Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vermogensmaatregel
8.Overige beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp
9.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
14 (veertien) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 7 (zeven) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op 2 jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Staatsbosbeheergeleden schade tot een bedrag van
€ 8.015,13, als vergoeding voor materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan Staatsbosbeheer, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door (een) medeverdachte(n) is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.