Uitspraak
,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 4 mei 2022 uitspraak gedaan over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over vier minderjarigen. De kinderen zijn sinds 2018/2019 uithuisgeplaatst en de samenwerking tussen de moeder en de hulpverlening verloopt zeer moeizaam. De moeder is moeilijk bereikbaar voor hulpverlening en houdt zich niet aan gemaakte afspraken. Ook onthoudt zij regelmatig haar toestemming voor noodzakelijke zaken in het belang van de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om een veilige en verantwoorde opvoedsituatie te bieden, en heeft daarom het gezag van de moeder beëindigd. De rechtbank heeft echter niet ingestemd met het advies van de Raad voor de Kinderbescherming om een andere gecertificeerde instelling aan te wijzen voor de uitvoering van het gezag. In plaats daarvan heeft de rechtbank de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering belast met het gezag over de kinderen, gezien de complexe problematiek en de noodzaak voor continuïteit in de hulpverlening. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de moeder niet in staat is om binnen een aanvaardbare termijn de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen op zich te nemen, en dat het in het belang van de kinderen is dat er duidelijkheid en stabiliteit komt in hun opvoedsituatie.