ECLI:NL:RBNHO:2022:4011

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
9 mei 2022
Zaaknummer
9085023
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot restitutie van ticketprijzen na annulering van vluchten door vervoerder

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door mr. A.Y. Lai namens Ticketclaim B.V., een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, wegens annulering van hun vluchten van Amsterdam naar München en terug. De passagiers hebben op 21 mei 2020 en 25 mei 2020 vluchten geboekt, die beide zijn geannuleerd. Zij vorderen restitutie van de betaalde ticketprijzen, omdat de vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan. De vervoerder stelt dat hij bevrijdend heeft betaald aan de reisagent, Vliegtickets.nl, en dat hij daarom niet verplicht is om de passagiers rechtstreeks te compenseren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagiers recht hebben op volledige terugbetaling van de ticketprijzen op grond van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder heeft betoogd dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan door de ticketprijs terug te storten aan Vliegtickets.nl, maar de kantonrechter oordeelt dat de passagiers niet op de hoogte waren van de algemene voorwaarden van de vervoerder en dat deze voorwaarden niet van toepassing zijn op hun overeenkomst.

De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 413,25, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vervoerder in beginsel gehouden is om de passagiers rechtstreeks te compenseren en dat de vordering tot restitutie van de ticketprijzen terecht is ingediend. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9085023 \ CV EXPL 21-1720
Uitspraakdatum: 30 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1],

2.
[eiser 2],wonende te [plaats 2].
3.
[eiser 3],wonende te [plaats 3],
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. A.Y. Lai namens Ticketclaim B.V.
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaftgevestigd en kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. P.C.X de Leede en mr. E.A. Pluijm

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 8 maart 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam Schiphol Airport naar München op 21 mei 2020.
2.2.
De passagiers hebben eveneens met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten voor de (terug)vlucht van München naar Amsterdam Schiphol Airport op 25 mei 2020.
2.3.
Beide vluchten zijn geannuleerd.
2.4.
De passagiers hebben restitutie van de betaalde ticketprijzen gevorderd in verband met de voornoemde annulering(en).
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 379,27, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 68,84 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
3.2.
De passagiers stellen dat de vervoerder te kort is geschoten in zijn verplichting de passagiers binnen 7 dagen na annulering van de vlucht de ticketprijs van de ongebruikte vliegtickets te restitueren conform artikel 8 lid 1 sub a van de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening). En de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder gehouden is hen de betaalde ticketprijzen te restitueren tot een bedrag van € 379,27.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert aan geen betaling verschuldigd te zijn, omdat hij reeds bevrijdend heeft betaald aan de reisagent van de passagiers (Vliegtickets.nl). De gevorderde bedragen zijn ruim voor de betekening van de dagvaarding door de vervoerder gerestitueerd. De vervoerder heeft derhalve aan al zijn verplichtingen voldaan. Voorts betwist de vervoerder enige buitengerechtelijke kosten, proceskosten en nakosten verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Niet in geschil is dat de vluchten geannuleerd zijn, zodat de passagiers op grond van artikel 8 lid 1 sub a van de Verordening recht hebben op volledige terugbetaling van de ticketprijzen. De vervoerder is in beginsel gehouden deze restitutie binnen 7 dagen na annulering te voldoen.
5.3.
De vervoerder voert aan reeds aan zijn verplichtingen op grond van de Verordening te hebben voldaan. De passagiers hebben de tickets geboekt door tussenkomst van een reisbemiddelaar (Vliegtickets.nl). Op 13 november 2020 – reeds vóór betekening van de dagvaarding – heeft de vervoerder de volledige ticketprijs teruggestort aan de partij die de vluchten had geboekt en betaald, te weten Vliegtickets.nl. De vervoerder voert aan hiermee bevrijdend te hebben betaald.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat gelet op de inhoud en strekking van de Verordening, de vervoerder de passagiers in beginsel rechtstreeks dient te compenseren. De vervoerder voert daarentegen aan dat hij op grond van zijn algemene voorwaarden eveneens bevrijdend kan betalen aan degene die de tickets heeft betaald (“
The refund will be made either to the passenger named on the ticket or to the person who paid for the ticket”). De tickets zijn door Vliegtickets.nl – in opdracht van de passagiers – geboekt en betaald. De vervoerder betoogt dan ook dat hij, doordat hij de ticketprijs heeft teruggestort aan Vliegtickets.nl, bevrijdend heeft betaald. De kantonrechter overweegt dat voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden van belang is dat de passagiers de gelding van de algemene voorwaarden (impliciet) hebben aanvaard, en dat hen vóór of bij het sluiten van de overeenkomst de mogelijkheid wordt geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. De passagiers hebben met Vliegtickets.nl gecontracteerd. Niet is gebleken dat de algemene voorwaarden van de vervoerder onderdeel uitmaken van deze overeenkomst, noch dat de passagiers ten tijde van het sluiten van de overeenkomst van deze algemene voorwaarden op de hoogte waren, laat staan dat zij met toepasselijkheid van de algemene voorwaarden hebben ingestemd.
5.5.
Dat er in deze kwestie uitzondering op de regel zou bestaan dat de vervoerder de passagiers in beginsel rechtstreeks dient te compenseren, omdat tussen passagiers en reisbemiddelaar en/of maatschappij en reisbemiddelaar andere afspraken zijn gemaakt, is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook onvoldoende gebleken. De passagiers voeren aan dat zij geen betaling (van de tussenpersoon) hebben ontvangen. Nu de vervoerder dat niet heeft betwist, wordt als vaststaand aangenomen dat de passagiers zelf de terugbetaling nog niet hebben ontvangen.
5.6.
De vervoerder voert aan dat zijn verplichting tot restitutie van de reissom enkel ziet op de daadwekelijke ticketprijs van de geannuleerde vluchten en zich niet uitstrekt tot restitutie van een eventueel aan de passagiers berekende servicekostenvergoeding. Dit is door de passagiers niet betwist. De vordering tot restitutie van betaalde ticketprijzen zal dan ook worden toegewezen tot een bedrag van € 349,77.
5.7.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.8.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vervoerder heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De vordering heeft betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Op grond van het Besluit komen alle kosten die in redelijkheid zijn gemaakt voor vergoeding in aanmerking. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat de passagiers buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. Deze kosten komen de rechter niet onredelijk voor.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 63,48 (inclusief btw), en voor het overige afwijzen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 413,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 349,77 vanaf 7 dagen na annulering van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 109,64;
griffierecht € 85,00;
salaris gemachtigde € 150,00;
6.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 37,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt
,te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter