ECLI:NL:RBNHO:2022:3462

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
20 april 2022
Zaaknummer
9390458
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door heiwerkzaamheden aan woning van buren

In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] c.s., schadevergoeding van de gedaagden, Aannemingsbedrijf Badhoeve B.V. en [gedaagde 2] c.s., als gevolg van schade aan hun woning door heiwerkzaamheden die door Badhoeve werden uitgevoerd in opdracht van [gedaagde 2] c.s. De eisers stelden dat de schade was ontstaan door onrechtmatig handelen van de gedaagden, omdat er geen nulmeting was uitgevoerd voorafgaand aan de werkzaamheden en er onvoldoende rekening was gehouden met de bestaande fundering van hun woning. De kantonrechter oordeelde dat Badhoeve aansprakelijk was voor de schade, omdat de heiwerkzaamheden waarschijnlijk de oorzaak waren van de schade aan de woning van [eiser 1] c.s. De rechter wees echter ook op de noodzaak van een nulmeting en de rol van de aannemer in het proces. De vordering tegen [gedaagde 2] c.s. werd afgewezen, omdat deze niet onrechtmatig had gehandeld. De zaak werd aangehouden voor verdere bewijsvoering en het overleggen van rapporten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9390458 CV EXPL 21-5547
Uitspraakdatum: 23 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2. [eiser 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
verder te noemen: [eiser 1] c.s.
gemachtigde: mr. W.H.R. van Boetzelaer
tegen

1.de besloten vennootschap

Aannemingsbedrijf Badhoeve B.V.
gevestigd te Haarlemmermeer
gedaagde sub 1
verder te noemen: Badhoeve
procederend in persoon

2.[gedaagde 2]

3. [gedaagde 3]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden sub 2 en 3
verder te noemen: [gedaagde 2] c.s.
gemachtigde: mr. J.M. Geerdes

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser 1] c.s. heeft bij dagvaarding van 10 augustus 2021 een vordering tegen Badhoeve en [gedaagde 2] c.s. ingesteld en producties 22 tot en met 25 nagezonden. Zowel Badhoeve als [gedaagde 2] c.s. hebben schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 17 februari 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiser 1] c.s. heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] c.s. en [gedaagde 2] c.s. zijn buren. [eiser 1] c.s. woont op het adres [a-straat] [huisnummer 1] . Sinds 1 maart 2017 is [gedaagde 2] c.s. eigenaar van [a-straat] [huisnummer 2] .
2.2.
Op 4 september 2017 heeft de gemeente [gemeente] een omgevingsvergunning verleend met betrekking tot [a-straat] [huisnummer 2] voor het bouwen van een woning ter vervanging van de bestaande woning.
2.3.
[naam] B.V. (hierna: [sloopbedrijf] ) heeft de woning [a-straat] [huisnummer 2] in opdracht van [gedaagde 2] c.s. eind 2017/begin 2018 gesloopt.
2.4.
Badhoeve heeft in opdracht van [gedaagde 2] c.s. een nieuwe woning gebouwd op het adres [a-straat] [huisnummer 2] . De werkzaamheden daarvoor zijn in juli 2018 gestart. Blijkens de overeenkomst van aanneming van werk die Badhoeve met [gedaagde 2] c.s. heeft gesloten, wordt het sloopwerk/bouwrijp maken en het ontgraven van de bouwput door derden uitgevoerd.
2.5.
De woning van [eiser 1] c.s. heeft fundering op staal (op de eerste zandlaag) met betonstroken van circa 1 meter breed. De nieuwe woning van [gedaagde 2] c.s. heeft een paalfundering.
2.6.
Vóór aanvang van de sloopwerkzaamheden heeft geen nulmeting plaatsgevonden van de woning van [eiser 1] c.s.. Na de sloop, die eind 2017/begin 2018 plaatsvond, heeft op 16 februari 2018 een bouwkundige opname plaatsgevonden door [naam] B.V. (hierna: [bouwkundige] ) op verzoek van de bewoners van [a-straat] [huisnummer 3] . Daarbij is ook de woning van [eiser 1] c.s. onderzocht. [bouwkundige] heeft op 20 februari 2018 een rapport uitgebracht. Dit rapport is (gedeeltelijk) als productie 7 bij dagvaarding gevoegd. In het rapport is vermeld dat de trapopgang 0/1 en de eerste verdieping op verzoek van [eiser 1] c.s. niet in de opname zijn opgenomen.
2.7.
Op 16 juli 2018 is Badhoeve begonnen met het heien van 28 heipalen. Bij het heien is geen meetapparatuur geplaatst om de trillingen of de heigevolgen te meten.
2.8.
[eiser 1] c.s. heeft bij brief van 18 juli 2018 Badhoeve en [gedaagde 2] c.s. als opdrachtgever, aansprakelijk gesteld voor schade aan zijn woning (voor zowel nu als in de toekomst) als gevolg van het heien. Op 19 juli 2018 heeft [eiser 1] c.s. een aanvullende e-mail gestuurd.
2.9.
Op 10 augustus 2018 heeft een inspectie van de woning van [eiser 1] c.s. plaatsgevonden door Top Expertise in opdracht van Badhoeve. In opdracht van de rechtsbijstandsverlener van [eiser 1] c.s., werd Top Expertise vergezeld door een bouwkundig expert van de firma KakesWaal B.V. (hierna: KakesWaal). KakesWaal heeft op 11 september 2018 een deskundige rapport opgemaakt. In het rapport is onder meer vermeld:
(…) Op het perceel [a-straat] [huisnummer 2] te [woonplaats] is het oorspronkelijke woonhuis gesloopt en zijn in opdracht van partij 2 heipalen de grond in geslagen. Dit is volgens partij 1 gepaard gegaan met veel trillingen aan zijn woning. Eén heipaal is zelfs tegen de fundatiestrook geslagen van de woning van partij 1 (foto’s 1 t/m 6).Het betreft een fundering op staal waarbij een trapsgewijze gemetselde strook is opgebouwd die naar onderen toe breder uitloopt. Een stuk van de fundering is los gekomen (foto 5).Er zijn tegels in het toilet gescheurd (foto’s 7 t/m 9)Zo ook de deurstijl van het toilet ) foto 7’.De voor- en achterdeur klemt (foto’s 10 en 11).Tegels in de badkamer zijn gescheurd en losgekomen (foto’s 12 t/m 14).Rondom het kozijn in de voorgevel zijn naden ontstaan (foto’s 15 en 16).(…) De scheuren hebben nog scherpe randen wat inhoud dat de scheuren recent zijn ontstaan. Gelet op de bouwlocatie waar direct naast de woning van partij 1 circa achtentwintig palen zijn geheid. waarvan zelfs één tegen de fundatie van de woning van partij , 1 moet worden vastgesteld dat de schade door trillingen van de heiwerkzaamheden is ontstaan.(…) In eerste instantie zal het grondpakket worden aangevuld om wegspoelen van het grondpakket onder de stroken fundering vandaan te voorkomen. Na de vakantie moet het grondpakket uitgegraven worden op de bouwlocatie waarna de bekisting wordt geplaatst, de bekisting moet los blijven van de fundering van de woning van partij 1. Tussen de bekisting en de fundering van de woning van partij 1 zal een strook van circa 0,07 m. worden aangevuld met zand. In een later stadium zal het grondpakket worden aangevuld zonder gebruik te maken van een trilplaat of andere verdichtingsapparatuur. Dit om te voorkomen dat de stroken fundering wordt weggedrukt.(…) Een bouwstop is ter plaatse met partijen besproken, echter zal dit eerder ten nadele van het herstel zijn. De schade is al aanwezig en dient het grondpakket bij voorkeur zo snel mogelijk weer te worden aangevuld. Deze overweging is gemaakt met de kennis dat de nieuwe fundering naast de oude fundering zou worden aangebracht. In een later stadium bleek echter dat de rand van de bekisting van de nieuwe fundering wel boven de strokenfundering van de woning van partij 1 wordt aangebracht. Dit heeft onze visie gewijzigd en achten wij het risico aanwezig dat bij het storten van beton de fundatie opnieuw zal worden belast met de kans op verdere zakking van de fundatie van de woning van partij 1. Aanvullend is er nog gevolgschade aan de binnenzijde van de woning. Er zullen diverse tegelwanden en vloeren opnieuw betegeld moeten worden. Deuren dienen correct sluitend te worden gemaakt, waarna het schilderwerk hersteld moet worden. De ontstane naden rondom het kozijn in de voorgevel dienen deugdelijk hersteld te worden.(…) Er vanuit gaande dat partij 2 zorgt draagt voor het stabiliseren van de fundering buiten ramen wij de herstelkosten van bovengenoemde herstelwerkzaamheden op € 4.500,00
2.10.
Naar aanleiding van een e-mail van [eiser 1] c.s. aan Badhoeve van 3 september 2018 (onder meer in cc aan KakesWaal) waarin [eiser 1] c.s. schrijft dat Badhoeve zonder overleg toch is begonnen aan zijn kant, antwoord Badhoeve op dezelfde dag onder andere het volgende:
(…) Wij maken de nieuwe fundering conform hetgeen is doorgeven door gemeente en haar constructeur. Onze fundering van het terras blijft uiteindelijk vrij van uw fundering e.e.a. zoals doorgegeven door gemeente. Deze aanpassing zullen wij daarom dan ook zo uitvoeren => uw fundering wordt daarom niet belast. Als de fundering gereed is kan er aangevuld worden wat ook weer uw fundering ten goed komt.
2.11.
In reactie daarop bericht KakesWaal onder meer per e-mail ook op diezelfde dag aan Badhoeve:
(…) Inzake de [a-straat] [huisnummer 1] sprak ik u zojuist en ben van mening dat er met de bouwactiviteiten onvoldoende rekening wordt gehouden met de naastgelegen woning van nr. [huisnummer 1] . Het feit is dat door de heiwerkzaamheden er al schade aan fundatie en woning op nr. [huisnummer 1] is ontstaan. Het is duidelijk dat er een ongelijkmatige zetting van de fundatie heeft plaatsgevonden hetgeen zichtbaar is in de gehele woning. Door de voortvarende bouwwerkzaamheden maakt u ten eerste het onmogelijk om nader onderzoek te laten verrichten naar de staat van de fundering van nr. [huisnummer 1] en verzoek ik u om de bouwactiviteiten op de erfgrens te staken.
Zoals ik van dhr. [naam] en u heb begrepen wordt er wederom een risico genomen dat de stroken fundering van nr. [huisnummer 1] wordt belast bij het storten van de funderingsbalk. U schrijft in uw mail dat de fundering niet wordt belast echter ben ik het op dit punt niet met u eens. Het is dan ook onduidelijk welke gevolgen dit zal hebben maar er is tijdig gewezen op het risico van meer gevolgschade op nr. [huisnummer 1] .
2.12.
Bij e-mail van 12 september 2018 heeft de (toenmalige) rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser 1] c.s. onder meer aan Badhoeve geschreven:
Op 10 augustus jl. heeft in opdracht van Badhoeve Bouw een inspectie plaatsgevonden. (…) Alhoewel tijdens de inspectie [naam] met de expert van Badhoeve Bouw, [naam] van Top Expertise, heeft besproken dat het grondpakket voldoende aangevuld dient te worden om het wegspoelen van het grondpakket onder de stroken fundering te voorkomen en dat de bekisting los dient te blijven van de fundering van de woning van cliënten, hebben cliënten na de bouwvakantie geconstateerd dat het grondpakket niet voldoende is aangevuld voor een deugdelijke stabilisatie van de fundering en tevens is gebleken dat de bekisting deels op strokenfundering van cliënten zal worden geplaatst. Hiermee zijn de gemaakte afspraken niet nagekomen en is er wederom een risico voor de woning van cliënten genomen omdat bij het storten van het beton de strokenfundering van cliënten wederom zal worden belast zodat de verwachten is dat cliënten wederom met schade zullen worden geconfronteerd.Daarop heeft Badhoeve op 14 september 2018 laten weten:
(…) Korte samenvatting van hetgeen is besproken:- In overleg met de constructeur ( [naam] ) hebben wij de fundering aangepast, zie hiervoor de beide schetsen.- Wij willen z.s.m. de fundering storten zodat er grond aangevuld kan worden, wat ten gunste komt van fundering Fam. [eiser 1] .
2.13.
De gemeente [gemeente] heeft bij brief van 20 september 2018 onder andere aan [eiser 1] c.s. geschreven:
Op 8 en 30 augustus 2018 hebben wij uw brieven ontvangen waarin u uw ongenoegen uit over de handelswijze van de gemeente.(…) Op 16 juli 2018 heeft u inderdaad telefonisch contact gehad met een medewerkster van het callcenter.(…) Op 7 augustus heeft de heer [naam] opnieuw met u gesproken. U vertelt hem dan dat u van de aannemer een schrijven heeft ontvangen waarin in twee regels staat dat de zaak is overgedragen aan de schadeverzekering. De heer [naam] heeft vervolgens geregeld dat de schade-inspecteur van de verzekeraar samen met de constructeur van de aannemer op 10 augustus 2018 samen ter plaatse kwamen. Op 16 augustus 2018 vindt in aanwezigheid van de heer [naam] een afspraak plaats met de aannemer om te bespreken hoe de fundering van uw woning gestabiliseerd moet worden. Op 29 augustus 2018 heeft de heer [naam] nog eens een afspraak gemaakt met de uitvoerder van de aannemer om de uitgewerkte tekeningen voor het stabiliseren van de fundering te bespreken. U bent niet bij dit gesprek aanwezig. De heer [naam] probeert u wel over het gesprek met de uitvoerder te informeren. Helaas lukt dat niet goed, omdat u erg boos bent. U wilt dat het werk wordt stil gelegd. De heer [naam] vertelt u opnieuw dat als u het werk stil wilt leggen u een voorlopige voorziening (VoVo) kunt aanvragen bij de kantonrechter.
(…) Er was geen reden voor het opleggen van een bouwstop omdat in overeenstemming met de vergunning wordt gebouwd. De heer [naam] heeft zelfs meer werk voor u gedaan dan dat hij volgens procedure en werkinstructies had moeten doen. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan zijn initiatief om een gesprek te arrangeren met de aannemer en verzekeraar. Hoe vervelend wij uw situatie ook vinden, wij kunnen niet anders dan concluderen dat uw klacht niet gegrond is. De schade die is veroorzaakt door de heiwerkzaamheden moet u privaatrechtelijk verhalen bij de aannemer. Uw schadeclaim wijzen wij dan ook af.
2.14.
