hervatten binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis;
voor recht te verklaren als hiervoor primair onder 1, aanhef en onder a tot en met c bedoeld;
de Gemeente te veroordelen binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis de onderhandelingen met Royal Textile te hervatten over de totstandkoming een reserverings- dan wel soortgelijke overeenkomst, welke is gericht op verkoop en levering van de bedrijfskavel 3b als in het lichaam van de Dagvaarding bedoeld aan Royal Textile, althans Royal Vastgoed Beheer,
voor recht te verklaren als hiervoor primair onder 1, aanhef en onder a tot en met c bedoeld;
te bepalen dat de Gemeente gehouden is met Royal Textile binnen een redelijke termijn de mogelijkheden te bespreken om tot een overeenkomst te komen voor aankoop door en levering aan Roy al Textile, althans Royal Vastgoed Beheer van een voor de ondernemingsbehoefte geschikte en beschikbare bedrijfskavel op het grondgebied van de Gemeente,
te bepalen dat de Gemeente zich bij nieuwe besluiten of onderzoeken waarbij Royal Textile als belanghebbende of betrokkene kan worden aangemerkt niet rechtsgeldig zal kunnen beroepen op het in het lichaam van de Dagvaarding bedoelde (negatieve) Bibob-advies van het LBB van 7 oktober 2021 dan wel daarmee verband houdende adviezen, meldingen of signalen,
de Gemeente te veroordelen binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis:
over te gaan tot rectificatie of het doen rectificeren van en zo nodig (doen) wissen uit de door de Gemeente dan wel ten behoeve van de Gemeente als verwerkingsverantwoordelijke elders bijgehouden registraties, van alle tot Royal Textile, de kring van Royal Textile, haar bestuurders dan wel de voor Royal Textile werkzame personen en overige betrokkenen herleidbare gegevens welke in het kader van het in deze procedure in geschil zijnde Bibob-toetsing zijn verkregen, alles in de ruimste zin van het woord;
Royal Textile te voorzien van schriftelijke bewijsstukken waaruit blijkt dat daar uitvoering aan is of wordt gegeven en na afronding ervan te bevestigen dat daar volledig uitvoering aan is gegeven;
Onder veroordeling van de Gemeente in de kosten van dit geding, die van het gelegde beslag daar onder begrepen, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis en -voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt -te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
tot het leggen van (aanvullend) conservatoir beslag op een onroerende zaak, m.b.t. een recht op levering, dat ontstaat na een rechterlijke uitspraak (art. 730 Rv)”. In de begeleidende brief stelt Royal Textile dat zij aanspraak maakt op levering van de kavel en dat ter bewaring van haar recht verlof is gevraagd en verleend tot het leggen van conservatoir beslag op de kavel en zij zich genoodzaakt ziet aanvullend verlof te vragen, omdat de Gemeente zich op het standpunt stelde dat de vordering in de aangebrachte hoofdzaak niet strekt tot het verkrijgen van een voor tenuitvoerlegging vatbare veroordeling, tot voldoening aan de vordering ter verzekering waarvan het beslag was gelegd.
3.Het geschil
gedaagden veroordeelt om binnen 7 dagen na het ten deze te wijzen vonnis in de openbare registers door te halen de beide beslagen die op hun verzoek zijn gelegd op (een deel van) de onroerende zaak kadastraal bekend als Haarlemmermeer AL 2794, op straffe van een dwangsom van € 10.000,--, hoofdelijk verschuldigd, voor iedere dag dat gedaagden na betekening van het ten deze te wijzen vonnis in gebreke blijven daaraan te voldoen, met een maximum van € 500.000,-;
leveringheeft ingesteld. Geen van de door Royal Textile geformuleerde vorderingen doet immers een recht op levering van de kavel ontstaan. De grondslag voor een leveringsbeslag op de desbetreffende kavel ontbreekt derhalve. Omdat de vordering van Royal Textile reeds bij summiere beschouwing ondeugdelijk is, dient het Royal Textile bovendien te worden verboden opnieuw beslag te leggen op kavel 3b, aldus de Gemeente.
en in het verlengde daarvan tot een koopovereenkomst – met Royal Textile kunnen en móeten komen. Met het herstelexploot heeft Royal Textile zekerheidshalve haar vorderingen gewijzigd in die zin dat zij daarmee duidelijk heeft willen maken dat het (aanvullende) beslag en haar vordering in de bodemprocedure van meet af aan gericht zijn op (uiteindelijke) juridische levering van de kavel. Artikel 730 Rv maakt het ook mogelijk om beslag te leggen op een onroerende zaak, als het recht op levering eerst nog verkregen moet worden, aldus nog steeds Royal Textile.
