Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
BIS Diensten B.V.
[rechthebbende]
Stichting Zaandams Volkshuisvesting
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft BIS Diensten B.V. een kort geding aangespannen tegen Stichting Zaandams Volkshuisvesting (ZVH) om de executie van een ontruimingsvonnis te schorsen. De kantonrechter heeft op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarin BIS Diensten vorderde dat ZVH zou worden verboden om de woning van [rechthebbende] te ontruimen totdat het Gerechtshof Amsterdam in hoger beroep zou hebben beslist. De achtergrond van de zaak is dat de huurovereenkomst tussen BIS Diensten en ZVH op 3 februari 2022 door de kantonrechter is ontbonden, waarbij BIS Diensten is veroordeeld tot ontruiming van de woning. BIS Diensten heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat BIS Diensten een spoedeisend belang heeft bij de vordering, aangezien ZVH op 31 maart 2022 de woning wilde ontruimen. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de vordering van BIS Diensten niet kon worden toegewezen. De kantonrechter benadrukte dat een vordering in kort geding niet kan dienen als een herbeoordeling van het eerdere vonnis en dat de kans van slagen van het hoger beroep buiten beschouwing moet blijven. De kantonrechter concludeerde dat er geen omstandigheden waren die rechtvaardigden dat het belang van BIS Diensten en [rechthebbende] bij behoud van de woning zwaarder woog dan het belang van ZVH bij de uitvoerbaarheid van het vonnis.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van BIS Diensten afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat ZVH de ontruiming kan doorzetten, ondanks het hoger beroep van BIS Diensten.