Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 11 maart 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het veroorzaken van onnodig geluid met een motorvoertuig. De betrokkene had een boete van € 400,00 ontvangen, welke was verlaagd naar € 250,00. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 4 maart 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig. De kantonrechter overwoog dat de gedraging, het veroorzaken van onnodig geluid, voldoende was vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter oordeelde dat er geen aanleiding was om een aanvullend proces-verbaal op te laten maken, aangezien de verbalisant de gedraging op voldoende afstand had waargenomen. De kantonrechter matigde de boete tot € 250,00 en kende een proceskostenvergoeding toe van € 1.164,75 aan de betrokkene, omdat deze deels in het gelijk was gesteld. De uitspraak benadrukt de toepassing van artikel 57 RVV 1990 en de voorwaarden waaronder onnodig geluid kan worden vastgesteld. De beslissing van de officier van justitie werd gedeeltelijk vernietigd en de kantonrechter wees de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die de proceskosten moest vergoeden.