4.De beoordeling
doorhalingvan beslagen, en niet tot
opheffingdaarvan, zoals de Gemeente ter zitting nadrukkelijk heeft bevestigd. Aan de in de wet en jurisprudentie geformuleerde beoordelingscriteria voor opheffing van beslagen wordt dus niet toegekomen. Of de vorderingen van Royal Textile waarvoor zij de beslagen heeft doen leggen summierlijk ondeugdelijk zijn, is in casu derhalve niet aan de orde. De voorzieningenrechter dient (slechts) te beoordelen óf de door Royal Textile gelegde beslagen zijn
vervallen– in welk geval de vordering tot doorhaling dient te worden toegewezen – of niet.
dat binnen de termijn die daartoe wordt gesteld door de rechter die het verlof tot beslaglegging verleent, een procedure aanhangig wordt gemaakt waarin de gegrondheid en de omvang van de vordering ter verzekering van de voldoening waarvan het te leggen conservatoir beslag strekt, kunnen worden getoetst”. [1]
gericht op verhaal van schade. Die schade heeft zij in het rekest begroot op € 1.937.261,50. Het verlof is diezelfde dag verleend waarbij de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak is bepaald op vier weken na het beslag. Royal Textile heeft vervolgens op 30 december 2021 conservatoir verhaalsbeslag op kavel 3b doen leggen.
levering– omdat in het beslagrekest onder meer verlof is gevraagd “
tot het leggen van conservatoir (leverings)beslag […]” – heeft te gelden dat dat beslag alsdan eveneens is vervallen wegens het ontbreken van een op levering gerichte vordering in de dagvaarding van 27 januari 2022.
dagvaardingniet is komen te vervallen, maakt dat nog niet – zoals de Gemeente terecht heeft aangevoerd – dat het op dat moment reeds van rechtswege vervallen
beslagalsnog zou ‘herleven’.
leveringsbeslag te leggen.
eder die recht heeft op afgifte van een roerende zaak of levering van een goed of die zodanig recht door een rechterlijke uitspraak tot vernietiging of ontbinding kan verkrijgen, kan deze zaak of dit goed ter bewaring van dit recht in beslag nemen”. Met de invoering van deze bepaling, is door de wetgever beoogd een zo uitputtend mogelijke regeling op te nemen voor de
reële executievan zaken en goederen. In geval van artikel 730 Rv zal het als regel steeds gaan om de (persoonlijk of zakelijk) rechthebbende, die – door beslag
opde zaak of het goed te leggen (dus
nietop de vordering als zodanig) – deze zaak of dat goed in eigendom beoogt te verkrijgen of zijn eigendom juist wenst terug te krijgen. Indien het gaat om levering van een onroerende zaak
–waarvoor een notariële akte is vereist – bestaat voor dit type
reëelbeslag uitsluitend de
conservatoirevorm: het heeft in dat geval dus geen “pendant” in het executoriale beslagrecht. Nadat een executoriale titel is verkregen die strekt tot levering van het beslagen goed, dient er, tenzij door de beslagene alsnog vrijwillig aan de levering wordt meegewerkt, verder gehandeld te worden overeenkomstig het bepaalde in art. 3:300 BW.
– die beslag heeft gelegd tot levering – in de door haar ingestelde eis in de hoofdzaak die levering wel moeten vorderen. In plaats daarvan heeft Royal Textile echter een verklaring voor recht gevorderd dat de Gemeente door geen vastgoedtransactie met haar aan te gaan heeft gehandeld in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht, alsmede gevorderd om te bepalen dat de Gemeente gehouden is om alsnog te komen tot een reserveringsovereenkomst (zie 2.6). Geen van de in het Herstelexploot opgenomen vorderingen – ook niet de (meer) subsidiaire – kunnen leiden tot de rechtstreekse levering van de kavel zelf, zodat Royal Textile daarmee die levering niet zonder meer in rechte kan afdwingen. Dat de vorderingen in de bodemprocedure erop gericht zijn dat de kavel
uiteindelijkzal worden geleverd aan Royal Textile kan het voorgaande niet anders maken.
tot vernietiging of ontbinding. Niet in geschil is dat Royal Textile thans (nog) geen recht op levering van kavel 3b heeft. Zoals de voorzieningenrechter ten tijde van het allereerste beslagrekest ook al signaleerde, was (en is) er geen koopovereenkomst gesloten tussen de Gemeente en Royal Textile. Evenmin is gesteld of gebleken dat Royal Textile een dergelijk recht rechtsreeks kan verkrijgen door een rechterlijke uitspraak tot vernietiging of ontbinding.
1.016,00