Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de werknemer, [eiser], schorsing van het concurrentie- en relatiebeding in zijn arbeidsovereenkomst met [gedaagde], een elektrotechnisch bedrijf. De werknemer heeft een aanbod gekregen van Qirion B.V., een klant van [gedaagde], voor een nieuwe functie als toezichthouder gebouwgebonden installaties. [gedaagde] stelt dat de werknemer het concurrentie- en relatiebeding overtreedt door in dienst te treden bij Qirion. De kantonrechter oordeelt dat de belangen van de werknemer zwaarder wegen dan die van de werkgever. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer toe en schorst het beding, omdat het recht op vrije keuze van arbeid en de beperkte impact op de werkzaamheden van [gedaagde] bij Qirion zwaarwegende argumenten zijn. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat handhaving van het beding noodzakelijk is, en dat de werknemer onbillijk wordt benadeeld door het beding. De proceskosten worden toegewezen aan de werknemer.