Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- van de zijde van [verzoekster] : op 5 april 2022 een aanvullende productie en op 7 april 2022 een USB-stick met beeldmateriaal;
- van de zijde van VVE: op 21 december 2021 een USB- stick met beeldmateriaal, op 8 april 2022 een USB-sick met beeldmateriaal, alsmede beeldmateriaal op papier.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Uit het procesdossier van de kantonrechter blijkt echter dat [verzoekster] al op 1 oktober 2021 per telefax het verzoekschrift heeft ingediend. Niet in geschil is dat [verzoekster] daarmee haar verzoekschrift heeft ingediend binnen de wettelijke termijn van 1 maand na de dag waarop de verzoeker van het besluit heeft kennis genomen of heeft kunnen kennis nemen [1] . Het niet-ontvankelijkheidsverweer wordt verworpen.
VVE heeft het voorgaande inhoudelijk betwist.
[verzoekster] voert hiertoe, kort gezegd, het volgende aan. VVE heeft haar leden pas twee weken voorafgaand aan de vergadering van 1 september 2021 op de hoogte gesteld van de inhoud van het uitvoeringsplan en van haar voornemen om overeenkomstig dit plan het trappenhuis te renoveren. Aldus heeft VVE heeft haar leden hierover niet zorgvuldig en tijdig geïnformeerd. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat de kosten van de voorgenomen renovatie de in het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) opgenomen voorziening aanzienlijk overschrijden. Het gaat dus om een erg ingrijpend besluit met grote financiële gevolgen voor zowel VVE als haar individuele leden. VVE had haar leden eerder bij de besluitvorming moeten betrekken. Dit alles aldus [verzoekster] .
VVE heeft het voorgaande bestreden.
Van een noodzaak om bouwkundige maatregelen te treffen in het trappenhuis van het appartementencomplex, is genoegzaam gebleken. VVE heeft foto’s overgelegd waaruit blijkt dat het appartementencomplex te kampen heeft met ernstige lekkage in het trappenhuis, in voorkomend geval met plasvorming op de vloer van de begane grond. Uit het door VVE overgelegde fotomateriaal blijkt dat dit in ieder geval op 18 januari 2020, 6 oktober 2021, 13 november 2021, 27 november 2021, 30 november 2021, 6 februari 2022 en 7 april 2022 het geval is geweest. Deze situatie is te meer ongewenst vanwege de aanwezigheid van de electriciteitsruimte ter plaatse. Dat, zoals [verzoekster] stelt onder verwijzing naar het door haar overgelegde beeldmateriaal, op andere momenten sprake is geweest van minder overlast, doet hier niet aan af.
Dat de voorgestelde renovatie, uit te voeren op basis van de door OM Bouwgroep B.V. opgestelde offerte/ uitvoeringsplan, de lekkageproblemen zal oplossen, heeft [verzoekster] niet betwist. Wel heeft zij ter zitting gesteld dat de geoffreerde werkzaamheden meer behelzen dan het oplossen van de lekkageproblemen. Van de zijde van VVE is hier tegen ingebracht dat het merendeel van de uit te voeren werkzaamheden die niet zien op het verhelpen van de lekkage, zijn opgenomen in het voorafgaande aan de vergadering van 1 september 2021 door VVE vastgestelde MJOP. [verzoekster] heeft dit niet weersproken.
Bovendien heeft [verzoekster] niet aannemelijk gemaakt dat de door OM Bouwgroep B.V. geoffreerde werkzaamheden op een andere en goedkopere manier bevredigend kunnen worden uitgevoerd. In dat kader acht de kantonrechter nog van belang dat [verzoekster] na 1 september 2021 voldoende tijd en gelegenheid heeft gehad hiertoe nader onderzoek te (laten) verrichten. Het lag op de weg van [verzoekster] om in het kader van de nadere onderbouwing van haar verzoek tot dit onderzoek over te gaan.
Al met al is de kantonrechter van oordeel dat VVE in redelijkheid tot haar besluit heeft kunnen komen.