ECLI:NL:RBNHO:2022:3751

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
28 april 2022
Zaaknummer
9103915 \ CV EXPL 21-1896
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op buitengewone omstandigheden bij annulering vlucht door capaciteitsreductie en weersomstandigheden

In deze zaak heeft Flightright GmbH, een rechtspersoon naar buitenlands recht, een vordering ingesteld tegen KLM Cityhopper wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De annulering vond plaats op 14 maart 2019, waarbij de passagiers van Göteborg naar Mauritius via Amsterdam-Schiphol Airport zouden worden vervoerd. De vlucht werd geannuleerd vanwege slechte weersomstandigheden en een significante beperking van de capaciteit op Schiphol, zoals aangegeven door de luchtverkeersleiding. Flightright vorderde een schadevergoeding van € 1.200,00, vermeerderd met rente en incassokosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9103915 \ CV EXPL 21-1896
Uitspraakdatum: 20 april 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Flightright GmbH
statutair gevestigd te Hamburg (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen Flightright
gemachtigde mr. H. Yildiz (Weiss Legal)
tegen
de besloten vennootschap
KLM Cityhopper
statutair gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
Flightright heeft bij dagvaarding van 13 januari 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Flightright heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1] en [passagier 2] (hierna: de passagiers) hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Göteborg (Zweden) via Amsterdam-Schiphol Airport naar Mauritius Airport (Mauritius) op 14 maart 2019.
2.2.
Vlucht KL1156 van Göteborg naar Amsterdam-Schiphol Airport (hierna: de vlucht) is geannuleerd. De passagiers zijn omgeboekt naar alternatieve vluchten.
2.3.
De passagiers hebben hun vermeende vorderingsrecht overgedragen aan Flightright.
2.4.
Flightright heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Flightright vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Flightright heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Flightright stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 1.200,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. Nu gesteld, noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5, eerste lid, onder c sub i, ii of iii van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
In de punten 14 en 15 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van onverwachte vliegveiligheidsproblemen, weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.4.
De vervoerder heeft in dit verband aangevoerd dat de vlucht is geannuleerd vanwege de significante beperking van de capaciteit van de luchthaven Schiphol en de daarop opgelegde CTOT. Hierbij heeft de vervoerder aangevoerd dat het KNMI slechte weersomstandigheden had aangekondigd voor de luchthaven Schiphol op 14 maart 2019, te weten harde wind met windstoten. Op verzoek van Luchtverkeersleiding Nederland heeft Eurocontrol het luchtverkeer te Schiphol door voornoemde slechte weersomstandigheden beperkt. Nagenoeg de hele dag mochten er wisselend 20 tot 46 vluchten per uur aankomen op Schiphol, aldus de vervoerder. De vervoerder verwijst naar de verklaring van Luchtverkeersleiding Nederland waarin staat:
“We state that because of strong wind conditions the air traffic to Amsterdam Airport had to be regulated by Air Traffic Control the Netherlands on 14 March 2019 between 07:20 and 22:20 hour Locale Time (LT). As said on 14 March 2019 the air traffic had to be regulated between 07:20 and 22:20 hour Local Time. During these timeframes the number of flights intending to arrive exceeded the capacity available. In other words the amount of scheduled flights was higher than the amount of flights that could be handled by Air Traffic Control the Netherlands under the conditions which resulted in heavy delays and/ or cancellations.”Een significante beperking van de capaciteit van Schiphol is direct van invloed op de luchtuitvoering van de vervoerder, aldus de vervoerder. Amsterdam is immers de thuisbasis van de vervoerder. Daarnaast heeft de vervoerder aangevoerd dat hij een aanzienlijke buffer in zijn schema heeft. Hierdoor is de vervoerder in staat om bij een gemiddelde vertraging op alle vluchten van gemiddeld 70 minuten uiteindelijk alle geplande vluchten uit te voeren, zij het met een vertraging. Bij een gemiddelde vertraging boven de 70 minuten is dat niet langer mogelijk en zullen er vluchtten geannuleerd moeten worden, aldus nog steeds de vervoerder. Volgens de vervoerder liep de gemiddelde vertraging op 14 maart 2019 op tot wel 120 minuten. Door voornoemde omstandigheden was het onmogelijk om alle vluchten uit te voeren, zo ook onderhavige vlucht. De vervoerder heeft hierbij aangevoerd dat aan onderhavige vlucht een CTOT van 15:05 uur UTC was opgelegd (productie 7 bij conclusie van antwoord). De vervoerder kan gezien de aard en oorsprong van de omstandigheden geen daadwerkelijke invloed uitoefenen op de omstandigheden. Het vaststellen van de capaciteit is geen onderdeel van de bedrijfsvoering van de vervoerder. Het voorgaande geldt ook voor CTOT, aldus de vervoerder. De oorzaak van de annulering is dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid. Daarmee is het causale verband tussen de annulering en de capaciteitsreductie gegeven, aldus nog steeds de vervoerder.
5.5.
Flightright stelt dat geen sprake is van buitengewone omstandigheden. Uit de METAR gegevens blijkt dat geen sprake was van slechte weersomstandigheden op het tijdstip van de uitvoering van de onderhavige vlucht. Voorts blijkt uit de verklaring van de Luchtverkeersleiding Nederland waarin wordt bevestigd dat een algemene capaciteitsreductie was afgekondigd dat dergelijke omstandigheden niet buitengewoon zijn. Tevens dient sprake te zijn van een besluit van de luchtverkeersleiding dat van toepassing is op een specifiek vliegtuig op een specifieke dag, dit is niet het geval. De vervoerder heeft zelf besloten om de vlucht te annuleren. Dit is een operationele keuze geweest, aldus Flightright. Voorts betwist Flightright dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen.
5.6.
De kantonrechter overweegt dat het aan de vervoerder is om aan te tonen dat hij, gelet op de duur en mate van de restrictie geen andere keuze had dan tot annulering van de vlucht over te gaan. De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de luchtverkeersleiding vanwege de slechte weersomstandigheden de capaciteit van Amsterdam-Schiphol Airport tussen 07:20 en 22:20 uur lokale tijd naar beneden heeft moeten bijstellen. Uit de overgelegde verklaring van de luchtverkeersleiding volgt immers dat vanwege de “
strong wind conditions” sprake is geweest van reguleringen tussen 07:20 uur lokale tijd en 22:20 uur lokale tijd. Bovendien heeft de vervoerder voldoende aannemelijk gemaakt waarom in onderhavig geval de vlucht is geannuleerd en niet alsnog vertraagd is uitgevoerd. De luchtverkeersleiding heeft aan de vlucht in kwestie meerdere CTOT’s opgelegd wegens code 84 (
ATFM due to WEATHER AT DESTINATION). Om 11:47 uur UTC is de CTOT opgeschoven naar take-off om 15:09 uur UTC, dus één uur en 59 minuten na het geplande moment van vertrek, aldus de vervoerder. Mede gelet op de voorspellingen van het KNMI en de berichten van de Luchtverkeersleiding Nederland was de vervoerder genoodzaakt om de vlucht te annuleren. Dit blijkt ook uit het Daily Report van de vlucht: “
Cancelled due to wind and as consequence Air Traffic Control slot (Amsterdam passengers 0/82)”.Dat bij de beslissing tot het annuleren van specifieke vluchten een operationeel aspect dan wel keuze speelt, zoals Flightright stelt, betekent naar het oordeel van de kantonrechter niet automatisch dat het annuleren van vluchten als gevolg van een capaciteitsreductie inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij. Daarbij heeft de vervoerder voldoende onderbouwd dat zijn thuisbasis Schiphol is en dat al zijn vluchten vertrekken en aankomen op Schiphol. De vervoerder heeft hierbij aangevoerd dat een beperking van de capaciteit van Schiphol direct van invloed is op de vluchtuitvoering van de vervoerder.
5.7.
Alles bij elkaar genomen is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder in onderhavig geval een geslaagd beroep kan doen op buitengewone omstandigheden.
5.8.
De vraag die vervolgens dient te worden beantwoord is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering te voorkomen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. De vervoerder heeft voldoende onderbouwd dat hij een buffer in zijn schema heeft om vertragingen op te vangen. Met de vervoerder is de kantonrechter van oordeel dat van de vervoerder in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij een grotere buffer inruimt om annuleringen op zeer verstoorde dagen te voorkomen. Bovendien heeft de vervoerder de passagiers omgeboekt naar alternatieve vluchten. De passagiers zijn hierdoor vijf uur en 40 later dan oorspronkelijk gepland aangekomen op de overeengekomen eindbestemming. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder in dit geval had moeten nemen om de annulering te voorkomen. De kantonrechter wijst de vordering van Flightright dan ook af.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Flightright, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van Flightright, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Flightright tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 374,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt Flightright tot betaling van € 93,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter