Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door mr. M. Erkens;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] ;
2.De feiten
de moeder heeft één keer in de twee weken (even weken) een dagdeel in het weekend omgang met [minderjarige 3] . [minderjarige 3] wordt door de moeder opgehaald bij het gezinshuis en wordt hier ook teruggebracht door de moeder. De omgang duurt maximaal vier uur. Het dagdeel wordt door de gezinshuisouders bepaald in verband met afspraken die de andere kinderen in het weekend hebben. De moeder wordt hier minimaal twee weken van te voren van op de hoogte gesteld;
de moeder heeft eens per week anderhalf uur omgang met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder begeleiding van het Leger des Heils/de gezinshuisouders;
de moeder heeft in de schoolvakanties een gezamenlijk omgangsmoment met [minderjarige 3] , [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wat plaatsvindt tijdens het omgangsmoment van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] met de moeder.
3.De verzoeken en standpunten
4.De beoordeling
De GI heeft verzocht om de huidige omgangsregeling definitief vast te stellen, nu is gebleken dat de omgang passend is voor alle drie kinderen, omdat deze aansluit bij hun individuele behoeften en leeftijden.