Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 december 2021, met 13 producties;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 23 september 2021, alwaar zijn verschenen: [eiser] , mr. Butter voornoemd en de heer [gemachtigde] , gemachtigde van [gedaagde] . Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] een akte van wijziging van eis genomen;
- de brief van mr. Butter voornoemd van 30 september 2021;
- de brief van mr. Butter voornoemd van 18 oktober 2021, met productie 14;
- de brief van mr. Butter voornoemd van 1 november 2021, met producties 15 tot en met 18;
- de voortzetting van de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 15 december 2021, alwaar alleen mr. Butter voornoemd is verschenen. De voorzieningenrechter heeft mr. Butter verzocht om [gedaagde] op te roepen bij exploot voor 30 december 2021 en in het exploot aan te geven welk bedrag er nog wordt gevorderd.
- de voortzetting van de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 30 december 2021, alwaar alleen mr. Butter voornoemd is verschenen. Mr. Butter heeft een afschrift overgelegd van het exploot van 21 december 2021. Hierin is [gedaagde] opgeroepen om te verschijnen op de mondelinge behandeling van 30 december 2021 om 09.30 uur.
- de gemachtigde van [gedaagde] heeft telefonisch aan de griffie laten weten dat hij en [gedaagde] niet kunnen verschijnen.
2.De uitgangspunten
3.De beoordeling
656,00