Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
[eiser 2]beiden wonende te [plaats 1]
[eiser 3], wonende te [plaats 2]
[eiser 4], wonende te [plaats 3]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 457,89, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf zeven dagen na de annulering, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 68,68 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Passagiers sub 1 en sub 2
additional flight services”, ter hoogte van € 50,00, dient te vergoeden. De vervoerder heeft aangevoerd dat de passagiers onvoldoende hebben gesteld waar deze kosten op zien en om die reden dient de vordering te worden afgewezen. Verder verwijst de vervoerder, voor zover de “
additional flight services” zien op de provisie van de reisagent, naar het arrest Harm/ Vueling en het rapport van de Europese rekenkamer omtrent hetzelfde onderwerp. De passagiers betwisten het voorgaande en verwijzen naar artikel 8 van de Verordening. De kantonrechter overweegt als volgt. Voor zover de vervoerder gehouden is de “
additional flight services” te voldoen, hebben de passagiers onvoldoende onderbouwd wat de “
additional flight services” inhoudt en waar deze kosten op zien. Gelet op de gemotiveerde betwisting van de vervoerder, zal de vordering van passagier sub 1 en sub 2 worden afgewezen.
Passagier sub 3
€ 248,79 aan de passagier verschuldigd is. Gelet op de erkenning van de vervoerder ligt de vordering derhalve voor toewijzing gereed. De vervoerder betwist de wettelijke rente verschuldigd te zijn vanaf zeven dagen na annulering van de vluchten. De enorme vloed aan aanvragen tot restitutie in de Covid-19 pandemie geeft reden tot coulance voor de datum waarop de wettelijke rente begint te lopen, aldus de vervoerder. De vervoerder doet een beroep op de redelijkheid en billijkheid, maar de vervoerder heeft ten aanzien van passagier sub 3 onvoldoende onderbouwd wat in onderhavig geval wel een redelijke ingangsdatum zou zijn, zodat de kantonrechter hieraan voorbij gaat. De wettelijke rente wordt dan ook toegewezen vanaf zeven dagen na de annulering van de vlucht.
Passagier sub 4