Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
- de Pro Justitia rapportage van 18 januari 2022, opgemaakt door GZ-psycholoog drs. M.L. de Groot;
.Voornoemde kan in de DSM 5 worden geclassificeerd als een bipolaire I stoornis met psychotische kenmerken. In aanloop naar en ten tijde van het ten laste gelegde was sprake van een ernstig manisch-psychotisch beeld, in het kader van een bipolaire I stoornis met psychotische kenmerken. Betrokkenes realiteitstoetsing was ernstig verstoord, in de zin dat hij er (oncorrigeerbaar) van was overtuigd dat hij dood zou gaan door een hogere macht, en dat hij alleen door zelfmoord zijn ziel en die van zijn moeder kon redden. Ontsnappen uit de kliniek was de enige manier om dit te volbrengen. Zijn dreigende gedrag kwam voort vanuit de (psychotische) angst dat hij en zijn moeder anders gestraft zouden worden. Op basis van betrokkenes verhaal lijken manische symptomen tevens een rol te hebben gespeeld, in de zin dat zijn gedachtes voortdurend een vlucht met hem namen en dat hij daardoor moeilijk helder kon denken. Betrokkene overwoog weliswaar andere opties om zijn plan te verwezenlijken, maar al deze overwegingen waren psychotisch gekleurd. Op basis van onderhavig onderzoek lijkt het ten laste gelegde volledig pathologisch gemotiveerd en was er geenszins ruimte voor gezonde (her)overwegingen van zijn gedrag. Geadviseerd wordt dan ook om hem het ten laste gelegde niet toe te rekenen.
6.Geen maatregel
– voor zover hier van belang – het volgende inhoudt:
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 1.000,- ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
ontslaat de verdachtedaarvoor
van alle rechtsvervolging.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.