[eiser 1] c.s. heeft zowel Badhoeve als [gedaagde 2] c.s. bij brief van 5 oktober 2018 aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade. De verzekeraar van [gedaagde 2] c.s. heeft bij brief van 9 oktober 2018 de aansprakelijkheid van de hand gewezen en heeft gevraagd om beantwoording van een aantal vragen in het geval dat [eiser 1] c.s. terugkomt op de zaak. Badhoeve heeft bij brief van 1 november 2018 gereageerd waarbij zij zich bereid heeft verklaard de schade ad € 4.500,00, zoals gemeld in het rapport van KakesWaal, te vergoeden. Daarbij heeft Badhoeve ook aangegeven dat de fundering zodanig is aangepast dat de fundering van [eiser 1] c.s. vrij blijft van de nieuw gemaakte fundering en dus niet wordt belast. Ten slotte heeft Badhoeve er op gewezen dat het grondwerk door [gedaagde 2] c.s. aan derden is uitbesteed en Badhoeve daar geen partij bij is.
2.15.
Bij brief van 12 december 2018 heeft de gemeente aan [gedaagde 2] c.s. geschreven:
(…) De inspecteur zag bij de eerste controle dat er heiwerkzaamheden uitgevoerd zijn. Eén van de heipalen staat op 30 centimeter afstand van de woning op het adres [a-straat] [huisnummer 1] te [woonplaats] .De heipaal is tegen de plaatfundering van de uitbouw van de naastgelegen woning geslagen. De inspecteur heeft geen schade aan deze fundering geconstateerd. De heipaal naast de plaatfundering staat bijna tegen de fundering aan. Er is een aantal stenen op de plaatfundering los komen te liggen. De inspecteur heeft na de eerste controle op 17 juli 2018 ook geen verzakkingen van de woningen op de [a-straat] [huisnummer 1] en [a-straat] [huisnummer 2] geconstateerd. De inspecteur heeft niet kunnen beoordelen of de heiwerkzaamheden hebben gezorgd voor schade aan de woningen op [a-straat] [huisnummer 1] en [huisnummer 2] , zoals het verergeren van scheurvorming in de gevels.De inspecteur heeft geen afwijkingen geconstateerd ten opzichte van de verleende omgevingsvergunning en de daarbij behorende en goedgekeurde constructieve gegevens. (…) Mogelijk is door de heiwerkzaamheden wel schade veroorzaakt aan woningen vlakbij het adres [a-straat] [huisnummer 2] in [woonplaats] . Onze inspecteur heeft dit niet kunnen beoordelen.
2.16.
Op 18 december 2018 heeft Hanselman Groep op verzoek van [eiser 1] c.s. zijn woning onderzocht. Hanselman Groep heeft daarvan op 19 maart 2019 een rapport opgemaakt. De conclusie van het rapport luidt:
Normaliter heeft een betonnen (gewapende) funderingsstrook enige herverdelingscapaciteit als het gaat om wisselingen in draagvermogen en lokale stijfheidsverschillen in de ondergrond. Op basis van de drietal vorenstaande aspecten blijkt echter dat er ten gevolge van de werkzaamheden bij [a-straat] [huisnummer 2] aanvullende stijfheidsverschillen zijn gecreëerd direct onder en naast de bestaande funderingsstroken. De gevolgen hiervan zullen zich pas op termijn manifesteren in de bestaande constructie.
Om dergelijke gevolgen preventief te voorkomen dient de bestaande funderingsstrook óf verstevigd te worden, óf dient de gehele fundering onder de woning te worden vervangen indien versteviging van de funderingsstrook enkel onder de zijgevel zou leiden tot een scharnierpunt in de bestaande constructie.
2.17.
Bij brief van 7 juni 2019 heeft de gemachtigde van [eiser 1] c.s. zowel Badhoeve als [gedaagde 2] c.s. opnieuw aansprakelijk gesteld.
2.18.
Op verzoek van [eiser 1] c.s. heeft Hanselman Groep op 24 maart 2020 een nader onderzoek gedaan naar de schade van de woning van [eiser 1] c.s.. In het op 18 augustus 2020 opgemaakte rapport van Hanselman Groep staat onder meer:
(…) Op basis van de beschikbare foto’s blijkt dat er lokaal tot onder het aanlegniveau van de betonfundering is ontgraven. Daarbij is bij de zijgevel van de woning een deel van de betonrand verwijderd en is een aanwezige grespijp geraakt en kapot gemaakt.(…) Eigen beschouwing deskundige:Tijdens ons bezoek hebben wij, middels een inspectie van de verschillende vertrekken in de woning op de begane grond en de buitengevels van de woning de aanwezig scheurvorming en/of overige gebreken in beeld gebracht.Op basis hiervan hebben wij de navolgende bevindingen gedaan. In bijlag 1 is een foto-overzicht weergegeven van de waargenomen gebreken. Per onderdeel is tevens een vergelijking gemaakt met de bouwkundige opname uitgevoerd op 16-02-2018 door [bouwkundige] & Partners (…)Buiten het ontstaan van de direct zichtbare gebreken zijn er een aantal bevindingen die van invloed zijn op de lange termijn en mogelijk toekomstige en/of verergering van gebreken kunnen veroorzaken:1. Aanwezigheid van heipaal direct aangrenzend / onder de bestaande funderingsstrook: (…)2. Afgraven van grond tot voorbij het aanlegniveau van de funderingsstrook en deels verwijderden van betonstrook;a. Zowel het afgraven van de grond als het deels verwijderen van de betonstrook heeft een direct negatief effect op het draagvermogen van de funderingsstrook. Minder breedte van de funderingsstrook leidt per definitie tot minder draagvermogen van de fundering. Daarbij heeft een strokenfundering een bepaalde gronddekking nodig om te voorkomen dat de strook wil roteren/verplaatsten. Dat de funderingsstrook tijdelijk instabiel was en/of is verplaatst gedurende de graafwerkzaamheden bij [a-straat] [huisnummer 2] valt hierbij niet uit te sluiten.3. Belastingverhoging in de ondergrond ter plaatse van de heipaal en nabij de nieuw aangebrachte terreinverharding / terras van [a-straat] [huisnummer 2] . (…)Is er een causaal verband tussen de waargenomen schade / gebreken den uitgevoerde werkzaamheden bij [a-straat] [huisnummer 2] door partij 2?Er is geen bouwkundig opnamerapport aanwezig van [a-straat] [huisnummer 1] , welke is opgesteld voorafgaand aan de uitgevoerde werkzaamheden. Tevens zijn er tijdens de werkzaamheden bij [a-straat] [huisnummer 2] geen trillingsmetingen uitgevoerd aan belendingen. Door het niet monitoren van de trillingen is onmogelijk om exact na te gaan hoe groot de overschrijding van trillingen zijn geweest. Indien echter palen zo dicht langs een bestaande gevel / fundering worden geheid, zullen de grenswaarden van de SBR-A richtlijn naar alle waarschijnlijkheid overschreden zijn. Door een dergelijke overschrijding valt niet uit te sluiten dat gebreken zijn ontstaan of verergerd. Uit onze inspectie, gelijkluidend ref.[2], blijkt daarenboven dat er sprake is van grillige scheuren. Dit houdt in dat de scheuren recent zijn ontstaan en/of verergerd.
Gezien de uitgevoerde werkzaamheden, met name de heipaal direct onder de fundering van [a-straat] [huisnummer 1] , moet dus worden vastgesteld dat de genoemde gebreken op pagina 5 en 6, zijn ontstaan/verergerd door de werkzaamheden bij [a-straat] [huisnummer 2] . (…) Totale raming van de herstelkosten: € 19.328,50 incl. btw
2.19.
Naar aanleiding van het op 18 augustus 2020 opgemaakte rapport van Hanselman Groep, heeft de gemachtigde van [eiser 1] c.s. zowel Badhoeve als [gedaagde 2] c.s. opnieuw aansprakelijk gesteld. Beide partijen hebben hierop een reactie gegeven, zonder aansprakelijkheid te erkennen.
2.20.
In een e-mail van 24 maart 2021 heeft Hanselman Groep naar aanleiding van een herhalingsmeting laten weten:
(…) Conclusie: Op basis van de meetresultaten blijkt er in het afgelopen jaar geen significante invloed van de funderingspaal onder de strookfundering van [a-straat] [huisnummer 1] te zijn opgetreden. Een direct verband tussen de waargenomen verschilzakking (aan de voorzijde van het pand) en de aangebrachte funderingspaal hebben wij dus nog niet kunnen leggen.

3.De vordering

3.1.
[eiser 1] c.s. vordert dat de kantonrechter
I voor recht verklaart dat Badhoeve en [gedaagde 2] c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiser 1] c.s..
II. hoofdelijke veroordeling van Badhoeve en [gedaagde 2] c.s. tot betaling van € 19.328,50 aan schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 augustus 2020 tot de dag van de algehele voldoening;
III. hoofdelijke veroordeling van Badhoeve en [gedaagde 2] c.s. tot betaling van € 1.171,62 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
IV hoofdelijke veroordeling van Badhoeve en [gedaagde 2] c.s. tot betaling van de proceskosten en eventueel te maken nakosten.
Ten aanzien van Badhoeve
3.2.
[eiser 1] c.s. legt aan de vordering tegen Badhoeve ten grondslag – kort weergegeven – dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser 1] c.s. door te handelen in strijd met de normen van geschreven en ongeschreven recht, strekkende om zaaksbeschadiging te voorkomen. Badhoeve heeft nagelaten om een nulmeting uit te voeren, voorafgaande aan de werkzaamheden. Ook rust op Badhoeve een zorgplicht dat de bestaande rechten van de naastgelegen woningen wordt gerespecteerd ten tijde van de uitvoering van haar werkzaamheden en er geen schade wordt toegebracht aan woningen van buren. Door de heiwerkzaamheden is schade ontstaan aan de woning van [eiser 1] c.s. Uit het rapport van Hanselman Groep blijkt dat het gaat om een schade van € 19.328,50. Het causaal verband tussen de werkzaamheden en de schade staat vast. Badhoeve is als aannemer aansprakelijk voor de ontstane en toekomstige schade.
Ten aanzien van [gedaagde 2] c.s.
3.3.
Ten aanzien van de vordering tegen [gedaagde 2] c.s. legt [eiser 1] c.s. – kort weergegeven – ten grondslag dat [gedaagde 2] c.s. onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser 1] c.s.. Ook [gedaagde 2] c.s. had moeten handelen zoals in het maatschappelijk verkeer betaamt en mag niet onrechtmatig handelen jegens [eiser 1] c.s. of hinder veroorzaken. [gedaagde 2] c.s. is als opdrachtgever aansprakelijk voor de schade ontstaan als gevolg van de werkzaamheden van Badhoeve, althans van de partijen die de sloop-, hei- en graafwerkzaamheden aan [a-straat] [huisnummer 2] hebben uitgevoerd.

4.Het verweer

Badhoeve
4.1.
Badhoeve betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de schade is veroorzaakt door de sloop- en grondwerkzaamheden, welke werkzaamheden rechtstreeks in opdracht van [gedaagde 2] c.s. zijn uitgevoerd door een ander bedrijf, te weten [sloopbedrijf] . Badhoeve heeft slechts de nieuwbouw van de woning aan [a-straat] [huisnummer 2] aangenomen. Voorafgaande aan de nieuwbouw heeft Badhoeve de omliggende woningen door [bouwkundige] laten schouwen, maar [eiser 1] c.s liet niet toe dat alle ruimten in de woning zijn geschouwd. Verder voert Badhoeve aan zij heeft geheid overeenkomstig de constructie berekeningen en tekeningen zoals door de architect is ingeladen en zoals bekend bij de gemeente.
Naar aanleiding van het rapport van KakesWaal heeft Badhoeve aangegeven bereid te zijn €4.500,00 inclusief btw te vergoeden, maar [eiser 1] c.s. heeft dat niet geaccepteerd.
Ook voert Badhoeve aan dat in het laatste rapport van Hanselman Groep uitsluitingen in ruimtes van de woning van [eiser 1] c.s. zijn vermeld, die [bouwkundige] niet mocht bekijken van [eiser 1] c.s.. Tot slot wijst Badhoeve naar de conclusie van Hanselman Groep dat er geen significante toename is van scheefstand na één jaar monitoren en dat scheefstand ook toegeschreven kan worden aan de autonome zetting van het dijklichaam.
[gedaagde 2] c.s.
4.2.
[gedaagde 2] c.s. heeft de vordering eveneens betwist. [gedaagde 2] c.s. was opdrachtgever van de bouwwerkzaamheden, zodat hij niet zonder meer aansprakelijk is voor eventuele fouten van de aannemer. [gedaagde 2] c.s. betwist dat hij wist dat het slopen en heien schade zou veroorzaken of dat die schade onvermijdelijk zou zijn zonder voorzorgsmaatregelen. Hij heeft geen verstand van bouwwerkzaamheden en heeft zich daarom verlaten op de deskundigheid van de aannemer. [gedaagde 2] c.s. is pas na afloop van de werkzaamheden door [eiser 1] c.s. op de hoogte gesteld van mogelijke schade, maar toen kon die schade al niet meer worden voorkomen. Er is gebouwd conform de verleende omgevingsvergunning. Tot slot betwist [gedaagde 2] c.s. de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat [eiser 1] c.s. geen zogenoemde 14-dagen brief heeft overgelegd.

5.De beoordeling

In de zaak tegen [gedaagde 2] c.s.
5.1.
De kantonrechter zal eerst de vraag behandelen of [gedaagde 2] c.s. aansprakelijk is voor de door [eiser 1] c.s. gestelde schade. Vast staat dat die schade niet door [gedaagde 2] c.s. zelf is veroorzaakt: hij heeft immers zelf geen grond-, hei- of bouwwerkzaamheden uitgevoerd. De grondslag voor de aansprakelijkheid moet daarom worden gevonden in het feit dat de betreffende werkzaamheden in opdracht van [gedaagde 2] c.s. zijn uitgevoerd. Een opdrachtgever van de aannemer kan onder omstandigheden aansprakelijk zijn voor de door de aannemer veroorzaakte schade. Het enkele feit dat een aannemer schade veroorzaakt is daarvoor echter niet voldoende. Voor aansprakelijkheid van de opdrachtgever is noodzakelijk dat de opdrachtgever zelf onrechtmatig heeft gehandeld, dus zelf een inbreuk op een recht heeft gemaakt of heeft gehandeld of nagelaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dat kan het geval zijn als hij de aannemer specifieke aanwijzingen heeft gegeven over de wijze van uitvoering van de werkzaamheden waardoor de schade is ontstaan, als hij als opdrachtgever is tekortgeschoten in de keuze van de aannemer of heeft bewerkstelligd dat er geen of onvoldoende voorzorgsmaatregelen getroffen werden of als het werk hoe dan ook niet schadevrij kon worden uitgevoerd.
5.2.
Volgens [eiser 1] c.s. wist [gedaagde 2] c.s. dat bij het bouwen van zijn woning sprake zou kunnen zijn van overlast. [gedaagde 2] c.s. wist uit het rapport van [bouwkundige] dat [eiser 1] c.s. bij de uitvoerder van de sloopwerkzaamheden had geklaagd over hevige trillingen. [gedaagde 2] c.s. heeft desondanks gekozen voor de goedkoopste heitechniek, terwijl hij had moeten kiezen voor schroefpalen en/of trillingsvrij heien. [gedaagde 2] c.s. is steeds betrokken geweest bij de uitvoering van de werkzaamheden, maar heeft niets gedaan om schade bij [eiser 1] c.s. te voorkomen.
5.3.
[gedaagde 2] c.s. heeft de aansprakelijkheid gemotiveerd betwist. [gedaagde 2] c.s. is geen deskundige op het gebied van woningbouw of grondwerkzaamheden en heeft zich verlaten op de deskundigheid van de aannemer. [gedaagde 2] c.s. heeft geen invloed uitgeoefend op de wijze waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd. Hij is tijdens de werkzaamheden niet door [eiser 1] c.s. geïnformeerd over schade: dat hoorde hij pas achteraf.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser 1] c.s. mede in het licht van het verweer van [gedaagde 2] c.s. onvoldoende heeft onderbouwd dat [gedaagde 2] c.s. onrechtmatig heeft gehandeld. Dat [gedaagde 2] c.s. wist dat de werkzaamheden overlast zouden kunnen veroorzaken, betekent nog niet dat hij ook wist of kon weten dat [eiser 1] c.s. hierdoor schade zou lijden. [gedaagde 2] c.s. is een particuliere opdrachtgever zonder enige bijzondere kennis op het gebied van bouwkundige werkzaamheden. Hij mag in beginsel afgaan op de deskundigheid van de aannemer en gesteld noch gebleken is dat hij tekort is geschoten in de keuze van de aannemer. Uit niets blijkt dat [gedaagde 2] c.s. de wijze van heien heeft bepaald of dat hij heeft verhinderd dat de aannemer koos voor een wijze van heien waardoor geen schade aan [eiser 1] c.s. kon worden berokkend. Ten slotte staat ook niet vast dat de werkzaamheden hoe dan ook niet schadevrij konden worden uitgevoerd. Integendeel, [eiser 1] c.s. betoogt nu juist dat een andere wijze van uitvoering de schade had kunnen voorkomen.
5.5.
De conclusie is dan ook dat de vordering voor zover deze is gericht tegen [gedaagde 2] c.s. moet worden afgewezen. [eiser 1] c.s. zal in de door [gedaagde 2] c.s. gemaakte proceskosten worden veroordeeld, omdat [eiser 1] c.s. ongelijk krijgt. Daarbij wordt [eiser 1] c.s. ook veroordeeld tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [gedaagde 2] c.s. worden gemaakt.
In de zaak tegen Badhoeve
5.6.
Badhoeve heeft aangevoerd dat de gestelde schade het gevolg is van sloop- en grondwerkzaamheden. Deze zijn echter niet door Badhoeve uitgevoerd, maar door de firma [naam] te [plaats] , rechtstreeks in opdracht van [gedaagde 2] c.s., zodat Badhoeve voor deze schade niet aansprakelijk is. De kantonrechter overweegt daarover als volgt.
5.7.
De schade die [eiser 1] c.s. vordert is gebaseerd op het rapport van Hanselman Groep. Blijkens dat rapport heeft Hanselman Groep de foto’s die zij zelf van de woning van [eiser 1] c.s. heeft gemaakt, vergeleken met de foto’s die zijn opgenomen in het rapport van [bouwkundige] . Dat laatste rapport is dus het uitgangspunt voor de beoordeling van het ontstaan van de schade. Omdat dit rapport is opgemaakt nadat de sloopwerkzaamheden hadden plaatsgevonden, gaat het verweer van Badhoeve dat de schade (mede) is veroorzaakt door de sloop die zij niet heeft uitgevoerd, niet op.
5.8.
Uit het rapport van Hanselman Groep blijkt verder dat de door haar geconstateerde schade, waarvan zij de herstelkosten raamt op € 19.328,50, is veroorzaakt door de heiwerkzaamheden. Hoewel niet meer is na te gaan hoe groot de overschrijding van trillingen is geweest omdat deze niet zijn gemonitord, gaat Hanselman Groep er van uit dat als de palen zo dicht langs de bestaande gevel en fundering worden geheid als hier is gebeurd, de grenswaarden van de SBR-A-richtlijn naar alle waarschijnlijkheid zijn overschreden. Badhoeve, op wier weg het had gelegen om de trillingen te monitoren, heeft de veronderstelling dat de grenswaarden van de SBR-A-richtlijn zijn overschreven, niet, althans niet gemotiveerd, weersproken. Het moet er daarom voor worden gehouden dat sprake is geweest van zodanige trillingen door het heiwerk dat deze schade aan de woning van [eiser 1] c.s. konden veroorzaken.
