ECLI:NL:RBNHO:2022:3600

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 april 2022
Publicatiedatum
22 april 2022
Zaaknummer
9685037 \ BM VERZ 22-460
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van bewind wegens verkwisting en problematische schulden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van een bewind dat was ingesteld over de goederen van betrokkene wegens verkwisting en problematische schulden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de grond voor het bewind is komen te vervallen, aangezien er sinds geruime tijd geen sprake meer is van problematische schulden. De bewindvoerder had in een eerdere brief aangegeven dat betrokkene nog steeds niet in staat was om op de juiste wijze met zijn financiën om te gaan, ondanks een maandelijks overschot in zijn budget. Dit werd onder andere toegeschreven aan online gokken en investeringen in cryptovaluta.

Tijdens de mondelinge behandeling op 21 maart 2022 heeft betrokkene echter verklaard dat zijn online gokaccounts geblokkeerd zijn, wat door de kantonrechter als voldoende bewijs werd gezien dat het gokken verleden tijd is. Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat de investeringen in cryptovaluta niet als verkwisting konden worden aangemerkt, gezien de hoogte van de bedragen. Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter geconcludeerd dat de noodzaak voor het bewind niet meer bestaat en heeft het bewind opgeheven, met ingang van twee weken na de uitspraak. De kantonrechter heeft tevens de beloning voor de bewindvoerder vastgesteld op € 220,00 exclusief btw voor de werkzaamheden betreffende de eindrekening en verantwoording.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer: 9685037 \ BM VERZ 22-460 SB
Uitspraakdatum:

Beschikking van de kantonrechter

in de zaak van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
van wie de bewindvoerder is:
G. Pranger, h.o.d.n. Pranger Bewindvoering,
gevestigd te Wormerveer,
hierna ook te noemen: bewindvoerder.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de brief van de griffier van 29 november 2021;
  • de brief van de bewindvoerder, ter griffie ingekomen op 13 december 2021;
  • de brief van de bewindvoerder, ter griffie ingekomen op 18 januari 2022;
  • het verzoek, ter griffie ingekomen op 9 februari 2022.
Op 21 maart 2022 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. De bewindvoerder is bij deze mondelinge behandeling niet verschenen.

beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter van 23 oktober 2015 is een bewind ingesteld over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden.
Bij de brief van 29 november 2021 is aan betrokkene en de bewindvoerder medegedeeld dat de kantonrechter voornemens is het bewind op te heffen, aangezien er reeds sinds ruim een jaar geen sprake meer is van problematische schulden. Gelet op het voorgaande zijn zowel betrokkene als de bewindvoerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van de kantonrechter om het bewind op te heffen.
De bewindvoerder heeft in reactie op het voorgaande aangeven dat er met betrokkene al geruime tijd wordt gewerkt aan zelfredzaamheid. Uit het zelfredzaamheidstraject is naar voren gekomen dat betrokkene nog altijd niet op de juiste wijze met zijn financiën kan omgaan. Betrokkene heeft maandelijks een ruim overschot in zijn budget, maar is niet in staat gebleken een spaargeld op te bouwen. Dit is onder andere het gevolg van online gokken en aankopen van cryptovaluta. De zorgen over het gedrag van betrokkene zijn meerdere malen met hem besproken, maar zonder resultaat. De bewindvoerder is dan ook van mening dat nog er bij betrokkene nog sprake is van verkwisting en verzoekt het bewind op deze grond voort te zetten.
De kantonrechter dient te beoordelen of voortzetting van het bewind nog noodzakelijk is.
De bewindvoerder stelt dat, ondanks de aflossing van de problematische schulden, er bij betrokkene nog altijd sprake is van verkwisting op grond waarvan het bewind dient te worden voortgezet. Dit onderbouwt de bewindvoerder door aan te geven dat betrokkene geen spaargeld opbouwt door uitgaven aan online gokken en cryptovaluta. Ter zitting heeft betrokkene echter aangegeven dat zijn accounts voor online gokken al geruime tijd zijn geblokkeerd. De kantonrechter acht het daarmee voldoende aannemelijk gemaakt dat het online gokken verleden tijd is. Ook vallen de investeringen in cryptovaluta naar oordeel van de kantonrechter niet aan te merken als verkwisting, gezien de hoogte van de bedragen. Gelet op het voorgaande stelt de kantonrechter vast dat de grond van het bewind is komen te vervallen en dat daarmee de noodzaak van het bewind niet meer bestaat. De kantonrechter zal het bewind daarom opheffen.

beslissing

De kantonrechter:
  • heft op, met ingang van twee weken na heden, het bij beschikking van 23 oktober 2015
  • verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
  • stelt vast dat de beloning die de bewindvoerder eenmalig voor de werkzaamheden betreffende het opmaken van de eindrekening en verantwoording in rekening mag brengen (thans) € 220,00 (exclusief btw) bedraagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter