ECLI:NL:RBNHO:2022:4337

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
9653475 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersgedrag en de rol van de verklaring van de verbalisant

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 18 maart 2022, is een beroep ingesteld door betrokkene tegen een administratieve sanctie (boete) die hem was opgelegd. De boete was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene geen voorrang verleende aan bestuurders op een kruisende weg, wat leidde tot een verkeersgevaarlijke situatie. De betrokkene heeft zijn verweer niet specifiek toegespitst op de zaak, maar heeft de gedraging in algemene zin betwist. De kantonrechter, mr. S. Slijkhuis, heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, ondanks het feit dat de gemachtigde van betrokkene niet op de zitting aanwezig was.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het standpunt gehandhaafd dat het beroep ongegrond verklaard moest worden. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat in WAHV-zaken de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot twijfel. Aangezien betrokkene geen dergelijke feiten heeft aangevoerd, heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9653475 \ WM VERZ 22-56
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 18 maart 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Adviesbureau Skandara

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 18 maart 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren en het verzoek op vergoeding van de proceskosten af te wijzen.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: geen voorrang verlenen aan bestuurders op kruisende weg (voorrangsweg, bord B6).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging. Dit is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen.
Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“(…) Gedragingsgegevens: Ik, verbalisant zag betrokkene met zijn voertuig plotseling de rijbaan van de Beverkoog opreed. Ik zag dat betrokkene weg reed van het onbemande tankstation van Firezone gelegen aan de Berenkoog. Ik zag dat betrokkene hierbij de gehele rijbaan gebruikte om zo in de richting van Alkmaar te kunnen rijden. Ik zag dat betrokkene hierbij geen voorrang verleende aan een voertuig die op de voorrangsweg reed. Ik zag dat de bestuurder van het voertuig dat geen voorrang kreeg zeer hard moest remmen met zijn voertuig om een aanrijding met betrokkene te voorkomen. Ik zag dat betrokkene geen enkele notie nam van het overige verkeer op de Beverkoog. Door geen voorrang te verlenen aan voertuig die op de voorrangsweg reden ontstond een verkeersgevaarlijke situatie(…)”
Namens betrokkene wordt de gedraging algemeen betwist en wordt er geen op de zaak toegespitst verweer gevoerd. De kantonrechter ziet in hetgeen namens de betrokkene is aangevoerd dan ook geen aanleiding te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter ziet in hetgeen namens betrokkene is aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep tegen de boete ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep opgelegd ongegrond.
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: