ECLI:NL:RBNHO:2022:3423

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
20 april 2022
Zaaknummer
9629457 \ WM VERZ 22-5
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor handelen in strijd met een geslotenverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 15 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring, zoals aangegeven door bord C2 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 15 februari 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

Betrokkene voerde aan dat hij nooit een bord geslotenverklaring had gezien en dat de borden niet duidelijk genoeg waren. Hij stelde dat hij al negen jaar in de buurt woont en deze route naar huis neemt. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging waarvoor de boete is opgelegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter heeft ook geen reden gezien om de boete te matigen.

De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht in het beroepschrift.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9629457 \ WM VERZ 22-5
CJIB-nummer : 239866991
Uitspraakdatum : 15 februari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 februari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met een geslotenverklaring (bord C2 van het RVV 1990. een-richtingverkeer).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene voert aan al 9 jaar in deze buurt te wonen en al 9 jaar deze route naar huis te nemen. Betrokkene stelt dat hij nooit een bord geslotenverklaring heeft gezien en dat deze anders niet duidelijk genoeg is. Daarnaast stelt betrokkene dat hij had moeten worden aangehouden.
In de toelichting van het zaakoverzicht verklaart de verbalisant onder andere het volgende:
“Ik zag dat de weg werd gebruikt in de richting waarin deze gesloten is. De tekst op het onderbord luidde: “uitgezonderd (brom-)fietsen”. De uitzondering(en), genoemd op het onderbord, was (waren) niet van toepassing. Ik zag het bovengenoemde voertuig met hoge snelheid rijden op Oostzijde richting de Koning Davidstraat de parkeergarage in. De bestuurder van het voertuig had de Veeringstraat in kunnen rijden om de gesloten verklaring te kunnen vermijden, maar de bestuurder koos ervoor om met hoge snelheid de gesloten verklaring in te rijden. (…) Wij hebben het voertuig niet staande kunnen houden omdat het voertuig met hoge snelheid reed en vervolgens de parkeergarage aan de Koning Davidstraat inreed waar alleen de bewoners toegang tot hebben.“
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging. Dit is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring van de verbalisant dan wel uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en/of omstandigheden aangevoerd die ertoe aanleiding geven te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: