Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan een snorfietser. De betrokkene had een boete gekregen voor het gebruik van een onverplicht fietspad met een ingeschakelde verbrandingsmotor. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 18 maart 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de betrokkene aanwezig.
De kantonrechter oordeelde dat de gedraging van de betrokkene was komen vast te staan, maar dat er bij de betrokkene verwarring was ontstaan over de regels. De kantonrechter vond het voorstelbaar dat de betrokkene de gedraging niet had begaan als hij had geweten dat dit verboden was. Daarom besloot de kantonrechter om, bij wijze van uitzondering, de boete te matigen. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en de boete werd vastgesteld op € 47,50, vermeerderd met administratiekosten. Het beroep van de betrokkene werd gedeeltelijk gegrond verklaard.
De uitspraak houdt in dat de kantonrechter de beslissing van de officier van justitie wijzigt en het bedrag van de boete aanpast. Tevens wordt bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat de betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetaalt. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.