In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die na een periode van ruim vijf jaar uithuisplaatsing weer bij hun ouders zijn teruggeplaatst. De gecertificeerde instelling, de Jeugd- en Gezinsbeschermers (GI), heeft geen verlenging van de uithuisplaatsing verzocht, maar wel om de ondertoezichtstelling te verlengen. De kinderrechter heeft de situatie van de kinderen en de ouders zorgvuldig afgewogen. Ondanks het feit dat de ouders grote stappen hebben gemaakt in het verbeteren van hun opvoedsituatie, blijft er een risico bestaan, vooral met betrekking tot het alcoholgebruik van de ouders. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling met twaalf maanden te verlengen om de situatie goed te kunnen monitoren en te waarborgen dat de positieve ontwikkelingen zich voortzetten. De ouders zijn in staat gebleken om samen te werken met de GI en de hulpverlening, en de kinderrechter heeft vertrouwen in de stabiliteit van de thuissituatie. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.