Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op 1 maart 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. Betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring op een weggedeelte dat bestemd was voor bepaalde categorie voertuigen. Gedurende een periode van twee weken was betrokkene zes keer beboet voor deze overtreding. De kantonrechter oordeelde dat deze gedragingen als aparte overtredingen moesten worden beschouwd, aangezien ze op verschillende dagen en tijdstippen hadden plaatsgevonden.
Betrokkene erkende de gedraging, maar voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de geldigheid van de geslotenverklaring, die niet alleen tussen 16.00 en 18.00 uur, maar ook tussen 07.00 en 09.00 uur van kracht was. Hij stelde dat hij een waarschuwing had moeten krijgen in plaats van een boete. De kantonrechter concludeerde echter dat de bebording duidelijk aanwezig was en dat van elke weggebruiker verwacht mag worden dat deze oplettend is op de aanwezige verkeersborden. Betrokkene had zich moeten vergewissen van de situatie en het nalaten hiervan kwam voor zijn rekening en risico.
De kantonrechter oordeelde verder dat de verbalisant, die bevoegd was om een boete op te leggen, geen reden had om af te zien van het opleggen van de boete. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete terecht was. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier.