Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],allen wonende te [plaats 1],
[eiser 6],
[eiser 7],
[eiser 8],
[eiser 9],
[eiser 10]
[eiser 11],allen wonende te [plaats 2],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 3.900,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 december 2016, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf datum van de betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 726,00 dan wel € 623,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2017 dan wel vanaf de datum van betekening van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Omdat het subsidiair gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de eisende partij in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
6.De beslissing
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 498,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;