Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beide zolders hebben een klein raampje aan de voorzijde. Op de bouwtekeningen, de foto’s en het filmpje is te zien dat slechts een beperkt gedeelte van de afzonderlijke verdiepingen op stahoogte is. Hierdoor zijn de ruimtes deels wellicht min of meer bewoonbaar, maar voor het grootste deel toch vooral geschikt als berg- of bewaarplaats. De ruimtes voldoen daarmee volledig aan de in het Van Dale woordenboek opgenomen omschrijving van het begrip “zolder”. De rechtbank is van oordeel dat deze ruimtes daarom moeten worden gezien als (berg)zolders. Overigens worden de ruimtes ook op de bouwtekeningen van de bestaande (begin)situatie aangeduid als bergzolder. Zoals verweerder terecht stelt, zijn zolders uitgesloten van het begrip bouwlaag. Deze benadering sluit ook aan bij de rechtspraak. [3] In de beginsituatie is naar het oordeel van de rechtbank dan ook sprake van een bijbehorend bouwwerk met één bouwlaag.
Het bestemmingsplan voorziet evenwel in een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid van 10% voor gegeven maten en afmetingen. [7] Verweerder mag daarom op deze wijze afwijken van het bestemmingsplan, als er geen strijd is met de goede ruimtelijke ordening. [8]
Beslissing
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Bijlage
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(…)
(…)
Besluit omgevingsrecht
Bestemmingsplan Binnenstad en Havens
bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kruipruimte en/of kelder, zolder en bouwdelen met een inwendige hoogte minder dan 1,5 m;
hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, zowel in ruimtelijk als in functioneel opzicht als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt
(…)
(…)
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie;
- de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde stadsgezicht als bedoeld in artikel 35,