ECLI:NL:RBNHO:2022:4082

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
11 mei 2022
Zaaknummer
9571163
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen voor advertentiediensten op zoekmachines

In deze zaak heeft Youvia B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van openstaande facturen die voortvloeien uit een overeenkomst voor advertentiediensten op zoekmachines. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 18 november 2021. Youvia stelt dat er een overeenkomst is gesloten op 10 september 2019, waarbij [gedaagde] zich verplichtte om te betalen voor de geleverde diensten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Youvia verschillende facturen heeft gestuurd, maar dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de betaling. Ondanks dat [gedaagde] een aantal betalingen heeft verricht, blijft er een openstaand bedrag van € 1.978,61.

[gedaagde] heeft de vordering betwist en aangevoerd dat hij geen overeenkomst heeft ontvangen, en dat de geleverde diensten niet aan zijn verwachtingen voldeden. Hij heeft ook aangegeven dat zijn bedrijf door de coronamaatregelen in financiële problemen is gekomen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er voldoende bewijs is dat de overeenkomst is gesloten en dat [gedaagde] zijn verplichtingen niet is nagekomen.

De kantonrechter heeft de vordering van Youvia toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, inclusief wettelijke handelsrente en proceskosten. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9571163 CV EXPL 21-8118
Uitspraakdatum: 18 mei 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Youvia B.V.
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Youvia
gemachtigde: LAVG B.V. (Groningen)
tegen
[gedaagde] , mede h.o.d.n. [handelsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: Amstel Budget / H. Smit (tot 5 april 2022)

1.Het procesverloop

1.1.
Youvia heeft bij dagvaarding van 18 november 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling en aanvullend schriftelijk geantwoord.
1.2.
Youvia heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Youvia heeft als productie 2 bij dagvaarding een orderbevestiging d.d. 11 september 2019 overgelegd van haar voorgangster (DTG B.V.) gericht aan [gedaagde] . Het betreft het adverteren op zoekmachines (SEA). Het totaal bedrag is € 1.800,00 exclusief btw en € 2.178,00 inclusief btw. Op de orderbevestiging is verder onder meer vermeld dat de startdatum 25 september 2019 is en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard.
2.2.
Youvia heeft bij dagvaarding tien facturen gericht aan [gedaagde] overgelegd van totaal € 1.815,00. Deze facturen zijn gedateerd van 22 januari 2020 tot en met 18 oktober 2020.
2.3.
Bij e-mail van 16 november 2020 heeft Youvia aan [gedaagde] onder meer het volgende bericht:
Op 16 maart 2020 bent u geïnformeerd dat DTG vanaf die datum verder gaat onder de naam Youvia. (…) Wellicht heeft deze naamsverandering én gelijktijdige lockdown als gevolg van Covid-19 ervoor gezorgd dat onderstaande facturen aan uw aandacht zijn ontsnapt. (…)
2.4.
Bij e-mail van 17 november 2020 heeft [gedaagde] onder meer aan de gemachtigde van Youvia geschreven:
Naar aanleiding van telefonisch contact met verzoek nogmaals om het contract van Youvia. Zodra zij het niet kunnen overhandigen gaan wij niet akkoord met de facturen. (…)
2.5.
Op 30 november 2020 heeft de gemachtigde van Youvia de orderbevestiging aan [gedaagde] (nogmaals) toegezonden en het volgende gemaild:
Naar aanleiding van uw reactie ontvangt u hierbij de stukken ter onderbouwing van de vordering. U hebt bij onze opdrachtgever een abonnement. Het betreft een jaarlijkse doorplaatsing. Zolang onze opdrachtgever geen opzegging ontvangt, zal de overeenkomst worden verlengd. (…)
2.6.
Partijen hebben een aantal betalingsregelingen getroffen. Deze zijn telkens vervallen omdat [gedaagde] deze niet (stipt) nakwam. In totaal heeft [gedaagde] een bedrag van € 363,59 voldaan.

3.De vordering

3.1.
Youvia vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 1.978,61. De vordering bestaat uit € 1.815,00 aan hoofdsom, € 254,95 aan wettelijke handelsrente berekend tot 9 november 2021 en € 272,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, verminderd met € 363,59 en te vermeerderen met verdere rente en proceskosten.
3.2.
Youvia legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] met Youvia op 10 september 2019 een overeenkomst (op afstand) heeft gesloten voor de levering van diensten: “Adverteren op zoekmachines (SEA)”. [gedaagde] is in gebreke gebleven met de betaling van de facturen van januari tot en met oktober 2020 van totaal € 1.815,00. Na aanmaningen van de incassogemachtigde heeft [gedaagde] in totaal een bedrag van € 363,59 voldaan, zodat dat bedrag in mindering strekt op de vordering. Daarnaast maakt Youvia aanspraak op schadevergoeding in de vorm van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke handelsrente.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij, ondanks verzoeken daartoe, geen overeenkomst met Youvia heeft ontvangen. Wel hebben partijen medio 2019 telefonisch contact gehad en zijn er afspraken gemaakt over een dienstverlening waarvoor zou worden betaald. [gedaagde] heeft ook betalingen verricht. Partijen hebben een aantal afspraken gemaakt. [gedaagde] heeft echter nooit kunnen vaststellen dat zijn bedrijf bovenaan de lijst in de zoekmachines is komen te staan. Ook waren de gegevens niet toegankelijk voor hem, zodat hij geen idee had wat Youvia uitvoerde en met welk resultaat. [gedaagde] heeft zijn ontevredenheid telefonisch kenbaar gemaakt aan Youvia, die verbetering beloofde. Op een gegeven moment is [gedaagde] overgestapt naar een andere partij. Daar bleek dat [gedaagde] wel inzage had en ook hoger op de lijst in de zoekmachines kwam te staan waardoor [gedaagde] meer klanten kreeg. Verder voert [gedaagde] aan dat de omzet van zijn bedrijf is gedaald met 85% door corona beperkende maatregelen. Desondanks heeft [gedaagde] voorgesteld om maandelijks een bedrag van € 50,00 te betalen. Youvia toonde echter geen enkele toenadering of begrip. [gedaagde] betwist de vordering dan ook door de slechte kwaliteit, het gebrek aan service en vertrouwen alsook de onduidelijkheden over de gemaakte afspraken.

5.De beoordeling

5.1.
De gemachtigde van [gedaagde] heeft in zijn laatste schriftelijke reactie (conclusie van dupliek) laten weten dat [gedaagde] de schulden niet meer kan overzien en zich heeft aangemeld bij De Lage Landen Bewindvoering. Ook heeft de gemachtigde van [gedaagde] geschreven dat een verzoek is verstuurd naar de rechtbank voor het WSNP traject en dat zijn werkzaamheden daarmee zijn gestopt. Tot slot heeft hij gevraagd of Youvia een vonnis wil met inbegrip van de hoge niet verhaalbare kosten. Inhoudelijk heeft de gemachtigde van [gedaagde] geen verweer meer gevoerd.
5.2.
Er is (nog) geen sprake van een WSNP traject van [gedaagde] . Ook zijn de goederen van [gedaagde] (nog) niet onder bewind gesteld. De dagvaarding is daarom op goede gronden betekend aan [gedaagde] , zodat de kantonrechter deze procedure zal afsluiten met een vonnis.
5.3.
Youvia heeft in haar laatste schriftelijke reactie (conclusie van repliek) de voicelog overgelegd van het tussen partijen gevoerde telefoongesprek op 10 september 2019. Youvia heeft daarbij verwezen naar het deel van het gesprek vanaf minuut 29:38. Dat deel heeft zij uitgeschreven onder punt 12 van de conclusie van repliek. Daaruit blijkt dat partijen de overeenkomst zijn aangegaan waarop Youvia haar vordering baseert. [gedaagde] heeft dat in zijn conclusie van dupliek niet (meer) betwist. Dat betekent dat partijen een overeenkomst hebben gesloten en dat [gedaagde] op grond daarvan in beginsel de aan hem gestuurde facturen diende te betalen.
5.4.
Het (aanvankelijk gevoerde) verweer dat partijen afspraken hebben gemaakt die Youvia niet zou zijn nagekomen faalt. Youvia heeft in haar conclusie van repliek gemotiveerd betwist dat zij haar verplichtingen uit de overeenkomst niet zou zijn nagekomen. Bovendien is gesteld noch gebleken dat [gedaagde] Youvia hiervoor in gebreke heeft gesteld. [gedaagde] dient dan ook het restant van de gevorderde factuurbedragen te betalen.
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Youvia zal toewijzen, inclusief de niet betwiste handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Youvia van € 1.978,61, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 1.451,41 vanaf 9 november 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Youvia tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 102,15
griffierecht € 507,00
salaris gemachtigde € 374,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter