Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
QProjects B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
6.De beslissing
dagvaarding € 100,32
griffierecht € 507,00
salaris gemachtigde € 436,00
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft QProjects B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in de gemeente woont, met betrekking tot een overeenkomst voor het leggen van pvc-vloeren. De vordering betreft een openstaande factuur van € 3.316,11, die de gedaagde niet heeft betaald. QProjects heeft de gedaagde meerdere keren aangemaand, maar zonder resultaat. De gedaagde heeft in zijn verweer aangevoerd dat de pvc-vloer niet deugdelijk is gelegd en dat hij daarom de betaling van de factuur mocht opschorten. Hij heeft ook een tegenvordering ingesteld voor schadevergoeding van € 2.728,54 en de kosten van vier pakken vloerdelen die QProjects heeft meegenomen.
Tijdens de zitting op 15 maart 2022 zijn beide partijen verschenen, vergezeld door hun gemachtigden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat QProjects de vloer niet deugdelijk heeft gelegd en dat er sprake is van een gebrek waarvoor QProjects aansprakelijk is. Echter, de kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet in de gelegenheid is gesteld om de gebreken binnen een redelijke termijn weg te nemen, omdat hij de voorstellen van QProjects om tot herstel te komen heeft afgewezen. Dit leidt tot schuldeisersverzuim aan de zijde van de gedaagde, waardoor hij niet kan verzetten tegen de vordering van QProjects.
De kantonrechter heeft de vordering van QProjects tot betaling van € 3.316,11 toegewezen, met een creditering van € 61,84, en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 3.254,27, vermeerderd met wettelijke rente. De tegenvordering van de gedaagde is afgewezen, met uitzondering van de vergoeding van € 145,65 voor de niet-gebruikte vloerdelen, die QProjects aan de gedaagde moet vergoeden. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, omdat hij ongelijk heeft gekregen in de vordering.