In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 19 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming tot erkenning van twee minderjarige kinderen door de man. De man, die de verwekker van de kinderen claimt te zijn, heeft verzocht om erkenning en om gezamenlijk ouderlijk gezag. De moeder heeft verzet tegen dit verzoek, met als argument dat erkenning de communicatie tussen partijen verder zou verslechteren en dat de man gevaarlijk zou zijn voor de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een rechtsgeldig DNA-onderzoek nodig is om vast te stellen of de man daadwerkelijk de biologische vader is van de kinderen. De rechtbank heeft de bijzondere curator betrokken bij de zaak en heeft geadviseerd om een DNA-verwantschapsonderzoek te laten uitvoeren door Verilabs. De rechtbank heeft de zaak pro forma aangehouden tot 19 juli 2022, in afwachting van de resultaten van het DNA-onderzoek en verdere ontwikkelingen in de omgangsregeling. De rechtbank heeft ook een tijdelijke omgangsregeling vastgesteld waarbij de man de kinderen om de week op woensdag kan zien, onder begeleiding van een door hem te kiezen persoon. De kosten van het DNA-onderzoek zijn vastgesteld op € 960, die door beide partijen moeten worden voorgeschoten. De rechtbank heeft benadrukt dat de erkenning van de man niet automatisch leidt tot een wijziging van het gezag, en dat de belangen van de kinderen voorop staan.