In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 4 mei 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderen, die een belaste achtergrond hebben, verblijven momenteel bij pleegouders, maar deze kunnen de zorg niet langer dragen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (GI) heeft een nieuw perspectief biedend pleeggezin in het vizier, en de rechtbank acht het noodzakelijk om de uithuisplaatsing te verlengen om het matchingstraject met dit projectgezin voort te zetten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van de kinderen, ondanks hun liefdevolle intenties, niet in staat zijn om de benodigde stabiliteit en zorg te bieden. De moeder kampt met psychiatrische problemen die haar vermogen om een veilige omgeving te creëren ondermijnen, terwijl de vader onvoldoende inzicht heeft in de behoeften van de kinderen en niet openstaat voor hulpverlening. De pleegouders hebben aangegeven dat zij de zorg niet langer kunnen dragen, wat de noodzaak voor een nieuwe plaatsing onderstreept.
De rechtbank heeft de ouders aangemoedigd om betrokken te blijven bij de ontwikkelingen van de kinderen en om te onderzoeken of de omgang kan worden uitgebreid. De machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 28 februari 2023, met de nadruk op het belang van een stabiele en veilige omgeving voor de kinderen.