5.9.
Badhoeve heeft wel betoogd dat de schade het gevolg is van grondwerkzaamheden die zij niet heeft uitgevoerd. Zoals door [eiser 1] c.s. ook is betoogd, leidt het afgraven van grond bij het buurperceel er toe dat grond onder de fundering van [eiser 1] c.s. wegstroomt. Daardoor bestaat het risico dat de fundering van [eiser 1] c.s. (een plaatfundering) niet meer gelijkmatig zakt, hetgeen kan leiden tot scheurvorming in de woning. Uit het rapport van Hanselman Groep kan echter worden afgeleid dat de daarin opgenomen schade het uitsluitend gevolg is van de heiwerkzaamheden. In het rapport is wel aandacht besteed aan het afgraven van grond, maar alleen in het kader van mogelijk toekomstige en/of verergering van gebreken en dus niet in het licht van de al geconstateerde gebreken. Dat de betreffende grondwerkzaamheden hebben bijgedragen aan de door Hanselman Groep geconstateerde schade blijkt niet uit het rapport. Op 19 maart 2019 had Hanselman Groep ook al aangegeven dat de (eventuele) gevolgen van aantasting van de fundering zich pas op termijn zullen manifesteren. En op 21 maart 2021 heeft Hanselman Groep naar aanleiding van een her- meting geconcludeerd dat er geen verband is tussen de aantasting van de fundering en verzakking. Kortom, niet is gebleken dat de nu door [eiser 1] c.s. gevorderde schade is ontstaan door het uitvoeren van grondwerkzaamheden. Badhoeve heeft zelf ook geen stukken waaruit volgt dat dit wel het geval is. Daarmee faalt het verweer.
5.10.
Dat betekent echter nog niet dat de vordering nu integraal kan worden toegewezen. Zoals hiervoor overwogen, is Hanselman Groep bij de beoordeling van de schade uitgegaan van de nul-meting van [bouwkundige] . Badhoeve heeft er echter op gewezen dat [bouwkundige] door toedoen van [eiser 1] c.s. niet alle ruimten heeft kunnen opnemen. Zo blijkt uit het rapport dat de trapopgang van de begane grond naar de eerste etage en de eerste verdieping op verzoek van bewoners niet zijn opgenomen. Hoe Hanselman Groep vervolgens voor de eerste verdieping aan de hand van het rapport van [bouwkundige] heeft kunnen vaststellen dat bepaalde gebreken er eerder niet waren, is voor de kantonrechter niet duidelijk. Daar komt bij dat zowel [eiser 1] c.s. als Badhoeve in de procedure alleen de oneven bladzijden van het rapport van [bouwkundige] hebben overgelegd, waardoor niet duidelijk is welke ruimtes [bouwkundige] wellicht nog meer niet heeft gezien. Ten slotte valt op dat de schade in het rapport van KakesWaal beperkt is gebleven tot het opnieuw betegelen van diverse tegelwanden en vloeren, het correct sluitend maken van deuren, het herstel van schilderwerk en het deugdelijk herstellen van naden rondom het kozijn in de voorgevel. In dit rapport wordt geen melding gemaakt van schades die Hanselman Groep later wel constateert, zoals scheuren in de zij- en achtergevel en een naad in het parket van de woonkamer.
5.11.
Gelet op het voorgaande zal de zaak worden aangehouden voor het nemen van de akte door [eiser 1] c.s. waarin hij de gelegenheid krijgt om:
- het gehele rapport van [bouwkundige] over te leggen;
- een toelichting van Hanselman Groep over te leggen waaruit blijkt hoe zij heeft kunnen oordelen dat gebreken zijn ontstaan als gevolg van de werkzaamheden van Badhoeve in ruimten in de woning van [eiser 1] c.s. die in de opname van [bouwkundige] niet zijn verwerkt;
- een toelichting te geven op het verschil in schadeposten in het rapport van KakesWaal en dat van Hanselman Groep.
Badhoeve zal daarna in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte uit te laten over de akte van [eiser 1] c.s.
5.12.
In de procedure tegen Badhoeve wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
In de zaak tegen [gedaagde 2] c.s.
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser 1] c.s. tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde 2] c.s. worden vastgesteld op een bedrag van € 996,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde 2] c.s. Veroordeelt [eiser 1] c.s. tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [gedaagde 2] c.s. worden gemaakt;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
In de zaak tegen Badhoeve
6.4.
verwijst de zaak naar de rol van
20 april 2022 om 10.00 uurvoor het nemen van een akte door [eiser 1] c.s. met het doel zoals omschreven in rechtsoverweging 5.11;
6.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter