ECLI:NL:RBNHO:2022:4486

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2022
Publicatiedatum
20 mei 2022
Zaaknummer
9643125 \ WM VERZ 22-27
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan op 10 maart 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring op een weg die bestemd is voor bepaalde categorie voertuigen. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 1 maart 2022 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en heeft het standpunt van de officier van justitie gehandhaafd.

De kantonrechter heeft overwogen dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, inhoudt dat de betrokkene het C-bord, dat de geslotenverklaring aangeeft, heeft genegeerd. De betrokkene heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij het bord niet heeft gezien. De kantonrechter heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden van het Beleidskader voor handhaving van een geslotenverklaring is voldaan, ondanks dat het C-bord niet zichtbaar was op de foto van de overtreding. Er zijn schouwrapporten overgelegd die bevestigen dat het C-bord aanwezig was en dat het voertuig van de betrokkene het bord heeft gepasseerd.

Op basis van deze schouwgegevens heeft de kantonrechter geoordeeld dat de boete terecht is opgelegd. Het beroep van de betrokkene is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding gezien om proceskosten toe te kennen. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter, mr. I.H. Lips, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9643125 \ WM VERZ 22-27
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 10 maart 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 1 maart 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met gesloten verklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene stelt geen bord te hebben gezien waaruit een geslotenverklaring blijkt.
Volgens het Beleidskader gelden voorwaarden voor handhaving door gemeenten van een geslotenverklaring, zoals hier aan de orde. Tot die voorwaarden behoren dat op de foto van de gedraging het kenteken van het voertuig, de contouren van het voertuig en het genegeerde bord met de geslotenverklaring (het zogenoemde C-bord) goed zichtbaar moeten zijn. Verder moet op de foto zichtbaar zijn dat het voertuig het bord is gepasseerd. Indien het bord niet zichtbaar is, moet de overtreding worden onderbouwd aan de hand van schouwgegevens.
De kantonrechter stelt vast dat aan de voorwaarden van het Beleidskader wordt voldaan. Op de foto is weliswaar geen C-bord zichtbaar en evenmin dat het voertuig dat bord is gepasseerd, maar op de zitting zijn wel schouwgegevens overgelegd. Uit de door de officier van justitie overgelegde schouwrapporten blijkt dat door de verbalisant op 2 oktober 2020, 5 november 2020 en op 1 december 2020 ter plaatse een schouw is gedaan en dat is vastgesteld dat het C-bord aanwezig was, zowel 200 meter vóór het begin van de geslotenverklaring als bij de ingang van de geslotenverklaring. Daaruit volgt ook dat het voertuig van betrokkene het C-bord is gepasseerd. Aan de hand van die schouwrapporten heeft de officier van justitie voldoende onderbouwd dat ten tijde van de gedragingen op 20 november 2020 het C-bord was geplaatst en is gepasseerd. De boete is dus terecht opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: