Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 18 maart 2022 in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het parkeren van een voertuig op een vermeende groenstrook zonder de benodigde vergunning. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de locatie niet als groenstrook kan worden aangemerkt, maar als berm, en dat er geen bewijs was dat de betreffende groenstrook door de gemeente was aangewezen. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, maar de kantonrechter oordeelde dat de officier niet voldoende had gereageerd op de argumenten van de gemachtigde. De kantonrechter stelde vast dat de APV van de gemeente Medemblik, artikel 5.11, niet onomstotelijk was overtreden, omdat niet was aangetoond dat de vermeende groenstrook een door de gemeente aangewezen groenstrook was. Hierdoor werd de boete ten onrechte opgelegd en verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de boete werden vernietigd, en de officier werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 1.164,75. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke aanwijzingen van de gemeente bij het handhaven van parkeerverboden op groenstroken.