ECLI:NL:RBNHO:2022:3399

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 maart 2022
Publicatiedatum
20 april 2022
Zaaknummer
9653487 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie opgelegd voor het negeren van een geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene voor het negeren van een geslotenverklaring. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld in de locatie Alkmaar, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beschikbare bewijsstukken, waaronder foto's en een schouwrapport.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. De kantonrechter concludeerde dat de officier van justitie voldoende bewijs had geleverd dat het C-bord aanwezig was en dat het voertuig van de betrokkene dit bord had gepasseerd. De kantonrechter benadrukte dat weggebruikers oplettendheid op verkeersborden mogen verwachten en dat het aan de weggebruiker is om hun rijgedrag aan te passen aan de verkeerssituatie.

De betrokkene had aangevoerd dat de boa die de overtreding had vastgesteld niet ter plaatse was, maar op afstand had geoordeeld op basis van foto's. De kantonrechter oordeelde dat deze manier van handhaving rechtmatig was, gezien de omstandigheden. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en de kantonrechter legde de boete in stand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9653487 \ WM VERZ 22-58
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 maart 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 maart 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter stelt vast dat aan de voorwaarden van de beleidsregels wordt voldaan. Op de foto’s die zich bij de stukken bevinden is weliswaar geen C-bord zichtbaar en evenmin dat het voertuig dat bord is gepasseerd, maar er is wel een schouwrapport met foto’s die gedateerd zijn op de pleegdatum. Hieruit blijkt dat is vastgesteld dat het C-bord aanwezig was, zowel vóór het begin van de geslotenverklaring als bij de ingang van de geslotenverklaring. Daaruit volgt ook dat het voertuig van betrokkene het C-bord is gepasseerd. Aan de hand van dit schouwrapport heeft de officier van justitie voldoende onderbouwd dat ten tijde van de gedraging het C-bord was geplaatst en is gepasseerd.
Anders dan in het krantenartikel waar betrokkene naar verwijst was de boa die de gedraging heeft vastgesteld niet zelf ter plaatse, maar heeft op afstand de door de ter plaatse aanwezige apparatuur gemaakte foto beoordeeld. Bij deze vorm van handhaving is er geen reële mogelijkheid om de bestuurder staande te houden en mag om die reden worden volstaan met het opleggen van een sanctie aan de kentekenhouder.
De kantonrechter stelt voorop dat van weggebruikers oplettendheid op verkeersborden mag worden verwacht. In het kader daarvan is het aan de weggebruiker om diens rijgedrag, waaronder de snelheid, zodanig aan te passen dat verkeersborden niet alleen tijdig worden waargenomen, maar dat ook kennis kan worden genomen van de inhoud daarvan. Dat de betrokkene de borden niet heeft opgemerkt, dan wel vanwege de snelheid de informatie op deze borden niet tot zich heeft kunnen nemen, komt dan ook voor haar rekening. Niet is gebleken dat er geen mogelijkheid is om de geslotenverklaring te ontwijken. De verkeerssituatie ter plaatse biedt daarvoor, bezien in samenhang met de aanwezige bebording, voldoende gelegenheid. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: